Zoals de vaste lezers van deze site ongetwijfeld al weten uit de bijdrage van Peter van Nuijsenburg vond er vrijdag in Boedapest een congres plaats van ultraconservatieve politici. FvD-boegbeeld Thierry Baudet, hoewel op de extreemrechtse kaart niet een van de meest gematigden, was kennelijk op deze zogeheten CPAC-bijeenkomst niet welkom. Een teken waarschijnlijk dat zelfs gastheer Viktor Orbán hem niet meer helemaal serieus neemt. Voor Thierry een reden om zich ernstig zorgen te maken, vrees ik.
Niettemin stond Nederland in Boedapest in het brandpunt van de belangstelling. Sinds de PVV van Geert Wilders bij de verkiezingen van 22 november veruit de grootste partij werd, is hij niet meer te veronachtzamen tijdens ontmoetingen waarop extreemrechtse politici de hoofden bijeen steken. Als Orbán dat al gewild zou hebben. Want de Hongaarse premier en de voorman van de Nederlandse vrijheidsapostelen zijn hevige bewonderaars van elkaar.
Wilders had zich – misschien tot teleurstelling van de een en de ander – voorgenomen het in Hongaarse hoofdstad rustig aan te doen. Hij wilde de moeizaam verlopende kabinetsformatie niet in gevaar brengen, zoals hij onderstreepte. Zijn onderhandelingspartners hebben het toch al zo moeilijk om zijn voortdurende getwitter te negeren, zo niet goed te praten.
Desondanks nam Geert niet echt een blad voor de mond. Hij had het over migratie (tegen), de islam (ook tegen) en de linkse heerschappij van de elite (eveneens tegen). De kern van het PVV-gedachtegoed had hij daarmee verwoord, al heeft het geblondeerde kopstuk inmiddels (voorlopig?) afgezien van een referendum over een Nexit.
VVD-leider Dilan Yeşilgöz en Pieter Omtzigt van het NSC zullen er vermoedelijk met dichtgeknepen billen naar geluisterd hebben. ‘Iedereen heeft zijn eigen politieke vrienden,’ gaf Omtzigt vooraf ietwat wrevelig te kennen. En Yeşilgöz: ‘Iedereen moet zijn eigen ding kunnen doen in een rechtsstaat,’ wat op hetzelfde neerkomt. Yeşilgöz voegde er wel aan toe het noodzakelijk te vinden ‘dat we op één lijn blijven met elkaar over een aantal onderwerpen’.
Dat laatste zou inderdaad geen kwaad kunnen. Als je de mediaberichten mag geloven zijn de vier beoogde coalitiepartijen het nog vrijwel nergens over eens.
En dat zal toch moeten, wil er ooit een kabinet komen van PVV, VVD, NSC en bijwagen BBB. Tot dusver hebben de vier leiders vooral overeenstemming bereikt over wat er niet moet gebeuren. Ze zullen geen van vieren tot het kabinet toetreden en in de Tweede Kamer blijven zitten. Het premierschap gaat Wilders dus langs de neus. Hij doet of hij dat heel erg vindt, al kun je daar genuanceerd over denken.
Het is de bedoeling dat de onderhandelende partijen heel snel knopen doorhakken. Volgens de informateurs Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol is er nog slechts tijd tot 15 mei, niet meer dan een week of drie. Voor een verlenging van hun termijn voelen de twee procesbegeleiders niets. Op de slotdatum moet het volgens hen duidelijk zijn of het kwartet samen kan gaan regeren.
Uiteraard zijn de informateurs optimistisch. Maar dat zegt niet zoveel. Ooit een informateur gezien die niet optimistisch was?
Geef een reactie