Niet meer dan 50,4 procent van de kiezers bracht (volgens de laatste inzichten) gisteren een bezoek aan de stembus. Dat is erg weinig. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in 2018 dus, stemde nog 54,9 procent. Ook al niet veel, maar toch nog altijd ruim meer dan deze keer.

Voor de politiek is dat een tegenvaller, maar voor SP-leider Lilian Marijnissen eerder een ‘blessing in disguise’. Want nu kon ze daarover jammeren en de opkomst de schuld geven van de zoveelste nederlaag voor haar partij. Die heeft sinds haar vader Jan in 2008 de politiek verliet nog vrijwel alle verkiezingen verloren, en dat zal denkelijk niet snel meer veranderen. Zelfs in het traditionele SP-bolwerk Oss is ze al niet meer de grootste.

Het zal mij benieuwen wie deze keer de schuld op zich moet nemen voor de bar slechte resultaten van de tomaatrode socialisten. Ik vermoed niemand. Zeker Lilian Marijnissen niet, want wie zou haar moeten opvolgen? En bovendien: het waren plaatselijke verkiezingen. Dan ga je toch zeker geen landelijke politici straffen?

De andere grote verliezer was het CDA. Partijleider Wopke Hoekstra gooide het in zijn commentaar over een andere boeg. Over de lage opkomst begon hij maar liever niet, want daarvan profiteren de christendemocraten eerder dan dat ze er het slachtoffer van zijn. Nee, Wopke zei dat zijn partij ‘helaas’ wel zetels heeft verloren, maar dat ze het beter heeft gedaan dan in ‘recente peilingen’. Een oude truc: je hebt bij verkiezingen flink moeten inleveren, maar er zijn altijd wel polls te vinden waarin je het nog slechter deed. Kortom: het verlies valt mee. Fijn toch?

Waar verloren is, moet er ook gewonnen zijn. En zoals verwacht waren het vooral de lokale partijen die de zegepraal wisten weg te dragen. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen bracht bijna 30 procent van de kiezers een stem uit op zo’n plaatselijke lijst, nu was dat (zeer) ruim een derde. Het vervelende is dat die lokale partijen niet onder één noemer te vangen zijn. De meeste ervan hebben een populistische inslag, maar ook weer niet allemaal. Je kunt dus geen harde conclusies trekken uit hun winst. Bovendien is er geen landelijke partijleider die je voor de camera’s kunt slepen.

Daarom richtten de media hun aandacht liever op partijen die wel landelijk meedoen. Forum voor Democratie bijvoorbeeld. Dat stond (behalve in Amsterdam) voor het eerst in een aantal gemeenten op het stembiljet en het wist hier en daar zetels in de wacht te slepen, al waren het er niet veel. Uil van Minerva Thierry Baudet vond de uitslag een beetje tegenvallen en liet dat doorschemeren. Niet al te nadrukkelijk natuurlijk. Want verkiezingsavondjes zijn er niet om te treuren maar om te jubelen, en dat deed hij dan ook. Erg lang zit Baudet nog niet in de politiek en veel staatkundig talent heeft hij tot dusver niet aan de dag gelegd. Maar deze les heeft hij inmiddels opgepikt.