Het is niet mijn gewoonte om de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema bij te springen, maar haar besluit om de eventuele huldiging van Ajax niet op het Museumplein of een andere openbare ruimte te doen plaatsvinden steun ik van harte. Volgens Halsema moet Ajax als het voetbalkampioen wordt uitwijken naar zijn eigen stadion. Een andere optie is naar haar mening onverantwoord door een gebrek aan beveiligers. En ook de politiechef en de officier van justitie vinden dat het niet kan. Moeten er soms ongelukken gebeuren?

Dat Halsema om haar beslissing werd bedreigd en beledigd op sociale media slaat natuurlijk al helemaal nergens op. Bedreigingen zijn altijd uit den boze. Dat ‘supporters’ denken Ajax op deze manier een dienst te bewijzen is onbegrijpelijk.

Trouwens, als de voetbalclub per se het kampioensfeest in de Amsterdamse binnenstad wil vieren, waarom zorgt ze zelf dan niet voor voldoende beveiligingspersoneel? Ze is tenslotte beursgenoteerd en koopt voor miljoenen overal spelers weg. Financieel moet het dus allemaal mogelijk zijn, lijkt me. Een paar beveiligers voor een avondje inhuren zal echt niet duurder zijn dan het aanschaffen van pakweg een nieuwe middenvelder. Integendeel.

Gelukkig beseft de leiding van Ajax dat een deel van de heetgebakerde aanhang veel te ver is gegaan. Directeur Edwin van der Sar laat via Nu.nl weten dat hij hun uitingen ‘ten strengste’ afkeurt. ‘Het lost niks op en het is slecht voor de naam van onze club,’ zegt hij. Inderdaad. Ik meen me vaag te herinneren dat Van der Sar wat terughoudender reageerde toen de onder druk van de publiciteit vertrokken directeur voetbalzaken Marc Overmars foto’s van zijn lul rondstuurde. Maar dat is al langer dan twee weken geleden, dus het zal inmiddels verjaard zijn.

Je kunt je overigens afvragen of al dat gejubel over het winnen van een voetbalcompetitie wel nodig is. De rijkste wint en rijke clubs komen doorgaans niet uit kleine plaatsjes. Eerlijk gezegd snap ik ook al niet goed waarom spelers zo ontzettend uitbundig moeten doen als er een doelpunt is gescoord. Soms geschiedt het vieren daarvan zo onstuimig dat je je afvraagt hoe het kan dat daarbij nog nooit iemand ernstig geblesseerd is geraakt. Je kunt toch ook uiting aan je vreugde geven door beschaafd ‘Hoera!’ of iets dergelijks te roepen?

Maar misschien ben ik niet helemaal objectief. Als fan van Fortuna Sittard heb ik zelden reden tot juichen. Mogelijk mag ik over een paar dagen enige ingetogen vreugde tentoonspreiden als deze club degradatie opnieuw heeft weten te voorkomen. Meer zal er echt niet inzitten. Als het er al inzit.