Veruit de meest gehate politieke partij van dit moment is D66. Vooral in (extreem)rechtse kringen krijgt iedereen een rood waas voor ogen als die letter-cijfercombinatie genoemd wordt. D66 staat bij deze lieden symbool voor nietsontziende politieke correctheid. Weliswaar doet de PvdA (om nog te zwijgen van GroenLinks of de Partij voor de Dieren) in dit opzicht nauwelijks of niet onder voor de democraten, zij zitten niet in de regering. D66 wel.
Volgens menige anti-deugfanaat heeft de partij daar zelfs de touwtjes in handen en voert Rutte IV een D66-beleid. Mij lijkt dat een door de wol geverfde politicus als VVD-leider Mark Rutte zich niet de wet laat voorschrijven door een stelletje policor-apostelen dat ook nog eens tien zetels minder heeft dan zijn eigen club. Maar met die theorie hoef je bij de meeste populisten niet aan boord te komen.
Ook Ronald Plasterk heeft het licht gezien. Tot 2017 was deze bestrijder van alles wat links is nog PvdA-minister, een functie die hij sinds 2006 heeft vervuld (met een onderbreking van anderhalf jaar, toen hij voor de sociaaldemocraten in de Tweede Kamer zat). In 2012 heeft hij zelfs een poging ondernomen partijleider te worden. Hij verwierf die positie niet, maar werd alleszins eervol tweede. Waarschijnlijk is hij nog steeds PvdA-lid. Mij hebben in elk geval geen berichten van het tegendeel bereikt.
Maar tegenwoordig heeft Plasterk een column in De Telegraaf en daarin schrijft hij precies wat de lezers van deze gezond-verstand-krant willen horen. Of wat hij denkt dat ze willen horen.
Vorige week liet hij een stuk afdrukken met als kop: ‘Veruit de grootste bedreiging voor de vrijheid van denken is D66’. Daarin haalt hij uit naar partijleider Sigrid Kaag, die de strijd heeft aangebonden tegen complotdenkers en rechts-extremisten. Ze wil ze zelfs het spreken beletten!
Onvoorstelbaar, vindt Plasterk. Complotdenkers moeten vrijelijk hun gang kunnen gaan en kunnen rondbazuinen wat volksmenners als Thierry Baudet of Donald Trump hun voorhouden. Tenslotte zijn er meer links-extremistische en moslimactievoerders geweest (die gooit hij gemakshalve maar op één hoop) dan rechts-radicale. Dus waarover hebben we het?
Plasterk geeft toe dat Forum voor Democratie soms ‘vreemde dingen’ zegt. Inderdaad: behoorlijk vreemd. Maar is dat een reden deze partij te verbieden?
Wat mijzelf betreft niet. Het verbieden van opvattingen heeft niet zoveel zin. Nog los daarvan: FvD vormt met zijn armzalige vijf zeteltjes echt geen gevaar voor de Nederlandse democratie.
Maar dat betekent nog niet dat ik het ooit voor die partij zal opnemen. Je zou verwachten dat een voormalig bewindspersoon en hoogleraar de wetenschappelijke consensus steunt. Daarvan is geen sprake. Onbekommerd plakt Plasterk op D66 het etiket ‘grootste bedreiging voor de vrijheid van denken’.
Zou hij misschien last hebben van gevoelens van jaloezie of wraak? Kaag en haar vriendjes hebben toegang tot de achterkamertjes. Plasterk heeft er jaren in vertoefd. Tegenwoordig komt hij er niet meer in, maar ik vermoed zo dat hij dat dolgraag nog zou willen.
Geef een reactie