De feestdagen zijn officieel pas voorbij met Drie Koningen, in menig huiskamer staat de kerstboom nog uit te vallen, dus de jaarlijkse oproep tot het vuurwerkverbod kan nog net. Ook dit keer was het hommeles. In de oogklinieken was het druk als vanouds. Op andere afdelingen moesten zware en minder zware wonden behandeld worden. De ambulances, politie en brandweer moesten in grote getale uitrukken om gewonden af te voeren, relschoppers op te pakken en branden te blussen. De materiële schade zal dik in de miljoenen lopen.

Kortom, het was weer een waar volksfeest.

Het ambulancepersoneel, de politiemensen en de brandweermannen- en vrouwen verrichten hun dienstverlening aan de burger letterlijk met gevaar voor eigen leven. In de actualiteitenrubriek EenVandaag vertelde een Haagse politieman hoe hij een jaar geleden bij een inzet ernstig gewond was geraakt. Hij had een zwaar stuk vuurwerk, vermoedelijk een ‘cobra’, tegen een oor gekregen. Hij was een jaar lang uit de roulatie. De pijn in zijn oor beschreef hij alsof ‘scheermesjes aan het snijden waren’. Deze pijn is nu verdwenen maar hij zal de rest van zijn leven last houden van tinnitus. En hij was er nog goed van vanaf gekomen. Zijn collega die door dezelfde bom was getroffen zit nog steeds thuis.

Naast dit lichamelijk letsel had hij veel last van stress. Hij had jonge kinderen, maar die konden niet spelen en lawaai maken, – wat kinderen moeten kunnen  -, zei hij -, omdat papa er niet tegen kon. Dat trok een enorme wissel op het gezinsleven. Inmiddels zit hij weer in de patrouillewagen, maar het trauma zit voorlopig nog naast hem op de bijrijdersstoel.

Een soortgelijk verhaal kunnen honderden, zo niet duizenden andere hulpverleners vertellen die met oud en nieuw in inzet waren. En net als in voorgaande jaren riepen (oog)artsen, (hoofd)commissarissen en andere gezagdragers op nu eindelijk eens werk te maken van dat vuurwerkverbod. Dat zal tegen dovemansoren, – no pun intended, zeggen de Britten dan -, gericht zijn, want de politiek durft er niet aan.

Wel zijn er in een aantal gemeenten vuurwerkverboden, maar die worden niet gehandhaafd. Waarschijnlijk moeten er eerst meer dan een handvol doden vallen, wil men serieus over een verbod nadenken. ‘Gedogen kost ogen’, zei een Rotterdamse oogarts. Maar dat is klaarblijkelijk niet erg genoeg.

Daar kan je een paar dingen over zeggen.

Om te beginnen is een overheid die niet in staat of bereid is zijn eigen dienaren te beschermen geen knip voor haar neus waard. Het ondermijnt het moreel en het is een klein wonder dat die politiemensen, ambulancepersoneel en brandweerlieden elke keer weer uitrukken. Als ze het een keer zouden vertikken, zou ik niet raar opkijken. In andere bedrijfstakken legt men om minder het werk neer.

Daarnaast verliest de overheid nog meer aan haar toch al niet overmatige gezag. Er wordt veel, al dan niet terecht, geklaagd over de onbetrouwbare overheid. Maar als je vertrouwen wil terugwinnen moet de burger weten waar hij aan toe is. In Rotpokkkenweer een vuurwerkverbod afkondigen, dat je niet handhaaft, terwijl in het naburige Bloemkoolstronkenradeel de vuurpijlen je om de oren vliegen. Dat kun je met de beste wil van de wereld geen behoorlijk bestuur noemen.

Dat weten ze in Den Haag natuurlijk ook, althans dat mag je hopen. Maar waarom komt dat vuurwerkverbod er dan niet?

Een vuurwerkverbod betekent een verkoopverbod en dat is niet af te dwingen, zegt men. De knallers zouden hun bommen en granaten uit België en Duitsland halen of zelf gaan knutselen. Daar kun je iets aan doen. Met de buurlanden zou je kunnen afspreken dat houders van een Nederlands paspoort geen knaltuig kunnen kopen. Zeker in het begin zal het niet waterdicht zijn, maar bij strikte handhaving zal het op den duur werken. En als een knaller bij het knutselen van zijn eigen bom een hand of een oog verliest, is dat verschrikkelijk voor hem, maar voor zijn omgeving gaat er waarschijnlijk een afschrikwekkende werking vanuit.

Naast die praktische overwegingen hoor je vaak dat ‘de goeden niet onder de slechten mogen lijden’. Verder is het ’traditie’ en ‘gezellig’. Ook hoor je wel dat ‘ze ons Zwarte Piet al hebben afgepakt en nu willen ze ook het vuurwerk afnemen’. Tja, palingtrekken was in de Amsterdamse Jordaan ook traditie en vast gezellig maar dat werd uiteindelijk toch verboden. Traditie lijkt me geen reden om activiteiten die blijvende schade aanrichten aan mens en dier, in ere te houden.

Ik vermoed dat de belangrijkste reden voor het uitblijven van een vuurwerkverbod angst voor de burger bij centrum-rechts is. De burger mag niet mishaagd, laat staan voor het hoofd gestoten worden, en al helemaal niet door de ‘elite’. Het onbehagen zou nog groter worden en het verbod zou de populisten ‘in de kaart spelen’. Dat zal best, maar om die reden een verstandige en effectieve maatregel niet invoeren, is een zwaktebod. En getuigt van lafheid.

Ik herinner me dat zo’n 50 jaar geleden het land op zijn kop stond omdat de overheid het omdoen van de veiligheidsgordel wilde verplichten. Dat was niet alleen een inperking van de vrijheid van de automobilist maar zou zelfs de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Een vastgesnoerde chauffeur zou niet snel en doelmatig kunnen handelen. Dat was natuurlijk flauwe kul en de overheid zette het verbod èn handhaving door. Het aantal verkeersdoden en -gewonden nam aantoonbaar af.

Dus zeg niet dat een vuurwerkverbod onmogelijk is. Je moet het alleen durven.