Rutte IV is definitief gevallen. ‘Een kabinet dat voornamelijk bijeen wordt gehouden door angst voor nieuwe verkiezingen, heeft zijn bestaansrecht verspeeld,’ schreef Peter van Nuijsenburg gisteren op deze site. Dat mag waar zijn, maar de situatie die nu is ontstaan, kun je toch moeilijk ideaal noemen. Natuurlijk regeerden de vier coalitiepartijen alleen bij de gratie van de angst. Maar wat is er erger: angst of totale uitzichtloosheid?

Het zou wel eens kunnen dat VVD-leider Mark Rutte ernstig heeft misgegokt toen hij het initiatief nam voor deze kabinetscrisis. Want wat zal het resultaat zijn? Misschien wint zijn partij de verkiezingen. Maar zal dat leiden tot een centrumrechts kabinet-Rutte V? De leider van de BoerBurgerBeweging heeft al ministens twee maal gezegd dat ze niet met Rutte in zee wil. Misschien was dat grootspraak van Caroline van der Plas. D66-leider Sigrid Kaag bezwoer eerder ook dat ze ‘een ander mens’ was en dat ‘onze wegen’ zich hier scheidden. Niettemin stapte ze uiteindelijk met Rutte in een kabinet. Iets soortgelijks kan weer gebeuren. Maar zeker weten doe je niet.

Het is trouwens ook nog de vraag of VVD, CDA, BBB en JA21 – ongetwijfeld de gedroomde coalitie van Rutte en de zijnen – wel voldoende zetels halen om te kunnen regeren. Mocht dat niet het geval zijn, dan is Rutte toch weer gedwongen bij linkse partijen om steun aan te kloppen. Of om bij extreemrechts zijn vingers te gaan aflikken.

Het is zelfs de vraag of de VVD wel de grootste partij zal worden bij de verkiezingen. Als dat niet het geval is, lost het probleem zich vanzelf op. Wat dan zal Rutte ijlings de politiek verlaten, neem ik aan. De VVD laat hij dan achter onder de hoede van Edith Schippers of iemand anders (wie, in vredesnaam?). Of de aanhangers van die partij dan zoveel zijn opgeschoten met de kabinetscrisis kun je betwijfelen.

Kabinetten vallen niet doordat de coalitiepartners het inhoudelijk niet met elkaar eens zijn. Dat is namelijk nooit het geval. Compromissen zijn altijd nodig. Kabinetten vallen doordat de coalitiepartners op elkaar zijn uitgekeken. Kennelijk was dat op dit moment de situatie.

Volgens mij was het verstandiger geweest een oplossing te zoeken, hoe halfzacht ook. Rutte had dan moeilijke momenten beleefd bij zijn partijleden, want die wilden klare taal over het asielvraagstuk. Maar ik denk dat Rutte zich daar met de van hem bekende handigheid wel uitgeluld had.

Ik vermoed dat de hardliners in de partij, die zo dol zijn op duidelijke keuzes, zichzelf geen dienst hebben bewezen door zich onwrikbaar op te stellen. Maar goed, we zullen het zien.

Overigens is het einde van Rutte IV nog niet definitief. Misschien komt er nog een lijmpoging. Gebeurt dat niet – of mislukt die – dan mogen we vermoedelijk half november naar de stembus. Alweer!