Een van de erfenissen van het tijdperk-Rutte is dat de VVD in die dertien jaar aan profiel heeft verloren. (Er zijn er meer, maar dat is voor de historici). Dat lag niet alleen aan de persoonlijkheid van Mark Rutte, zijn veelbesproken gebrek aan visie en ongrijpbare behendigheid. Het was onvermijdelijk. Regeren in een coalitie betekent profielverlies.

Regeren met partners is in een oplopende schaal van profielverlies: compromissen sluiten, vaker water bij de wijn doen dan je lief is en soms ‘meloenen slikken’, de onvergetelijke metafoor waarom oud-ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers ook buiten zijn partij herinnerd zal worden. Bij D66 kunnen ze er eveneens over meepraten. ‘Regeren is halveren’, als ze weer eens de wonden likken na een regeringsdeelname.

De grootste klap kreeg de PvdA die in 2017 na vier jaar handje vasthouden in een coalitie met Ruttes VVD werd weggevaagd. Dat bleek de genadeklap voor de sociaaldemocraten. Na het debacle hebben ze nog halfhartig geprobeerd het profiel op te kalefateren, maar het mocht niet baten. De PvdA mag nu het rode randje aanbrengen in die toekomstige fusieclub met GroenLinks.

Als een partij onherstelbaar profielverlies lijdt, is dat meestal het begin van het einde. Van de drie volkspartijen staat alleen de VVD nog min of meer overeind. De andere twee zijn eigenlijk al van het toneel verdwenen (PvdA) of op sterven na dood (CDA). De christen-democraten zullen nog wel proberen de boel nieuw leven in te blazen, maar dat wordt zoiets als het oppompen van een lekke band.

Aangenomen dat Dilan Yesilgoz de nieuwe VVD-leider wordt, weet ze dus wat haar te doen staat.

Sinds Hans Wiegel de VVD 50 jaar geleden transformeerde van een brave notabelenpartij tot een rechts-liberale volkspartij, is de rechtse component de basis van het electorale succes. De aanzet tot die koerswending was onder meer het succes destijds van de Boerenpartij van boer, een echte, Hendrik Koekoek. Koekoek was de voorloper van Caroline van der Plas, geen echte boerin, van de BoerBurgerBeweging (BBB).

Hij werd een volksheld en harkte in de jaren 60 van de vorige eeuw de onvrede op rechts binnen. (Onvrede op rechts is van alle tijden). Wiegel trok daaruit de conclusie dat hij die Koekoek-kiezers naar de VVD moest zien te lokken. Dankzij dit inzicht is de VVD waar ze nu is en werd Wiegel met of naast Rutte de belangrijkste VVD-leider.

(Het is misschien aan de blasfemische kant, maar vooruit. Je zou kunnen zeggen dat Wiegel de Johannes de Doper was en Mark Rutte J. van Nazareth. In elk geval heeft Wiegels koers Rutte en de VVD geen windeieren gelegd. Rutte werd de eerste liberale minister-president na bijna100 jaar).

Met hun nieuwe koers kregen de liberalen tevens een nieuwe functie in het politieke krachtenveld. Ze moesten meer dan voorheen de rechterflank afdekken. Op rechts mochten geen concurrenten opduiken. Een enkele splinter was tot daaraantoe, maar de opkomst van een serieuze rivaal, die hun positie zou kunnen bedreigen, moest voorkomen worden.

Als je lang de grootste partij bent en 13 jaar de minister-president levert, wordt dat een stuk lastiger. Dat is het fameuze twee-petten-probleem. Rutte was VVD-  en regeringsleider. Hij moest leiding geven aan een kabinet en mocht tegelijkertijd het leiderschap van zijn partij niet verwaarlozen. Die functies combineren is op den duur praktisch onmogelijk. Dat Rutte mede dankzij zijn mentale souplesse en wendbaarheid daar bijna al die jaren in is geslaagd, is een ongeëvenaarde  prestatie.

Maar het had zijn prijs. Rechts van de VVD kwam een wildgroei aan rechtse, populistische partijen en clubjes op. Soms waren dat afsplitsingen van de moederpartij, de PVV van Geert Wilders (al in 2006) en dat groepje rond Van Haga, en soms ontstonden ze door erupties van het Grote Onbehagen, zoals Forum voor Democratie (FvD) en, meest recent, de BBB. De VVD had die kiezers natuurlijk nooit allemaal binnenboord kunnen houden, maar het was een onmiskenbaar teken aan de wand.

Na 13 jaar Rutte was de koers te veel zigzaggen geworden. De leden begonnen te morren en de leider en zijn secondanten moesten alle zeilen bijzetten. En als er dan een kwestie opdoemt waarop de onvrede zich concentreert, dit keer het asielbeleid maar het had op een ander moment een ander punt kunnen zijn, glipt het roer geleidelijk uit zijn handen. De koers en daarmee het profiel moeten worden bijgesteld. Met een andere leider, een nieuw gezicht (nieuw is relatief, het moet niet zo nieuw zijn dat de kiezer zich afvraagt: wie mag dat nou wel wezen).

Als zoals verwacht Yesilgoz de nieuwe VVD-leider wordt, zal ze de VVD weer meer naar rechts van het midden sturen. Dat strookt ook met haar persoonlijke profiel. Versterking van de rechtstaat, hardere criminaliteitsbestrijding, strenger asielbeleid, afkeer van woke en de linkse kerk in het algemeen, meer eigen verantwoordelijkheid en minder slachtofferschap. Thema’s als deze zullen weer prominenter op de agenda verschijnen. Of het genoeg is om als eerste vrouw met, – links let op! -, bovendien een migratie-achtergrond, het Torentje te betrekken zullen we zien na de verkiezingen in november.

De VVD moet daartoe de campagne zien te versmallen tot een strijd tussen twee blokken, rechts tegen links, de ‘gezondverstandpartij’ tegen de ‘linkse wolk’, de VVD tegen GroenRood. Yesilgoz tegen Jesse Klaver (?), Frans Timmermans(?), Marjolein Moorman (?). Wie weet kunnen de liberalen dan genoeg kiezers weglokken bij de PVV, BBB en de rechtse dwergen en daarnaast voldoende ‘afgehaakten’ terughalen. En komt er met Yesilgoz eindelijk waar Rutte alleen van mocht dromen: een kabinet waar rechts de vingers bij aflikt.