De fracties in de Tweede Kamer zullen dit jaar een recordaantal moties indienen. Gisteravond waren er dat al 4900 en vermoedelijk komen er vandaag nog minstens 100 bij, meldt de NOS. Dat zou betekenen dat de Kamer in 2022 voor het eerst in de geschiedenis meer dan 5000 moties in stemming heeft gebracht.

Zoals bekend groeit het aantal moties van Kamerleden al tijden. Vorig jaar waren het er 4549, tien jaar terug 2352 en in 1982 nog geen 600. Al heel wat Binnenhofwatchers en andere deskundigen hebben opgemerkt dat wapens bot worden naarmate je ze vaker gebruikt, maar daaraan laten fracties zich weinig gelegen liggen. Ze gaan onverdroten voort met het aanbieden van Kameruitspraken, want meer is een motie niet.

Moties zijn oproepen aan de regering om iets te doen of na te laten. Kabinetten kunnen ze uitvoeren of naast zich neerleggen. Dat laatste doen ze tamelijk dikwijls. (‘We voeren hem niet uit!’ brulde toenmalig financiënminister Gerrit Zalm een kwarteeuw geleden al toen de geluidsinstallatie van de Kamer op een dag stuk was.) Het  risico dat kabinetten lopen om te moeten aftreden als ze in gebreke blijven is zo goed als afwezig.

Overigens halen moties vaak geen meerderheid, zodat het kabinet zich nergens druk over hoeft te maken. Om aangenomen te worden dient een motie de steun te krijgen van minimaal één coalitiepartij. Zoiets gebeurt doorgaans alleen als het om een betrekkelijk onschuldige oproep gaat.

Als je het over een wat langere periode bekijkt is de SP de kampioen motie-indiener, gevolgd door GroenLinks. Of dat veel zegt waag ik te betwijfelen. Een motie van wantrouwen – waarin vooral de PVV grossiert – is in potentie heel wat ingrijpender dan bijvoorbeeld een technische motie van D66, waarin het kabinet het verzoek krijgt het beleid een kommaatje te verschuiven. Moties van wantrouwen halen zelden tot nooit een Kamermeerderheid, zeker niet als ze tegen het hele kabinet gericht zijn. Dat laatste is sinds de Tweede Wereldoorlog zelfs nog nooit voorgekomen.

Waarom dergelijke moties dan toch regelmatig het licht zien? Omdat ze uitzicht bieden op publiciteit. Ook al neemt de kans daarop behoorlijk af, want voor moties van wantrouwen geldt eveneens dat ze hun scherpte en glans kunnen verliezen.

Wat zou je kunnen doen om die almaar toenemende motie-lava tot aanvaardbaarder proporties terug te brengen? Heel weinig, vrees ik. Fracties denken nu eenmaal dat ze zullen scoren in de media als ze met een motie komen, zeker als die een Kamermeerderheid achter zich krijgt. Soms verspreiden ze zelfs speciale persberichten om zo’n heugelijk feit onder de aandacht te brengen. Wat volgens mij zelden effect heeft, maar misschien zou iemand dat eens kunnen uitzoeken.