Wat doet een politicus die bij onderhandelingen een zware nederlaag lijdt? Zo’n politicus kan zich gedragen alsof hij (zij) enorm heeft gewonnen. Alsof hij na lang soebatten op bijna alle punten zijn zin heeft gekregen.

Ik heb de indruk dat PVV-leider Geert Wilders daarop uit is. Dat hij van zijn medeonderhandelaars in de kabinetsformatie niet het groene licht zou krijgen in de discussie over het verminderen van de migratie liet zich raden. Misschien wel van bijwagen BBB en mogelijk zelfs van de VVD, maar niet van NSC-leider Pieter Omtzigt. Die heeft geen zin om tegen alle internationale verdragen en tegen de grondwet in een dijk om Nederland te leggen, waar geen enkele buitenlander nog doorheen komt.

En dat is toch de liefste wens van Blonde Geert. Hij wil het aantal moslims en roetmoppen in dit land niet met ook maar één vermeerderen. Daarvoor heeft hij toegezegd ‘keihard te zullen knokken’.

Helaas voor hem, maar Pieter wil die dijk niet. Er valt met hem zelfs niet over te praten. Telkens komt hij weer aanzetten met zijn staatsrechtelijke argumenten. Om van over je nek te gaan!

Maar Wilders heeft Pieter keihard nodig om aan een Kamermeerderheid te komen. Andere smaken zijn er jammer genoeg niet. Dat wordt dus inleveren. Als hij niet toegeeft aan het NSC loopt het weg. Dan is Geert nog veel verder van huis.

Dus in ’s hemelsnaam maar inbinden. Iets anders zit er niet op. Natuurlijk niet zonder slag of stoot. Voor de bühne wil Wilders scoren.

Daarom heeft hij het volgende scenario uit de kast getrokken. Eerst heel lang dwarsliggen. Daarna plechtig opstaan en zeggen dat je dit niet voor je rekening kunt nemen. Dat je je electoraat iets anders hebt beloofd. En dan de formatiebespreking verlaten. Benadrukken dat je nog eens even heel diep wil nadenken. Wel laten doorschemeren dat je nog terugkomt uiteraard. Die vervelende Omtzigt mocht eens denken dat het afgelopen is en godbetert een vervolgoverleg met Timmerfrans beginnen!

Zo, je bent weg. Nu nog een stevig twitterbericht erover heen dat je ‘een stevig robbertje wil praten’ over het migratiedossier en dan er verder het zwijgen toe doen. Laat ze maar denken dat je echt boos bent opgestapt.

De volgende dag meld je je – precies als je beloofd had – weer keurig bij de onderhandelingen. Het gesprek levert uiteraard niets op, wat je ook niet verwacht had. Voor de zekerheid laat je in een pauze tegenover journalisten blijken dat je nog steeds ontevreden bent.

De onderhandelingen gaan verder, tot zeer ver achter de komma, zoals in kabinetsformaties gebruikelijk. Je krijgt niet je zin. Niettemin maak je na een tijdje duidelijk dat je het resultaat niet zo slecht vindt. Sterker nog: je bent bereid je handtekening eronder te zetten.

Je achterban denkt dat je eruit hebt gesleept wat eruit te slepen viel. Wat in zekere zin ook waar is. Het resultaat mag dan op de keper beschouwd tegenvallen, je blijft een held. Althans in hun ogen.

Zou het zo niet gaan? Ik ben er niet zeker van, maar het zou me verbazen als het anders was. Heel erg verbazen zelfs.