De klimaatverandering is onmiskenbaar het grote politieke thema van deze tijd. Het heeft momenteel forse concurrentie van de pandemie maar dat is tijdelijk. Corona zal zich ooit gewonnen geven net als de meeste voorgaande pandemieën. Vooral dankzij de wetenschap en, wie weet, nooit de moed opgeven, verstandig overheidsbeleid.

Voor Moeder Aarde ziet er somberder uit. Het wil maar niet lukken de opwarming tot staan te brengen, al die groots opgetuigde klimaatconferenties ten spijt. Daar kun je cynisch over doen en, toegegeven, de verleiding is groot. Al die vips die voor de gelegenheid hun doodgraverssmoel opzetten en ‘code rood’, ’twee over twaalf’, ‘laatste kans’ en andere doemslogans de wereld in sturen. Om die wereld uiteindelijk af te schepen met op zijn best halfzachte compromissen en toezeggingen die ze bovendien als vooruitgang verkopen.

Bij al die heisa zou je een toch opmerkelijk fenomeen over het hoofd kunnen zien. Klimaat is ‘hot’ maar de partijen die samen met de milieubeweging het thema op de agenda hebben gezet, leiden meestal een marginaal bestaan. Het blijven vrijwel zonder uitzondering nichepartijtjes. Bij ons in de polder is GroenLinks bij de laatste Kamerverkiezingen praktisch gehalveerd en in andere landen is het niet veel beter. De uitzondering zijn de Groenen in Duitsland die bij de laatste Bondsdagverkiezingen ruim 14 procent haalden. Dat viel nog tegen, omdat ze wekenlang in de peilingen meer dan 20 procent scoorden. Ze gaan meeregeren maar de gehoopte grote doorbraak is het niet.

Dat kan aan een aantal zaken liggen die hier in willekeurige volgorde de revue passeren. Het is een lijstje zonder enige, laat staan wetenschappelijke pretentie. Een samenraapsel van indrukken, observaties en overwegingen, meer is het niet.

  • Groen is en blijft iets voor de hoger opgeleiden uit de betere milieus en dan nog specifiek voor de progressieve bubbelaars. Het maakt deel uit van hun lifestyle. Dat zie je ook bij de Fridays for Future. Daar lopen scholieren van het vwo mee met hun ludieke plakkaten maar nauwelijks of geen vmbo-ers. Die laatsten hebben andere dingen aan het hoofd. Misschien maken zich weleens zorgen over het klimaat maar dat er geen Planet B is, staat niet op de eerste, tweede of zelfs maar derde plaats.
  • De Groenen zijn teveel een one issue partij. Als de politieke arm van de klimaatbeweging zijn andere thema’s, inkomensverdeling, zorg, criminaliteitsbestrijding, ondergeschikt aan de Grote Groene Boodschap. De afweging die andere partijen maken,  het rangschikken van prioriteiten en belangen, is op zijn best bijzaak. Vrijwel alles wordt bekeken door de groene bril. Dat leidt vaak tot blikvernauwing en dan is fanatisme zelden ver weg.
  • Dat fanatisme werkt op zijn beurt zwart-wit denken en het wij-zij gevoel in de hand. Greta Thunberg is voor veel Groenen een idool maar ze stoot met haar vaak schrille optreden waarschijnlijk nog meer mensen af. Ze is bovendien absoluut, er is geen ruimte voor nuancering. Alleen wie voldoet aan de Thunberg-eisen en geen twijfels toelaat, is zuiver op de groene graat. De rest is gauw ‘blablabla’. Voor de lichtere toets ben je sowieso bij haar bij het verkeerde loket.
  • De boodschap is te vaak deprimerend. De wereldondergang staat op zijn laatst overmorgen voor de deur. En we kunnen de boel alleen nog maar redden door subiet ons gedrag te veranderen. Niet meer barbecuen, geen vliegvakanties meer naar het Turkse strand of stedentripjes met Ryan Air en andere genoegens die voor veel mensen enige sjeu aan hun leven geven. De Duitse Groenen worstelen al jaren met hun imago als ‘verbodspartij’. Dat kost ze bij verkiezingen steeds veel stemmen, ook al zetten ze tijdens carnaval tegenwoordig een feestneus op.
  • Het belang van draagvlak wordt onderschat. Als je zeker bent van het grootste gelijk van de wereld, heb je geen boodschap aan wat de medeburger er van vindt. Hij heeft niets te vinden, hij moet vinden wat jij vindt. Dat zie je terug bij de bijna-sektarische intolerantie jegens mensen die denken dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Of, nog erger, ervan uit gaan dat technologische innovatie wel de oplossing zal bieden. Als ze ook nog de mogelijke inzet van kernenergie durven te noemen, zijn de rapen helemaal gaar. Dat is net zo’n enorm taboe als het ontkennen van de Heer bij de gristenmens.

Dit lijstje claimt geen volledigheid en er is dus plaats voor aanvullende aanmerkingen en kanttekeningen. Die zullen soms of vaak positiever uitvallen dan wat ik opgelepeld heb. Groen is teveel een getuigenis- en one issue beweging. Met als enige taak het achter de vodden (blijven) zitten van de gevestigde politiek zonder gehinderd te worden door overwegingen van haalbaarheid. Succes kan ze daarbij niet ontzegd worden. Dankzij hen staat het klimaat nu op elke denkbare politieke agenda, van de gemeenteraad in Rijswijk tot de Verenigde Naties in New York. En dankzij hen hebben de gevestigde politiek, en niet te vergeten het bedrijfsleven, geen excuus meer om de klimaatverandering op zijn beloop te laten. Ze zijn de groene peper in het achterwerk van de gevestigde orde.

De Groenen zijn het klassieke voorbeeld van een politieke en maatschappelijke voorhoede. Ze zien een belangrijk thema dat bij andere partijen niet de volgens hen vereiste aandacht krijgt. Vervolgens hebben ze de energie en het organisatievermogen om een groot deel van de publieke opinie te mobiliseren. Dat gaat niet altijd volgens het boekje, de acties zijn vaak op of over de grens, maar ze slagen er wel in om hun brandende kwestie op de kaart te zetten. En als ze daar uiteindelijk succes mee hebben, moeten ze toezien dat partijen die eerst niet of nauwelijks vooruit te branden waren, met hun kleren aan de haal gaan. Hun issue is een algemeen erkende politieke prioriteit geworden.

Dat kun je jammer of zelfs tragisch vinden maar dat is het lot van elke voorhoede. Daarom zullen groene partijen nooit echt doorbreken.