Zou Rutte IV er nog lang zitten? Als je de recente ontwikkelingen in het stikstofdossier bekijkt is er alle reden om somber te zijn over de toekomst van het kabinet.

Afgelopen vrijdag heeft de regering van dit land (eindelijk) een akkoord bereikt over de stikstofreductie die ze noodzakelijk acht. Dat akkoord komt erop neer dat heel wat boeren hun bedrijf moeten sluiten. Zonder een drastische inkrimping van de veestapel is het niet mogelijk te voldoen aan een uitspraak van de Raad van State uit 2019. Volgens de hoogste bestuursrechter wordt de natuur in Nederland bij lange na niet voldoende beschermd. Zolang de uitstoot van stikstof niet stopt, mogen allerlei bouwprojecten geen voortgang vinden.

Het kabinet stond dus met de rug tegen de muur. Het moest wel ingrijpen. Maar tegen zijn plannen rees al heel snel woedend verzet. Vrijwel meteen kreeg verantwoordelijk minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) thuis bezoek van een groepje schuimbekkende boeren, die kwamen vertellen dat ze woedend waren en schuimbekten. De dag daarna haalde tijdens een VVD-congres een motie een (nipte) meerderheid om het stikstofbeleid aan te passen in voor de landbouwwereld gunstige zin.

Nu zou de VVD-top die motie nog kunnen negeren met als motivatie dat partijleden de Kamerfractie niet voor de voeten moeten lopen. Minister Van der Wal, een partijgenote, wil het stikstofbesluit immers gewoon doorzetten. Maar dat is een stuk lastiger nu ook het CDA – plattelandspartij bij uitstek – zich tegen de plannen verzet. En met het CDA bedoel ik tevens de fractie. Beetje raar, want de partijleider van het CDA, Wopke Hoekstra, zit in het kabinet. Hij is vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken. Hoekstra heeft zich voor zover bekend neergelegd bij het kabinetsbesluit over de stikstofreductie. Zijn eigen fractie fluit hem derhalve terug.

Maar goed: twee coalitiepartijen hebben aanzienlijke bezwaren tegen de stikstofkoers. De twee anderen niet, of in elk geval veel minder.

D66 staat nog steeds vierkant achter het kabinetsvoornemen. Kamerlid Tjeerd de Groot waarschuwde dat zijn fractie de regeringspartijen zal houden aan de afgekondigde reductiedoelstellingen. Zij moeten de boeren ‘geen valse hoop geven’, zei hij.

De ChristenUnie profileert zich weliswaar eveneens als een partij voor de boeren, maar zij heeft nog niet gezegd dat ze de stikstofmaatregelen van het kabinet níet wil. Bovendien is zij via geestverwant landbouwminister Henk Slaghouwer sterk met het beleid verbonden.

Met andere woorden: het stikstofplan van het kabinet moet volgens één regeringspartij ‘fundamenteel veranderen’, terwijl in een andere regeringspartij sprake is van veel verzet. Weer een andere regeringspartij wil juist dat het kabinet vasthoudt aan zijn voornemens. De vierde coalitiepartner, de ChristenUnie dus, kan het nauwelijks maken er afstand van te nemen. Zij heeft tenslotte de mond altijd vol van het milieu en de natuur.

Hoe hier nog uit te komen? Misschien is het handiger om na te gaan welke partij er baat zou hebben bij een kabinetscrisis. Zoals bekend vallen regeringen in Nederland (en elders) niet vaak als geen van de coalitiegenoten daar voordeel van verwacht.

We krijgen dan het volgende beeld. VVD en CDA staan allebei slecht in de peilingen. Het CDA dreigt zelfs meer dan de helft van zijn zetels te verliezen. De VVD heeft bovendien geen opvolger voor partijleider Mark Rutte. D66 zou wel de verkiezingsstrijd in kunnen met het stikstofbeleid als inzet, maar ook deze partij doet het beroerd in de polls. Bovendien is haar leider, Sigrid Kaag, sterk omstreden.

De enige coalitiepartner die virtueel op winst staat, en dan ook zou kunnen profiteren van verkiezingen, is de ChristenUnie. Zij zou volgens de koffiedikkijkers van deze wereld wel eens twee zeteltjes kunnen stijgen: van vijf naar zeven. Toch denk ik niet dat de ChristenUnie het zal aandurven om het kabinet op te blazen. De partij is tenslotte kampioen meloenen slikken. Opstandigheid zit niet in haar karakter.

Kortom: ik vermoed dat de vier partijen het uiteindelijk eens zullen worden over een – naar ik mag aannemen – zeer ingewikkeld compromis. Hoe dat er zal uitzien? Ik heb werkelijk geen idee. Dat mag Rutte gaan verzinnen.