VVD-kopstuk (ex-Kamerlid, ex-minister op diverse departementen) Henk Kamp denkt dat een extraparlementair kabinet de meest logische uitkomst is van deze kabinetsformatie. Kamp, een ouderwetse ultrarechtse Draufgänger en goed ingevoerd in de VVD-top, zou veel liever een normaal meerderheidskabinet tot stand zien komen. Maar zijn partij voelt daar na haar zware verkiezingsnederlaag niks voor. Pieter Omtzigt, de partijleider van NSC, vanwege een zekere PVV-huiver trouwens ook niet.
Dan maar een extraparlementair kabinet dus. Het belangrijkste verschil met een normale regering is dat extraparlementaire kabinetten kunnen regeren zonder dat een Kamermeerderheid er zijn goedkeuring aan heeft gegeven. De fracties zijn niet gebonden aan het kabinet. Dat wil zeggen: formeel niet. Ze moeten uiteraard wel instemmen met de komst van de regering.
De bewindslieden in het kabinet hebben niet alleen een geringere binding met de partijen die het steunen, ze hoeven ook zeker niet per se daaruit afkomstig te zijn. Ze hebben doorgaans een – zoals dat heet – grotere afstand tot de politiek. Zij hoeven zich niet aan het regeerakkoord te houden, want dat is er niet. Ze hebben eigenlijk alleen te maken met onderlinge afspraken. Anders gezegd: met een regeringsprogramma.
Dergelijke kabinetten zijn in Nederland in onbruik geraakt, hoewel ze vroeger tamelijk gewoon waren. Na 1963 is er nog maar één extraparlementaire regering geweest. Dat was het beruchte of beroemde (doorhalen wat niet wenselijk is) kabinet-Den Uyl uit de jaren zeventig. Dat kwam tot stand doordat in de formatie ministers uit KVP en ARP (later allebei opgegaan in het CDA) uit hun partijen werden ‘losgeweekt’.
Toch heeft het kabinet-Den Uyl, ondanks het feit dat er niet minder dan vijf partijen bij nodig waren, de rit bijna uitgezeten. Pas enkele maanden voordat er toch al verkiezingen zouden plaatsvinden kwam het ten val. Vermoedelijk omdat de betrokken fracties het moeilijk over hun hart konden verkrijgen hun geestverwante ministers naar huis te sturen. Of omdat die ministers gewoon de baas waren in hun partij? Je kunt er over mijmeren.
Over de verdiensten van het kabinet-Den Uyl heerst nog steeds onenigheid. Linkse politici vallen van bewondering bijna in katzwijm als ze eraan terugdenken. Rechtse zien deze meest progressieve ploeg ooit als een afschrikwekkend voorbeeld van hoe het niet moet.
Het heeft dan ook iets ironisch dat het nieuwe PVV-BBB-VVD-NSC-kabinet – als het er ooit komt – een soort reprise zou kunnen zijn van het kabinet-Den Uyl. Niet inhoudelijk natuurlijk, maar wel qua type.
Een extraparlementair kabinet heeft voor de regerende partijen (zo zullen we ze hier toch maar noemen) één groot voordeel. Ze hebben geen al te duidelijke relatie met de regering en kunnen er desgewenst ook weer snel van af. De politieke schade zal dan minder groot zijn dan bij een gewoon meerderheidskabinet, waar de fracties immers ‘ja’ tegen hebben gezegd. NSC en VVD zullen loeren op de juiste gelegenheid om ‘de stekker eruit te trekken’. De polls goed in de gaten houden, jongens.
Geef een reactie