Hoe reageert een politicus die verdacht wordt van corruptie en vriendjespolitiek? Die reageert verbijsterd. En wat roept zo’n politicus in ultieme verontwaardiging? Die roept dat er sprake is van een ‘heksenjacht’.

Precies aan deze regels houdt Richard de Mos zich in de strafzaak die het Openbaar Ministerie tegen hem heeft aangespannen. Wie weet komt hij ermee weg. De Amerikaanse ex-president Donald Trump is, tot dusver althans, wel met ergere dingen weggekomen. De Roermondse politicus Jos van Rey eveneens.

De Mos is oprichter en boegbeeld van de partij Hart voor Den Haag. Van 2018 tot 2019 was hij wethouder in deze stad, nadat hij eerder Kamerlid was geweest voor de PVV. Op een kwade dag in laatstgenoemd jaar viel de rijksrecherche bij hem binnen, op zoek naar bewijzen voor fraude, de vorming van een criminele organisatie, schending van het ambtsgeheim en nog zo het een en het ander.

De Mos zou donaties voor zijn partij hebben ontvangen en vervolgens de gulle gevers een voorkeursbehandeling hebben verschaft. Zijn weerwoord: niks van waar. Naar zijn zeggen heeft hij geen dingen gedaan die andere politici niet ook doen. Alleen: hij is maanden achtereen afgeluisterd. Dan komt er altijd wel iets naar buiten dat zo op het oog mis is. Maar alleen op het oog uiteraard.

In werkelijkheid treft De Mos geen enkele blaam. Hij rende zich voor iedereen de benen uit het lijf. Of het nu een loszittende stoeptegel was of een nachtvergunning. Wij regelen het, was (en is) het motto voor Hart voor Den Haag.

Deze partij doet sterk denken aan de fictieve Tegenpartij die Kees van Kooten en Wim de Bie in de jaren tachtig presenteerden in hun wekelijkse tv-rubriek Keek op de Week. De Mos lijkt zelfs een beetje op F. Jacobse, een van de zogenaamde oprichters van deze partij. Dezelfde plakkuif. Al had Jacobse geen bril maar wel een snorretje.

Het verschil is: de Tegenpartij was satire, Hart voor Den Haag is echt. Het eindigde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 niet alleen als de grootste lokale partij, het kwam ook in het college van burgemeester en wethouders, samen met GroenLinks, VVD en D66.

Die partijen namen natuurlijk ferm afstand van Hart voor Den Haag nadat de corruptie eenmaal aan het licht was getreden. Na de laatste gemeenteraadsverkiezingen vormden zij een nieuw een college, samen met CDA en PvdA, want anders kwamen ze zetels tekort. Hart voor Den Haag is namelijk nog steeds erg in trek in de stad en werd weer met voorsprong de grootste partij. Het lijkt wel alsof je belachelijk moet zijn om populair te worden.