Het probleem is natuurlijk nooit weggeweest maar wordt de komende maanden weer actueel. Blijft centrum-rechts de populistische rivalen isoleren of kiest ze voor samenwerking? In de polder komt het waarschijnlijk, uiteraard afhankelijk van de uitslag, na de verkiezingen in november aan de orde. Maar in landen als Spanje en Duitsland roffelt het dilemma al op de deur.
Als de voortekenen niet bedriegen moeten we ons voorbereiden op een tweede populistische golf. De eerste bereikte In 2016/17 zijn hoogtepunt. De Britten gingen voor Brexit, de Amerikanen voor Donald Trump, de Fransen stemden Marine Le Pen naar de tweede ronde van de presidentsverkiezingen en in Duitsland werd de Alternative fur Deutschland (AfD) bijna uit het niets de derde partij. In de polder vreesde men dat de dijken zouden bezwijken en dat Geert Wilders het Torentje in zou surfen.
Het viel uiteindelijk nog mee. De golf ebde weg maar niet nadat ze behoorlijk wat wrakhout op de kust had geworpen: de voor de Britten rampzalige Brexit en het catastrofale presidentschap van Trump. Bij ons hielden de kiezers Wilders in de oppositiebanken.
Maar de vlag kon en kan niet in top. In Hongarije, Polen en Italië hebben de populisten hun macht geconsolideerd, terwijl ze in Finland en Zweden zo groot werden dat gevestigd rechts zich gedwongen zag met hen te pacteren. De Fransen hebben tot 2027 uitstel, maar het zal niemand verbazen wanneer Le Pen opnieuw de tweede ronde haalt en dit keer wint.
De Spanjaarden lijken voorlopig met de schrik te zijn vrij gekomen. De kiezers hadden bij nader inzien geen trek in een coalitie tussen het extreemrechtse Vox en de centrumrechtse Volkspartij (PP). Vox was in het voorjaar de grote winnaar van lokale en regionale verkiezingen en mocht in sommige steden en regio’s (mee)besturen. Kennelijk niet tot tevredenheid van de kiezers die bij de parlementsverkiezingen van afgelopen zondag de rekening indienden: Vox verloor.
Alleen, daarmee kan de stormbal nog niet terug in de opslag. De verkiezingen leverden een impasse op. Geen van beide grote partijen, de sociaaldemocratische PSOE en de PP, heeft samen met hun natuurlijke coalitiepartners een meerderheid. Het is niet onwaarschijnlijk dat de Spanjaarden binnenkort weer naar de stembus moeten. Dan komt de PP opnieuw voor de gewetensvraag te staan: wel of niet met Vox? De PP houdt de gebruikelijke slagen om de arm, maar zal toch een keer kleur moeten bekennen.
In Duitsland worstelt de CDU eveneens, zij het in misschien mindere mate, met het dilemma. Op landelijk niveau blijven de conservatieven achter de ‘Brandmauer’ die ze samen met de andere democratische partijen tegen de AfD heeft opgetrokken. De extremisten mogen onder geen beding bestuursverantwoordelijkheid krijgen. Hoe radicaal sommige afdelingen zijn, moge blijken uit het feit dat de binnenlandse veiligheidsdienst deze in de gaten houdt. Van de rechter mag je sommige leiders ook ‘fascisten’ noemen.
Maar er dreigen stenen uit de Brandmauer te vallen. De AfD is bezig aan een verontrustende opmars in de oostelijke deelstaten, de voormalige DDR. Haar kandidaten wonnen daar onlangs voor het eerst een districts- en een burgemeestersverkiezing en volgens de polls is de AfD in een aantal deelstaten de grootste. De vraag die CDU-leider Friedrich Merz zich naar aanleiding van die successen onlangs stelde, verstoorde de Berlijnse komkommertijd. Mag je, kan je, die kiezers negeren of is op lokaal niveau, verder niet, samenwerking met de AfD geoorloofd? In de praktijk komt dat hier en daar, in dorpen en stadjes, al voor, maar het is geen beleid.
Merz had zijn woorden nog niet uitgesproken of de pleuris brak uit. Niet alleen bij de andere gevestigde partijen, maar ook in eigen kring. Wilde hij de Brandmauer af breken? De AfD respectabel maken? Kun je als je op lokaal niveau begint, het daarbij laten? Of zet je iets in gang waarover je de controle verliest? De CDU-leider trok zijn suggestie schielijk in. Het probleem is daarmee niet verdwenen. De geijkte bezweringsformule van de CDU, de zorgen van de AfD-kiezers serieus nemen, maar de partij zelf buiten de deur houden, blijkt steeds minder te werken. Het afdekken van de rechterflank, traditioneel de taak van de Duitse conservatieven, wordt steeds lastiger.
En wat gaan we na de verkiezingen in de polder beleven?
Het is in dit stadium niet meer dan speculeren, maar ook bij ons hangt het dilemma voor de VVD boven de campagne. Ga uit van een richtingenstrijd tussen de VVD en VerenigdLinks (Groenrood). Stel dat de VVD de grootste wordt maar bij lange na niet groot genoeg om het verlies van CDA en D66 te compenseren. Wat gaan de liberalen dan doen?
Regeren met de ‘linkse wolk’ is ongeloofwaardig en omgekeerd geldt hetzelfde. Op het Binnenhof is ongeveer alles mogelijk, nee blijkt ja als het moet, dus ook een coalitie van VVD en VerenigdLinks. Maar als het gebeurt, is het een door eigenlijk niemand gewilde noodoplossing, waarschijnlijk na een weer alle records brekende formatie.
Programmatisch heeft de VVD raakvlakken met de ‘nettere’ populisten van de BoerBurgerBeweging (BBB) en vooruit, de PVV. Geert Wilders ziet de coalitie al voor zich en bij de VVD zijn de eerste voelhoorns uitgestoken. Kamerlid Ruben Brekelmans ziet samenwerking bij het asielbeleid, het grote thema, als een optie, omdat een deal met links niet mogelijk is. Een formele coalitie met de PVV is ook voor Brekelmans (nog?) een brug te ver. Maar een gedoogconstructie zou acceptabel zijn.
Dat zou een breuk betekenen met het beleid van demissionair premier Mark Rutte. Rutte heeft ervaring met gedoogsteun van Wilders. Zijn eerste kabinet sneuvelde in 2012 omdat Wilders weigerde bezuinigingen voor zijn rekening te nemen. Daarna verbande hij Wilders naar de verdomhoek. Rutte is als partijleider vertrokken en of Brekelmans op weg is in een eenmansactie, is onduidelijk. Maar het taboe op samenwerking met de populisten, staat op zijn minst ter discussie. Net als in de andere landen.
Geef een reactie