‘Wat sta je daar toch te teuten?’, roept mijn vrouw Annie, die een tiental yards verderop staat. We hebben net in The Willow Tearoom in Glasgow, Schotland een scone met strawberry jam en clotted cream gegeten, een niet te versmaden zaligheid, behorend bij een pot of black tea. Ik wil een foto maken van de gevel, maar het rolletje is vol. Rolletje in mijn tas zoeken, uit het kokertje halen, camera open doen, volle rolletje eruit, nieuwe erin, controleren of het doordraait.

‘Waar blijf je nou?’, zegt Annie ongeduldig.

‘Jaahaa, ik kom eraan,’ roep ik, terwijl ik de lens op de gevel richt, nauwelijks in de zoeker kijk en haastig afdruk.

The Willow Tearoom is ontworpen door Charles Rennie Mackintosh, 1868–1928, misschien wel de beroemdste architect van Schotland. Hij experimenteert met het modernisme en vermengt Schotse en Japanse invloeden. De gevel van de tearoom laat hij wit verven, een gedurfd statement in die tijd. Samen met zijn vrouw Margaret ontwerpt hij elk aspect van het interieur tot in de kleinste details: van meubels tot lampen, van tapijten tot behang. Bestek, serviesgoed en servetten zijn passende creaties van hun hand.

Ik ben in het Raadhuis van Hilversum, gebouwd naar een ontwerp van Willem Marinus Dudok, 1884-1974. De gele bakstenen van het gebouw hebben een afwijkende afmeting, door Dudok bedacht. In de parkachtige omgeving komt het raadhuis met zijn strenge en strakke uitstraling goed tot zijn recht. Het interieur voorzien van tegels, marmer en hout is licht en ruim van opzet, de meubels en decoraties zijn van de hand van Dudok.

Op een tafeltje ligt een pamflet met de oproep om mee te doen aan een fotowedstrijd over Dudok of een tijdgenoot. Thuisgekomen herinner ik mij de snapschot van The Willow Tearoom en stuur de foto in. Na een paar maanden krijg ik een uitnodiging om naar het raadhuis in Hilversum te komen. In de hal hangt mijn foto tussen die van de andere genomineerden. Ze zullen tot in de eeuwigheid in het archief worden bewaard. De prijs, een spiegelreflexcamera van vierduizend gulden, heb ik niet gewonnen, maar dat mijn uit de losse pols geschoten foto goed bevonden is door Paul Huf, in de jaren vijftig hoffotograaf van de Oranjes en goudenmedaillewinnaar op de Biënnales van Venetië van 1957 en 1965, vervulde mij met trots.