De dood van Koningin Elizabeth, ’the Queen’, (moge ze eindelijk rusten in vrede) heeft mij geïnspireerd tot enige losse overpeinzingen over het fenomeen monarchie. Niet over de specifiek Britse of Nederlandse variant, die laatste komt zeker aan bod, maar meer in het algemeen.

De erfopvolging is een achterhaalde instelling. Je moet naar afwachten wie de troon bestijgt. Je kan geluk hebben, al kan ik  me dat in het Nederlandse geval niet voor de geest halen, maar ook, meestal,  een minkukel krijgen. Ze hebben te weinig te doen en zoals we vrijwel dagelijks kunnen zien, komt van ledigheid narigheid en op zijn minst mallotigheid. De net benoemde Britse vorst ging graag in gesprek met de bomen op zijn landgoed. De onze scheurt het liefst met een patserige speedboot door de Griekse wateren of schiet met zijn maten weerloze dieren dood op zijn landgoed. Aan u de keus wat kwalijker is.

Je kan zeggen dat een vorstenhuis een zekere amusementswaarde heeft. De royalty- en roddelbladen bestaan van de koninklijke handel en wandel en vooral de uitglijders. Het rijden van een scheve schaats en naast de pot piesen door types met blauw bloed zijn zaken waar veel mensen van smullen. En de ‘royals’ leveren als op bestelling. Zolang het iets onschuldigs is als een buitenechtelijke affaire, zult u mij er niet over horen. Het zijn tenslotte ook mensen. Maar het moet wel leuk blijven. Je moet niet als prins Andrew dikke mik zijn met een louche pedofiel en meedoen met diens activiteiten.

(Bij ons in de polder zorgen ze zelf niets eens meer voor het amusement. Dat werd uitbesteed aan de satire van Lucky-tv.)

Wat je ook regelmatig hoort is dat de monarchie ‘samenbindt’. Vooral in een verdeelde samenleving als de onze, zou dat een groot goed zijn. Dankzij de Oranjes zijn we, protestant, katholiek, jood, moslim, atheist, sociaaldemocraat, (neo)liberaal, Ajax- en Feyenoord-fan een volk. Dat is er vanaf de kleuterschool ingepompt zodat we het zijn gaan geloven, althans sommigen onder ons. Dit was en is natuurlijk flauwe kul. Die propaganda doet het misschien nog wel in het verpleeghuis maar daarbuiten is het uitgewerkt. Voor samenbinden gaan we nu naar het stadion, verven we ons oranje en zetten een oranje klomp of kaas van plastic op de kop.

Zoals veel generatiegenoten die zijn opgegroeid in de ‘opstandige’ jaren 60 van de vorige eeuw, ben ik een overtuigd republikein. Alles moest toen anders, dus ook met de Oranjes. Die moesten als ‘gesubsidieerde uitvreters’ ‘opzouten’. En wel meteen. Van de andere kant van de loopgraaf hoorde je dan steevast ‘of je dan een president wilde?’ Met als afschrikwekkend bedoelde uitsmijter: iemand als Den Uyl? In die kringen was de oud-premier, een brave sociaaldemocraat en vader van zeven kinderen, de baarlijke duivel. Ja, zei je dan even steevast, want als een president er een potje van maakt, stem je hem weg. En iemand als Den Uyl zou dan meteen opstappen. Want zo gaat dat in een democratie en Den Uyl was een volbloed democraat.

Als de oranjeklanten het niet meer weten, roepen ze uit arremoede wel eens ‘handelsmissie’. Als de vorst of vorstin aan het hoofd staat van zo’n handelsmissie, zouden buitenlandse deuren openzwaaien die voor mindere lieden, ministers en ondernemers, gesloten zouden blijven. Vooral in exotische oorden of landen waar een vorst nog als vorst behandeld wordt. Of dat klopt, waag ik te betwijfelen. Ik neem aan dat de producten die met een handelsmissie verkocht moeten worden, beter zijn dan die van de concurrentie. Want een buitenlandse afnemer is niet zo gek dat hij iets van bedenkelijke kwaliteit koopt alleen omdat hij met onze vorst een glaasje mag drinken.

En dan is er, jazeker, nog de menselijke kant. Het moderne koningsschap moet je geen mens willen aandoen. Vroeger had het paleisleven nog zijn aantrekkelijke kanten. Als mensen je in de weg zaten omdat ze een grote mond hadden of je van de troon wilden stoten kon je ze in de kerker gooien of onthoofden. En als een kamermeisje je beviel, kon je je aan haar verlustigen. Vond ze vaak nog een eer ook. Maar sinds de democratisering ben je de ‘dienaar van het volk’. Brrr. En het paleis is nu volledig van glas. Je kunt geen stap zetten of het wordt gezien. Er komen Kamervragen als je een aanlegsteiger voor je speedboot laat bouwen of buiten het seizoen gaat jagen op je landgoed. Een feestje of vakantie tijdens de  lockdown en het land staat briesend van verontwaardiging op zijn kop.

Alles overziend kan je maar tot een conclusie komen. Het is de hoogste tijd dat we afscheid van elkaar nemen. Vorst en vorstin gaan op afscheidstournee langs de verpleeghuizen, de Oranjeverenigingen komen nog een keer samen in de Ziggodrome om de familie onder tranen uit te wuiven en that’s it. Ze krijgen een paar jaarsalarissen mee waarbij we niet op een paar centen kijken. Dan kan hij met die boot blijven scheuren en mag hij, alleen tijdens het jachtzeizoen, fazanten blijven schieten. Zij kan dan jurkjes kopen zoveel ze wil en die kroonprinses kan iets, hopelijk nuttigs, doen met die studie.

Dat is toch win – win voor iedereen?