Mitt Romney, een van de weinige Republikeinen die het tegen Donald Trump durft op te nemen, stelt zich volgend jaar niet herkiesbaar voor een nieuwe termijn in de Amerikaanse Senaat. Met zijn 76 jaar voelt hij zich daarvoor te oud en hij wil ruimte maken voor een jonger iemand. Bij zijn aankondiging riep hij president Joe Biden en oud-president Trump op hetzelfde te doen. Maar zij hebben zich al gemeld voor de presidentsverkiezingen van november 2024. Zoals de kaarten nu liggen gaan beide politici het in de herfst van volgend jaar tegen elkaar opnemen. Biden heeft in zijn eigen Democratische Partij geen serieuze concurrenten, en Trump ligt straatlengtes voor op de andere Republikeinse kandidaten.

Biden is nu bijna 81 jaar en zou 86 zijn als hij zijn tweede termijn volmaakt, in januari 2029. Trump is 77 en zou dan 82 zijn. Het zijn dus dik bejaarde mannen. Het verschil tussen de twee is trouwens veel groter dan de vier jaar die hen scheiden. Donald maakt ondanks zijn ongezonde levensstijl met weinig sport (behalve golf) en veel Big Macs een energieke indruk. Op campagnebijeenkomsten praat hij moeiteloos twee uur achter elkaar – weliswaar veel onzin, maar dat maakt de fysieke inspanning er niet minder om. Biden is een broze, ouwe man die niet loopt maar schuifelt en elk moment lijkt te kunnen vallen (en dat ook regelmatig doet), eerder moeizaam en onverstaanbaar mompelt dan helder praat en die soms niet helemaal bij de les lijkt te zijn. In een interview dreef Trump onlangs de spot met hem: ‘Hij beweegt zich voort alsof-ie geen benen heeft maar op tandenstokers loopt en hij kan nog geen strandstoeltje optillen.’

Van Trump hoef je niet te verwachten dat hij op de aansporing van Romney ingaat. Hij haat de man en maakt hem regelmatig belachelijk. Zo wijst hij er voortdurend op dat Romney in 2012 van Barack Obama verloor terwijl hijzelf vier jaar later Hillary Clinton versloeg. Bovendien is Donald uit op wraak voor zijn verlies in 2020 dat hij overigens nog steeds niet wil erkennen.
In het geval van Biden ligt het een stuk gevoeliger. Officieel is hij volgend jaar de onbetwiste kandidaat van de Democraten. Biden is een partijrot, al meer dan een halve eeuw politiek actief, de man die Trump drie jaar geleden wist te verslaan en dat volgend jaar ook wel weer kan; de peilingen wijzen daar ook op. Bovendien is hij een goede president, al is zijn populariteit onder de Amerikanen niet om over naar huis te schrijven.

Binnen de partij is er (nog) niemand die het tegen hem durft op te nemen. Het wordt ook als deloyaal gezien om je kandidaat te stellen tegen een partijgenoot die in het Witte Huis zetelt. Het kan ook heel slecht uitpakken voor de partij: kijk naar wat er in 1980 gebeurde toen Edward Kennedy de zittende en zwakke president Jimmy Carter uitdaagde. De pindaboer uit Georgia, zoals Carter werd genoemd, wist de voorverkiezingen weliswaar te winnen maar ging daarna wel verzwakt de strijd aan tegen de Republikein Ronald Reagan die vervolgens dan ook met vlag en wimpel won.

Maar binnen de top van de Democratische Partij nemen de zorgen wel toe over het optreden van Biden. De man ziet er zo afgetobd aan, kan hij een zware verkiezingscampagne en nog eens vier jaar presidentschap wel aan? Bovendien blijkt uit enquêtes dat een meerderheid van de Amerikanen (77 procent) wil dat hij zich wegens zijn leeftijd niet opnieuw kandidaat stelt; ook de Democratische kiezers zien dat niet zitten. Trump heeft met hetzelfde te maken: hij wordt eveneens als te oud beschouwd.

Politieke commentatoren beginnen zich ook te roeren. In The Washington Post schreef David Ignatius, een gezaghebbend journalist, dat Biden heel veel verdiensten voor het land heeft gehad. De grootste daarvan was dat hij in 2020 Trump wist te verslaan. Maar hij zou nu het land juist een dienst bewijzen als hij zich niet kandidaat zou stellen voor een tweede termijn.
Probleem voor Biden is de strafzaak tegen zijn zoon Hunter, officieel vanwege illegaal wapenbezit (bij de aanvraag van een vergunning verzweeg hij zijn drugsprobleem), maar volgens de Republikeinen speelt er veel meer. Hunter was zakelijk actief in China en Oekraïne (nog voordat Rusland dat land binnenviel) en zou daarbij de hulp gehad hebben van zijn vader, vooral in de tijd dat die vicepresident was. Hunter leek een deal te hebben gesloten met justitie over een schikking rond die wapenvergunning en belastingperikelen, maar die ketste af. Daarom komt er nu een proces en kan hij veroordeeld worden tot een gevangenisstraf. De rechtszaak, die de Republikeinen zullen uitbenen, kan ronduit vervelend uitpakken voor Joe Biden.

De sterkste troef van de zittende president is dat er geen voor de hand liggend alternatief voor hem is die zijn rol als kandidaat soepeltjes kan overnemen en die Trump of welke andere Republikeinse kandidaat dan ook zou kunnen verslaan. Ook vicepresident Kamala Harris is dat niet. Zij weet zich in haar functie nauwelijks te profileren, al is dat naast een controlfreak als Biden ook niet makkelijk. Republikeinen richten inmiddels hun pijlen op haar waarbij nauwelijks verholen racistische elementen een rol spelen – Harris is van Afro- en Aziatisch-Amerikaanse afkomst. Op zijn beurt wil en kan Joe Biden haar niet opzijzetten als running mate, want dat zou door haar aanhang absoluut niet worden gepruimd.