Het verkiezingsjaar in Amerika is amper begonnen, maar de kaarten lijken al geschud. De Republikein Donald Trump won deze week de voorverkiezingen in de noordoostelijke staat New Hampshire van zijn enige serieuze concurrent Nikki Haley – weliswaar minder overtuigend dan hij had gehoopt en de opiniepeilingen hadden voorspeld. Maar de eerste, in Iowa, had hij ook al binnen en in de volgende, in South Carolina, staat hij er eveneens comfortabel voor. Joe Biden deed in New Hampshire niet mee, maar won wel doordat kiezers toch zijn naam op het stembiljet zetten. En dat zegt eigenlijk al alles: er is onder de Democraten niemand te vinden die het tegen de zittende president durft op te nemen, dus hij is in feite ook al verzekerd van de nominatie van zijn partij.

Kortom, het wordt in november bij de presidentsverkiezingen een herhaling van het duel in 2020 tussen Biden en Trump. De Democraat won toen, met afstand, al houdt de Republikein tegen beter weten in vol dat er met de stemmen is geknoeid en dat hij in feite de winnaar was. Hij begon vier jaar geleden, op 6 januari 2021, zelfs een heuse staatsgreep toen hij zijn aanhangers ophitste naar het Capitool te gaan en de bekrachtiging van de uitslag te dwarsbomen. Zij bestormden het hart van de Amerikaanse democratie. Bij de gevechten met politie en bewakers vielen vijf doden en tientallen gewonden. In de maanden daarna pleegden nog eens vier agenten zelfmoord.

Niemand zit te wachten op de reprise van de verkiezingen van 2020. Beide heren zijn inmiddels hoogbejaard: Biden is nu 81 en 82 als hij na winst aan z’n tweede termijn begint. Trump is drieënhalf jaar jonger: nu 77 en 78 als hij voor de tweede keer het Witte Huis zou mogen betrekken. Hij oogt wel veel fitter dan Biden die er stokoud en broos uitziet en elk moment kan omvallen. Bovendien is hij amper te verstaan: de president mompelt vooral en heeft een bedenkelijk hoestje. Maar de ouderdom krijgt op Trump zo langzamerhand ook vat. Zijn toespraken worden steeds warriger en onsamenhangender. Tijdens de campagne in New Hampshire haalde hij Nikki Haley en de Democratische senator Nancy Pelosi door elkaar, niet als een terloopse verspreking, maar minutenlang.

Het belooft een hele spannende race worden tussen de twee, spannender dan vier jaar geleden. In de peilingen ontlopen ze elkaar nauwelijks. Biden heeft het voordeel dat hij de zittende president is; de geschiedenis leert dat die moeilijk te verslaan is. De laatste die dat overkwam was George Bush sr. in 1992. Maar Biden staat er bij de Amerikaanse bevolking niet goed voor, zijn populariteit is erg laag. Hoewel de economie als een tierelier draait en de president tientallen miljarden heeft uitgetrokken om de infrastructuur op te kalefateren, de werkgelegenheid te stimuleren en de (sociale) voorzieningen te verbeteren.

Internationaal heeft Biden het lastig met twee oorlogen, in het Midden-Oosten en Oekraïne die nog wel een tijdje zullen duren. Hij moet Israël te vriend houden, maar tegelijkertijd niet de moslimwereld van zich vervreemden. En de Amerikanen krijgen zo langzamerhand wel genoeg van de strijd in Oekraïne die klauwen met geld kost.

Donald Trump speelt daar handig op in door te beloven dat onder zijn bewind de presidenten Zelensky en Poetin binnen de kortste keren een vredesakkoord  zullen sluiten, volgens hem is dat een fluitje van een cent. Hij belooft bovendien dat hij de Verenigde Staten uit de Navo zal terugtrekken, want die Europeanen verrekken het nu eenmaal voldoende geld aan defensie te besteden, en Amerika wil niet langer gekke Henkie zijn. Trump zal ook het in zijn ogen waanzinnige klimaatbeleid van Biden terugdraaien, want dat kost alleen maar geld.

Trump heeft één groot nadeel, of beter gezegd: 91 nadelen. Dat is het aantal aanklachten dat justitie tegen hem heeft ingediend, verspreid over vier strafzaken: zijn rol bij de bestorming van het Capitool, de beïnvloeding van de verkiezingsuitslag in de staat Georgia, het vervalsen van gegevens in de boekhouding van zijn onderneming, en het bezit van geheime staatsdocumenten op zijn landgoed in Florida. Als hij in één van die rechtszaken wordt veroordeeld, keren kiezers zich van hem af, blijkt uit onderzoeken. Niet voor niets halen zijn advocaten alles uit de kast om de processen uitgesteld te krijgen, tot na de verkiezingsdag.

Bovendien loopt Trump het risico dat zijn naam in november niet eens op het stembiljet komt te staan. De staten Colorado en Maine hebben dat al uitgesproken; zij beroepen zich daarbij op een stoffig artikel uit de Grondwet dat bepaalt dat politici of ambtenaren die zich schuldig hebben gemaakt aan opruiing zich niet kandidaat mogen stellen voor een publieke functie. Het Hooggerechtshof zal daar volgende maand een eindoordeel over uitspreken. Dat is conservatief van snit: drie van de negen leden zijn door president Trump benoemd. Dus het risico dat hij aan het kortste eind trekt, lijkt niet zo groot. Maar je weet maar nooit. Al die rechtszaken zijn voor Nikki Haley aanleiding om in de race te blijven, tot grote woede van Trump, want misschien maakt ze toch nog wel kans.

Joe Biden heeft ook nog een rechtszaak te vrezen, niet tegen hemzelf maar tegen zijn zoon Hunter. Die zou zich schuldig gemaakt hebben aan fraude en belastingontduiking toen hij lid was van de raad van bestuur van een energiemaatschappij in Oekraïne. De Republikeinen proberen pa Joe in deze zaak te betrekken (hij zou z’n zoon geholpen hebben), maar dat is (nog) niet gelukt.

De angstige vraag voor de Democraten is of Biden fysiek wel overeind blijft. Als president heeft hij het al loeizwaar, en dan komt er ook nog eens een afmattende verkiezingscampagne bij. De Republikeinen trekken zijn geschiktheid voor het ambt voortdurend in twijfel. Bij Democraten breekt het angstzweet uit als ze denken aan de mogelijkheid dat Biden vlak voor de verkiezingsdatum wegvalt, bijvoorbeeld door een val of een ernstige ziekte. Dan komt vicepresident Kamala Harris in zijn plaats. Maar die is kansloos, tegen welke Republikeinse kandidaat dan ook.

Harris vervangen als runningmate is geen optie, want daarmee verlies je ook veel kiezers want dat zou een belediging zijn voor vrouwen en minderheden. Of zou de razend populaire Michelle Obama haar kunnen opvolgen? Dat zou de schade kunnen beperken. In de rechtse media wordt zelfs al druk gespeculeerd dat Biden himself in de loop van de zomer plaats maakt voor de vrouw van Barack. Maar dat lijkt verdacht veel op een poging de positie van de president te ondergraven. Michelle zegt trouwens al jaren dat zij geen enkele politieke ambitie heeft.