Iemand vertelde me laatst dat dit land behoefte heeft aan een ‘nieuw verbindend verhaal’. Hij keek erbij of hij net het ei van Columbus had ontdekt. Ik vroeg hem hoe hij dat voor zich zag. ‘De boel bij elkaar houden, elkaar niet om de haverklap verketteren’. Dat klonk al een stuk bescheidener en sympathieker. Maar of dat nu het verbindende verhaal, ook wel minder bescheiden het grote narratief genoemd, was?
Zelf zou ik niet weten hoe dat verhaal eruit zou moeten zien. Van huis uit wantrouw ik die grote verhalen, maar dat kan aan mijn gebrek aan waardering voor visies en vergezichten liggen. Het stipje aan de horizon, mits niet te fors gepenseeld, is al visie genoeg.
Op een ander, minder persoonlijk niveau kun je je afvragen of zo’n verbindend verhaal in onze polder überhaupt mogelijk is. Het is een cliché dat we van oudsher ‘levensbeschouwelijk’ een verdeeld land zijn. De vorige eeuw was de bevolking lang georganiseerd in ‘zuilen’, waar katholieken, protestanten en sociaaldemocraten hun leven vorm en inhoud gaven. Inmiddels zijn we een vrijwel seculiere samenleving, maar de zuilen zijn ingewisseld voor de ‘bubbels’. En dat blijkt evenmin een vruchtbare bodem voor een verbindend verhaal, hoe dat er ook uit mag zien.
De ontzuiling is zonder concurrentie de belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling van na de oorlog. Revolutie is misschien een te groot woord, – er vielen geen doden – , maar het zette het Hollandse binnenhuisje stevig op zijn kop. Over het algemeen werd het als een bevrijding ervaren. Geen pastoor, dominee of partijbons die voorschreef met wie je wel of niet mocht omgaan of tussen de lakens mocht kruipen. Het conformisme van de zuilen werd al gauw vervangen door een ander conformisme, meestal links of linkserig, maar daar hing zeker in het begin het aroma van nieuwigheid en vrijheid omheen. The Beatles en the Stones waren van een andere orde dan het het huisorkest van de VARA, the Ramblers, en AVRO’s Danstest.
Elke zuil had zijn eigen, samenbindend verhaal. In de turbulentie van die jaren verdween dat verhaal uit zicht. Er verdween trouwens nog meer.Tijdens de verzuiling werd het land bij elkaar gehouden door een zeker nationaal besef dat de verdeeldheid overkoepelde. Dat besef had op zijn beurt twee pijlers: het koningshuis en de vaderlandse geschiedenis. Maar omdat de ontzuiling vooral een opstand was tegen tradities en het daaraan ontleende gezag, wankelden ook deze pijlers.
‘Eigenlijk’ waren we altijd een republiek geweest en dat koningsschap was ons na de Napoleontische oorlogen opgedrongen en dus wezensvreemd. En van de Oranjes kun je zeker in de huidige opstelling moeilijk beweren dat ze overtuigende verbinders zijn. Al doet de koning wel zijn best. De vaderlandse geschiedenis werd na de ontzuiling onderworpen aan een niemand en niets ontziend demasqué en dat is nog steeds gaande. Het oude, achterhaalde verhaal zou vooral zijn bedacht om het nationalisme, dat uiteraard evenmin deugde, te verkopen. Daarmee verdwenen, floep, de twee overkoepelende verhalen in het zwarte gat.
Sindsdien is het tobben met dat verbindende verhaal. Sommige mensen, onder wie bovengenoemde gesprekspartner, denken dat de politiek dat moet leveren. Maar de politiek is daarvoor per definitie ongeschikt. Politiek is het bespreekbaar en beheersbaar maken van tegenstellingen, of dat nu materiële belangen zijn of ideologische en levensbeschouwelijke opvattingen. Een succesvolle politiek weet daar een zeker evenwicht in te brengen, maar dat evenwicht is wankel, onderhevig aan allerlei ontwikkelingen, onderstromen waar ze geen vat op heeft. En natuurlijk het humeur van de kiezer. Kortom, tegenstellingen zullen er altijd blijven.
De consequentie is dat dat we de politiek niet moeten opzadelen met onmogelijke opdrachten. Geen illusies in de wereld zetten over maakbaarheid. Niet suggereren dat er voor alles een oplossing is die ook nog binnen handbereik ligt. Dat is de zelfoverschatting waar met name de linkse politiek vaak aan lijdt. Zelf denk ik dat de kiezer daar niet op zit te wachten. Hij wil dat de politiek de problemen oplost, woningnood, onderwijs en immigratie, die ze te lang heeft laten versloffen en nu om een oplossing schreeuwen. Verder wil hij vooral met rust worden gelaten. Anders dan politiek-junks geneigd zijn te denken, vindt hij andere dingen belangrijker: zijn gezin, familie, vrienden, werk, sportclub, enz. De politiek besteedt hij uit aan de vaklui, de politici. En als ze falen, deponeert hij de rekening in de stembus.
Dat is de politiek van de kleine stapjes en het beheren van de winkel. Het inspireert niet bovenmatig, het wereldraadsel wordt niet opgelost en de kiezer zal er niet opgewonden van raken. Het is de politiek waarbij zelfs de kleine stapjes regelmatig vastlopen en de winkel met of zonder kortingzegels matige service biedt. Het is de wereld van Mark Rutte, Angela Merkel en andere leiders die uitdezelfde mal komen. Wat Winston Churchill ooit over de democratie heeft gezegd: de slechtste regeringsvorm afgezien van alle anderen die ooit geprobeerd zijn, geldt mutatis mutandis voor hen. Ze zijn knutselaars en het is al heel mooi als het vaker goed dan slecht gaat.
Eén ding is zeker: voor het verbindende verhaal ben jij bij hen aan het verkeerde adres. Is dat erg? Een van de onbetwistbare verworvenheden van de ontzuiling is wat de journalist Henk Hofland ooit de ‘dekolonisatie van het dagelijkse leven’ noemde. De mondige burger ging zijn eigen boontjes doppen. Hij kiest zijn eigen verhaal. Daar heeft hij de politiek of andere verhalenvertellers niet langer voor nodig.
Geef een reactie