Duitsland, of liever Berlijn of eigenlijk Bondskanselier Olaf Scholz staat op het punt zijn krediet te verspelen. De weigering om zware tanks, de Leopard 2, naar de Oekraïne te sturen, stuit bij steeds meer bondgenoten op steeds meer onbegrip. Normaal gesproken is het bon ton om terughoudend te zijn met openlijk kritiek op een partner. Premier Mark Rutte deed vrijdag tijdens zijn wekelijkse tv-gesprek zijn best om Berlijn uit de wind te houden. Duitsland moet als belangrijkste EU-land binnen boord blijven. Maar het wordt met de dag moeilijker.

Het probleem is in de eerste plaats de Bondskanselier zelf. Tijdens de campagne voor de Bondsdagverkiezingen in 2021 verklaarde Scholz als kandidaat voor de sociaaldemocratische SPD dat ‘wie bij mij leiderschap bestelt, het zal krijgen’. Daar was eerder nooit veel van gebleken, maar goed, in verkiezingstijd mag een politicus zich op de borst kloppen. Hij moet zich profileren.

Daar zit een klein maar beheersbaar risico aan. Het profileren en het daadwerkelijk optreden moeten niet te ver uiteen lopen. Onder ‘normale omstandigheden’, de politiek van alle dag, is dat risico beperkt. Maar bij een crisis kan het acuut worden. Als een politiek leider dan om met Louis van Gaal te spreken niet ‘levert’, verliest hij op den duur aan geloofwaardigheid. En zonder geloofwaardigheid is leiderschap als een lekke bal.

Geloofwaardigheid valt en staat met goede communicatie. Je moet de burgers kunnen uitleggen waarom je iets doet of nalaat, duidelijkheid scheppen, zodat de burger weet waar hij aan toe is. Tegenwoordig hebben regeringsleiders voor die klus ‘communicatie-adviseurs’. Er zijn politici die daar geen adviseurs voor nodig hebben en bijna instinctief weten, ruiken, hoe ze de burger kunnen bereiken en overtuigen. De Amerikaanse president Ronald Reagan (1981 – ’89) was een ‘groot communicator’, genoot vooral daarom veel vertrouwen en wordt gezien als een van de betere presidenten, terwijl zijn prestaties dit misschien niet rechtvaardigen.

Politici die van nature niet gezegend zijn met charisma en communicatief talent, kunnen leren hoe ze hun verhaal moeten overbrengen. Scholz moet dat ook bijgebracht zijn, anders had hij nooit kanselier kunnen worden. Maar het communiceren van zijn beleid in de Oekraïne-oorlog gaat onmiskenbaar zijn krachten te boven. Of, en de vraag wordt steeds klemmender: kan hij niet of wil hij niet?

Het eerste deel van die vraag, over het kunnen, kunnen we ondanks alles bevestigend beantwoorden. Scholz hield een paar dagen na de Russische inval een ‘historische’ rede met als belangrijkste boodschap dat Kiev kon rekenen op steun en dat Moskou elke goodwill had verloren. Iedereen opgelucht, want er was met name in Oost-Europa om de bekende historische redenen de nodige scepsis over Duitsland en zijn ‘bijzondere band’ met Rusland.

Daarna werd het stil, de daden bleven achter bij de woorden. Duitsland leverde wapens, maar schoorvoetend, als de druk van de bondgenoten te groot werd. Dat veroorzaakte eerst irritatie en inmiddels onverholen ergernis, bij de bondgenoten maar ook Scholz’s coalitiepartners, de Groenen en de liberale FDP die allemaal meer en sneller willen leveren. Zoals nu met de Leopards die volgens deskundigen voor de Oekraïne de meest geschikte zware tanks zouden zijn.

Als hij dus wel kan en niet doet, kom je bijna automatisch uit bij ‘niet willen’. Waarom weigert Scholz duidelijk en voor iedereen begrijpelijk uit te leggen waarom hij die tanks niet naar de Oekraïne wil sturen? En het aantal mensen dat zich in hem probeert te verplaatsen en zijn motieven wil begrijpen, slinkt met de dag. Scholz zou een ‘raadsel’ en zelfs een ‘sfinx’ zijn.

Wat de kanselier zelf bijdraagt aan opheldering komt neer op het eindeloos monotoon herhalen van twee argumenten: de oorlog mag niet (verder) escaleren en Duitsland mag niet alleen komen te staan, de gevreesde Alleingang. Daarmee heeft hij intussen exact het tegendeel bereikt. Rusland escaleert verder, Berlijn dreigt zich steeds meer te isoleren en de eenheid van het Westen wordt ondermijnd. Je hoeft niets eens te kwader trouw te zijn, om je af te vragen of hij Vladimir Poetin in de kaart speelt. Je mag aannemen dat Scholz dit zelf ook ziet, – hij zou zichzelf nog net niet onfeilbaar vinden -, dus nogmaals: waarom?

Er zijn inmiddels ‘Scholz-watchers’ die een poging hebben gewaagd. De vrees voor escalatie en een kernoorlog zou oprecht zijn en diep zitten. Zijn eigen partij, de SPD,  is inzake wapenleveranties tot op het bot verdeeld. Net als volgens peilingen de bevolking. Een regeringsleider heeft de plicht met die stemming rekening te houden en bij zijn afwegingen te betrekken. Maar hij heeft tevens de plicht zijn zorgen en het resultaat van die afweging helder te communiceren. Als men leiderschap bij je bestelt, moet je een keer leveren.

Het gevolg is dat de sfeer in zijn regering verziekt is. Een prominente liberale politica spreekt onomwonden van falen. De fractieleider van de SPD in de Bondsdag geeft die politica op zijn beurt onder uit de zak. Minister van buitenlandse zaken Annalena Baerbock (Groenen) vond dat de bondgenoten hun Leopards wel moeten kunnen leveren en schoffeerde daarmee openlijk haar chef. Op de achtergrond doen politici van het tweede garnituur luidkeels hun duitje in het zakje waardoor de kakofonie compleet is. De bondgenoten slaan dit hoofdschuddend gade. En in het Kremlin zit de winnaar.

Scholz werkt zichzelf en dus Duitsland elke dag verder in de nesten. De vraag wordt niet alleen binnenskamers maar intussen ook openlijk gesteld: is Duitsland nog wel een betrouwbare bondgenoot?