“Wie schrijft die blijft”. Is dat zo?, vraag ik mij af. Oude geschriften worden aangetast door vraat en vergaan tot stof. Boeken worden verbrand, omdat de inhoud niet bevalt. Dat deden de eerste keizer van China, Qin Shi Huangdi in 213 v.Chr. én de christelijke kopten in 392 met de bibliotheek van Alexandrië én de nazi’s in 1933 met boeken van joodse schrijvers én de Amerikaans christenen met de Harry Potter-boeken van J.K. Rowling én…

In Irak, eens het oude Mesopotamië, vond men duizenden jaren oude kleitabletten. Het spijkerschrift erop was goed leesbaar, een oud verhaal werd aan de vergetelheid onttrokken: het Epos van Gilgamesj, koning van Uruk, een 4000 jaar oud literair meesterwerk, ouder dan de Griekse Illias en de Indiase Bhagavad Gita.

Koning Gilgamesj misdraagt zich en roept de toorn van de goden over zich af. Zij sturen Enkidu op hem af, een wildeman, die zich in de bossen ophoudt in een natuurlijke staat, zo ongeveer als Adam en Eva voor de zondeval. Gilgamesj en Enkidu raken slaags met elkaar, het gevecht eindigt onbeslist, de twee worden vrienden. Samen beleven zij vele avonturen en doden Humbaba, het monster van het cederwoud. De goden beschouwen de dood van Humbaba als verraad van Enkidu, maken hem ziek waarna hij sterft.

“Om zijn vriend Enkidu treurt Gilgamesj.

Bitter wenend zwerft hij door de wildernis, (zeggend):

Ook ik zal sterven; en zal ik dan niet als Enkidu zijn?”       (Tablet 9 regel 1-3)

Op zoek naar de onsterfelijkheid zoekt Gilgamesj hulp bij Ut-napistim, de veerman van de Wateren des Doods, Hij die het eeuwige leven vond.

“Probeer eerst maar zes dagen en zeven nachten te waken!

Nauwelijks had Gilgamesj zich neergezet, het hoofd op de knieën

Of de slaap overspoelde hem als een nevel.”                       (Tablet 11 regel 208-210)

Gilgamesj krijgt nog een kans. Op aanwijzing van Ut-napistim duikt hij uit zee een verjongingskruid op, dat in een ogenblik van onoplettendheid wordt opgegeten door een slang. Gilgamesj komt tot inkeer: een mens kan niet onsterfelijk worden, voor altijd blijven is onmogelijk.

Hoewel? Niet als naam en toenaam op een kleitablet worden weergegeven. Morgen een bonk klei aanschaffen.