Ik kan me voorstellen dat menig Jood in de diaspora de afgelopen week uit het raam keek en bij zichzelf zei: zie je wel. ‘Het is hier niet kosjer. Misschien moeten we nog niet vrezen voor onze lijf en leden, maar pluis is het niet’. Ook als je als niet-Jood uit het raam keek, kon je weinig anders dan hem gelijk geven.

Sinds de pogrom van 7 oktober heeft het antisemitisme dat natuurlijk nooit is weg geweest een onvoorstelbare comeback gemaakt. In Duitsland, ‘het land van de daders’, verscheen hier en daar weer een hakenkruis op een muur of deur en vloog een molotov-cocktail richting een synagoge. Sympathisanten van Hamas, een terreurorganisatie van het type Isis, zingen wereldwijd ‘From the river to the sea’, een oproep tot de vernietiging van Israel, misschien niet inclusief de bewoners, maar als Jood zou ik er niet gerust op zijn. Dan is er nog het ongemak van het inmiddels alledaagse antisemitisme. Politie voor de deur bij scholen en synagoges, afzeggen van bijeenkomsten en geen keppeltje dragen als je de deur uitgaat.

Op diverse plaatsen werd zondag de Holocaust herdacht. In Amsterdam moest de plechtigheid extra beveiligd worden, maar minister-president Mark Rutte en burgemeester Femke Halsema namen hun verantwoordelijkheid. In New York liet de secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, verstek gaan. De zelfbenoemde ‘bruggenbouwer en vredestichter’ die de bescherming van de  ‘menselijke waardigheid’ tot zijn hoofdtaak heeft uitgeroepen vond het niet nodig de meest misdadige schending van die waardigheid te gedenken.

Goed, zult u misschien zeggen. Dat getuigt niet van goede smaak, maar sinds Israel doende is Gaza naar het stenen tijdperk te bombarderen, moeten we niet  raar opkijken. Of zoals de grote denker Johan Derksen onmiddellijk na 7 oktober verklaarde: de Joden hebben het wel over zichzelf afgeroepen. Joden en Israeli’s, allemaal een pot nat. Allemaal aanhangers van Netanyahu en allemaal willen ze Palestijnen uitroeien.

In het Haagse Vredespaleis had Zuid-Afrika een zaak aangespannen tegen Israel. De Joodse staat werd ervan beschuldigd in Gaza genocide te plegen. Als niet-Jood fronste ook ik mijn wenkbrauwen. Over de juridische merites van de zaak ga ik me als niet-jurist geen oordeel aanmatigen. Maar of Zuid-Afrika het aangewezen land is om Israel voor de rechter te slepen? De behandeling van de Palestijnen door Israel gelijkstellen met de apartheid, valt inderdaad nog te billijken. Alleen, de regering in Pretoria zweeg en zwijgt in alle talen over het bloedbad in Syrië, de ‘genocide’ op de Oeigoeren in China, de Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne en wat er op het eigen continent aan verschrikkingen plaatsvindt. Dat is, leerde ik op school, meten met twee maten, dubbele moraal en hypocriet en dat door een land dat, tussen haakjes, hard op weg is een failed state te worden.

Daar kun je je schouders over ophalen, zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Dat zullen veel Joden en Israeli’s waarschijnlijk ook doen. Daar weten ze na een paar duizend jaar vervolging en helemaal sinds de Holocaust allang dat de ‘internationale gemeenschap’ een wassen neus is. Dat medewerkers van de UNWRA betrokken zouden zijn geweest bij de pogrom, zal ze misschien verrast hebben. Maar vermoedelijk toch ook weer niet helemaal. De UNWRA, de VN-organisatie in Gaza, is al vaker in opspraak gekomen wegens antisemitisme, discriminatie en ander ‘grensoverschrijdend gedrag’. Den Haag zette in 2019 om die redenen de subsidie tijdelijk stop.

In de polder blazen we uiteraard op de eigen bescheiden schaal dapper ons partijtje mee. De universiteit van Leiden heeft een docent in dienst die ‘de ontstaansgeschiedenis van Israel’ als specialisme heeft. Die docent riep op een pro-Hamas demonstratie dat er een ‘bom op Tel Aviv moet worden gegooid’. Dat is zijn goed recht, we hebben vrijheid van meningsuiting tenslotte. Of het kies is, of van historisch inzicht getuigt, is een andere kwestie. Rector magnificus prof. dr. ir. Hester Bijl, draaide ongemakkelijk om de hete brij heen. Ze zei niet, ‘hij heeft het recht om dat te zeggen, wat u en ik daar ook van vinden’. Ze zweeg omdat ‘ze de privacy van de medewerker wilde beschermen’. Dat mag natuurlijk ook, maar het laat wel een nare bijsmaak achter. Of liever, je kon de lucht opsnuiven van institutionele lafheid en politieke correctheid.

In Utrecht maken ze het nog bonter. Daar stelt de Hoge School een serie lezingen over de Holocaust tot nader orde uit. U moet niet denken dat dit onder druk van ‘buiten’ gebeurt. Welnee. Er waren weliswaar ‘signalen’ waardoor de veiligheid van de sprekers, studenten, docenten en bezoekers’ niet gewaarborgd kon worden, maar men was daar niet voor gezwicht. Over de aard van die signalen wilden men verder niets zeggen. Wel dat de reden van het uitstel is dat men ‘de gebeurtenissen van 7 oktober en daarna in breder perspectief wil plaatsen met meer ruimte voor afwijkende meningen en opvattingen’. Kortom, met de gebruikelijke eufemismen van dien (‘gebeurtenissen…’) meer aandacht voor de ‘context’. Het kan aan mij liggen maar ‘context’ lijkt steeds vaker het alibi om vooral geen ruggengraat te hoeven tonen. Het klinkt bovendien ook nog keurig academisch verantwoord.

Intussen hoor je van Joden die zich vooral als Nederlanders, Amerikanen, Belgen, Fransen, Britten en, jawel, Duitsers zagen, dat ze zich steeds meer Joods voelen. Sommigen overwegen zelfs wat ze tot voor kort voor volstrekt ondenkbaar hielden. Emigratie naar Israel. En als je uit het raam kijkt, kan je ze moeilijk ongelijk geven.