Oppositie voeren is heel iets anders  dan regeren. Dat is PVV-leider Geert Wilders in de voorbije week nog eens volstrekt duidelijk gemaakt. In de affaire over het afschaffen van het eigen risico in de zorg werd hij meedogenloos getrakteerd op een koekje van eigen deeg. De linkse partijen in de Tweede Kamer riepen de PVV-fractie op een motie daarover te steunen. In de verkiezingscampagne had Wilders zich immers bijzonder sterk gemaakt voor het onmiddellijk schrappen van het eigen risico. Dan zouden hij en zijn fractie toch zeker willen stemmen vóór een verzoek dienaangaande van de Kamer?

Maar de PVV is niet langer alleen maar een oppositiepartij, die vrijblijvend van alles kan roepen. Ze onderhandelt in de kabinetsformatie ook met VVD en NSC, en die zijn allebei tegen het schrappen van het eigen risico. Wilders en zijn partij moeten met hun belangen rekening houden, of in elk geval met hun standpunten.

In de politiek zijn er aanvallers en verdedigers. Aanvallers zijn agressief en scherp en hebben een feilloos gevoel voor de zwakke plekken van de tegenstander. Ze zeggen waar het op staat en zetten hun mening vaak nog wat steviger aan ook. In de Tweede Kamer zijn ze bijna niet weg te slaan bij de interruptiemicrofoon.

Verdedigers daarentegen rekken tijd, verbergen zich achter een mist van woorden en houden hun ware bedoelingen zorgvuldig voor zich. Verdedigers blinken uit in het doen van nietszeggende mededelingen waar niemand ooit vat op krijgt.

Het eerste is, zal Wilders inmiddels moeten erkennen, een stuk makkelijker dan het tweede. Voortdurend minzaam glimlachen en je inhoudsloze boodschappen blijven herhalen valt niet mee en je wint er in elk geval geen verkiezingen mee.

De meeste leden van het kabinet behoren tot de categorie van de verdedigers. Ze zijn zo gewend te grossieren in halve waarheden en soms hele leugens dat ze niet eens meer beseffen dat ze dat doen.

Je hebt ook wel politici die zowel kunnen verdedigen als aanvallen. Demissionair premier Mark Rutte bijvoorbeeld, al blinkt hij toch meer uit in het eerste. Maar aan het begin van zijn carrière zat hij nog in de oppositie. Toen kon hij meedogenloos te keer gaan tegen het toen zittende kabinet. Ook in sommige verkiezingscampagnes was Rutte een wonder van ongenuanceerdheid.

Wilders is daarentegen een typische aanvaller. De kunst van het verdedigen heeft hij nooit hoeven te beoefenen. Dat was niet nodig. Behalve in zijn VVD-tijd dan, maar toen hoorde hij niet bij de kopstukken van de fractie.

Soms – in het eerste kabinet-Rutte, toen hij gedoogpartner was – zou het een beetje van pas zijn gekomen als hij ook kon verdedigen en ook toen bleek al dat hij er eigenlijk niet geschikt voor was.

Ik voorzie dat hij nog een moeilijke tijd tegemoet gaat. Allerlei achteloos gedane verkiezingsbeloftes krijgt hij straks op zijn brood. Behalve het eigen risico in de zorg zal hij ook vastlopen bij het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar, de huurverlaging  in de sociale woningbouw en meer onderwerpen die veel geld kosten.

Dit alles staat nog los van het feit dat hij te weinig geschikte personen heeft om alle sleutelposities die hem gezien de verkiezingsresultaten van zijn partij toekomen te bezetten.

Ik zou iedereen dan ook willen oproepen niet op de PVV te stemmen. Helaas is het daarvoor wat de huidige situatie betreft te laat.