FIs het beroepsdeformatie dat ik stereo luister? Ik bedoel, dat ik altijd links en rechts flarden van gesprekken en losse zinnen opvang die niet voor mij bestemd zijn.
Nee, ik bedoel geen bewust afluisteren. Maar terwijl ik zèlf met anderen in gesprek ben hoor ik vaak wat mensen in m’n omgeving tegen elkaar zeggen: op ’n terras, op straat; in ’n restaurant en in trein, tram en bus.

Flarden van gesprekken vind ik vaak intrigerender dan het hele verhaal:

… het is geen leuk jong. Laatst roept ‘ie tegen me…
… en weet je waar ze die sleutels had gelaten? Gewoon in…
… nee, nee, nee. Hij belde mij bijna huilend om te zeggen dat…
… mens, hou op. Het is meer dan tien uur rijden. En als je er bent dan zie je…
… oh ja? Zo goed als nieuw? Dat ding? Nou, dan ben ik óók zo goed als nieuw, zei ik nog…
… zo’n zalvende zeikerd aan je tafeltje om te vertellen wat je moet gaan proeven. Ik heb…
… welnee, dat waren geen echte bloedkoraaltje. Zou ze wel willen. Het waren…
… echt?, en als je er wat meer melk bij doet?…
… zo elitair. Blokfluit was niet goed genoeg. Het moest zo nodig..
… ik zeg, nou moet je eens goed luisteren met je gore…
… hij deed aan God noch gebod, maar ineens…
… je weet wel, die met die blonde krullen, die me laatst nog…
… en niks is haar te veel, ze pakte zelfs…
… als ma nog geleefd had dan…
… hoezo, te weinig olie? Je moet eens naar je eigen…
… en toen kreeg ze een heel klein pakje met een grote..
… oh nee hoor, hij gelooft echt in niks en niemand, behalve in de pastor die…
… zwanen?, hou op. Ik ben ooit…
… konijnen? Weet je dat wel zeker? Konijnen?, waren het geen…

Dat soort halve zinnen. Heerlijk om ze aan te vullen, of er een compleet verhaal bij te verzinnen. Een goede verstaander heeft tenslotte aan een half woord genoeg.

Eergisteren nog liep ik een paar passen naast twee vrouwen die druk in gesprek waren.
Bij het passeren hoorde ik een van hen zeggen ‘… zo zielig, joh. Hij wilde net een nieuw leven beginnen toen ‘ie overleed. Hij had nog zo graag…’.
Zielig, ongetwijfeld. Maar ja, je krijgt nu eenmaal geen twee levens voor de prijs van een.

Zo’n toevallig opgevangen halve zin zet prompt m’n fantasie in werking.
Wie was die overledene? Een familielid, of gewoon een kennis?, een buurman, een lid van hun bridgeclubje of van het gemengd zangkoor?
En waarom wilde hij een nieuw leven beginnen?, vroeg ik me af.
Misschien was ‘ie houthakker die nu eindelijk aan de slag kon als boswachter, of iemand die na een vechtscheiding de scherven bij elkaar had geveegd?
Had ‘ie nog graag in Groenland een ijssalon willen beginnen?, of was ‘ie van lopend drankorgel veranderd in een nuchtere idealist die nog zo graag…

‘Ja wat?, vraag ik me dan af, terwijl ik de overledene niet eens ken. Misschien was ‘ie graag nog ’n keertje naar Lourdes gegaan?, of had ‘ie een Sint Bernardshond willen aanschaffen, een snelcursus parachutespringen willen volgen?, of met z’n nieuwe liefje op een elektrische tandem naar Bilbao willen fietsen…

Een nieuw leven willen beginnen terwijl het oude nog niets eens afgelopen is. Dat kan alleen maar bij wijze van spreken. En als het oude voorbij is dan zien we wel verder, en mag je hopen/geloven dat er een nieuw komt.