Het centrale punt op het VVD-congres van gisteren was de vraag of de partij  haar leider Dilan Yeşilgöz zou handhaven of dat ze haar weg zou sturen.

Voor dat laatste viel heel veel te zeggen. Sinds zij de liberalen leidt, zijn die gezakt van 34 naar 24 zetels in de Tweede Kamer. Ze zijn niet meer de veruit grootste partij, maar de nummer 3. In de opiniepeilingen zijn ze inmiddels nog veel verder gedaald.

Of dit allemaal aan Yeşilgöz ligt, kun je bediscussiëren. Maar een meerderheid van de VVD-leden (en vooral -stemmers) is bepaald niet onder de indruk van de manier waarop ze campagne heeft gevoerd. Ze zette de deur voor de PVV van Geert Wilders eerst op een kier. Daarbij ging ze ervan uit dat haar partij de grootste zou blijven. Toen dat niet het geval bleek (de PVV is sinds de verkiezingen met 37 zetels onbedreigd de nummer I) raakte zij in paniek. De voormalige Turkse vluchtelinge wees de rechtsextremisten eerst van de hand, om daarna alsnog zoete broodjes te bakken. Allemaal niet heel erg sterk.

Van een partijleider wordt verwacht dat zij (of hij) wel sterk opereert. Er was dus alle reden om haar haar congé te geven.

Toch gebeurde dat niet, en ook daarvoor valt een en ander te zeggen. Yeşilgöz zal de partij moeten blijven aanvoeren tot de volgende verkiezingen. Op dat moment is het – mag je althans aannemen – wegwezen geblazen voor haar. Maar eerst moet ze de gifbeker helemaal leegdrinken.

Dat wil zeggen dat ze met haar partij (gedoog)steun moet geven aan het eerste kabinet-Wilders, of wie ook de premier wordt. Ze zal dat – neem ik aan – vanuit de Tweede Kamer gaan doen. Dan heeft ze de handen vrij om de regering bij de eerste beste gelegenheid naar huis te sturen. Voor haar partijgenoten die in dat kabinet zitten wellicht een beetje sneu, maar het is niet anders.

Pas als definitief vaststaat dat regeren met de PVV een volstrekt zinloze  bezigheid is, kan er een motie van wantrouwen (van de oppositie) worden gesteund, waardoor het kabinet ten val komt. Yeşilgöz maakt plaats voor iemand anders en – zo hopen ze vermoedelijk bij de VVD – haar partij weet zich weer op te werken tot de eerste plek.

Van Wilders en zijn club zullen ze weinig last meer hebben, omdat die heeft aangetoond dat er met hem niet samen te werken valt. Eigenlijk was dat al duidelijk, want in het eerste door de VVD geleide kabinet was hij gedoogpartner. Maar sindsdien zijn er meer dan tien jaar voorbijgegaan, dus er valt enig begrip op te brengen voor het idee om het nog eens te proberen.

Dat is het gang van zaken die de liberalen – zo veronderstel ik – voor ogen hebben. Of Yeşilgöz daarvan op de hoogte is valt te betwijfelen. In elk geval waarschijnlijk niet formeel.

Er is bovendien één probleempje. De VVD heeft niemand die de plek van Yeşilgöz kan innemen. Dat  probleem speelde ook al toen Mark Rutte er nog zat. Hij valt kennelijk niet op te volgen. In elk geval niet zonder flinke electorale klappen.