Auteur Pius de la Rey

Het geluk dat vliegje heet

Soms overkomt je iets waarvan je direct beseft dat het een diepere betekenis heeft. Van alles wat zelfs maar riekt naar spiritualiteit, krijg ik koude rillingen. Astrologen, Jomanda’s en ander gespuis mogen wat mij betreft verbannen worden naar Oekraïne, Hongarije,… Verder lezen →

Blinde beloften

Het moment waarop ik mijn gezichtsvermogen verloor, beschouw ik inmiddels als een van de beste van mijn leven. Niet zo lang geleden heb ik dit gebrek misschien wel over mezelf afgeroepen. Ik herinner me dat ik op het terras zat… Verder lezen →

Ik haat mama!

Ja hoor, ik zie het al helemaal voor me hoe u mij nu al een onvoldoende geeft voor mijn schrijfopdracht. Reken maar dat ik argumenten wil horen voor dat cijfer. U heeft toch zeker zelf de opdracht gegeven een opstel… Verder lezen →

Hoe ik, Johannes Vermeer, het meisje met de parel leerde kennen en verloor

De ellende begon in 1660. Niet lang daarvoor was ik getrouwd met Catharina. Alsof dát niet genoeg voeten in de aarde had gehad. Voordat Maria Thins, haar moeder, toestemming had gegeven voor het huwelijk, had ik me moeten bekeren tot… Verder lezen →

De laffe kattenmepper

Marloes deed van binnen de deur open nog voor hij de sleutel in het slot had kunnen steken. Zenuwachtig liet Messive zijn sleutelbos op de waalsteentjes vallen, een kletterend geluid. Beschaamd raapte hij zijn sleutels op. ‘Oh, oh, domme jongen,’… Verder lezen →

Karel

Zelfs met mijn leren jack en dikke trui had ik het koud op het terras. Voor rokers was er helaas geen andere plaats. Ongevraagd schoof er een vreemde aan. De man droeg een tuinbroek van spijkerstof met een wit mouwloos… Verder lezen →

© 2024 Dwarsliggers — Ondersteund door WordPress

Thema door Anders NorenOmhoog ↑