Het zal de burger waarschijnlijk worst wezen, maar toch: de vrijage tussen PvdA en GroenLinks blijft een lusteloze vertoning. Nu is er gekissebis over een gezamenlijk verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen van volgend jaar. Die verkiezingen interesseren de burger meestal geen bal, dus wat moet hij met ‘gedoe’ rond een programma dat hem nog minder zal interesseren? Als hij desondanks de moeite neemt om er toch iets van te vinden zal hij zijn schouders ophalen: een farce.

Als ik het goed begrepen heb zit het probleem in het feit dat de partijen in het Europarlement in verschillende blokken zitten. GroenLinks bij Groen en de PvdA bij de sociaaldemocraten. Hoe kom je daar nu uit? Ik zou zeggen: sluit je aan bij een van die clubs. Of je nu in de rode of de groene fractie zit, zal voor de kiezer weinig uitmaken. Maar ja, zo’n keuze schijnt ook een keuze voor de identiteit van de fusiepartij te zijn. En dan gaan ze bij links geheid moeilijk doen.

In dit geval is GroenLinks de spelbederver. De leden van beide partijen zijn in overgrote meerderheid voor een gezamenlijk programma. Bij de actiegroep RoodGroen worden ze er tureluurs van. Ze eisen uitvoering van de op beide partijcongressen aangenomen motie dat er een gezamenlijk programma moet komen. De GroenLinkse Europarlementariër Bas Eickhout zei te snappen dat ‘PvdA-ers soms denken: wat doe je nou moeilijk’. Inderdaad, Bas. En niet alleen PvdA-ers.

Er wordt nu gedacht aan een ‘oplegvel’ (echt waar) met de tien belangrijkste punten uit de twee programma’s. Dat is zo’n halve oplossing waar niemand blij van wordt. Als ik van RoodGroen was, zou ik een gezamenlijk congres eisen en de koppen tegen elkaar slaan. Want zo wordt het niks.

De fusie loopt toch al niet gesmeerd. Het is zoals meestal bij een fusie een ‘moetje’ van partijen die op eigen kracht niet verder komen, GroenLinks, of ten onder dreigen te gaan, de PvdA. Er zijn ideëel en programmatisch genoeg overeenkomsten om ‘het avontuur’ aan te gaan, maar helemaal van harte gaat het niet.

GroenLinks is een bubbelpartijtje van hoger opgeleiden die hun idealen uitdragen in de hogere regionen van de publieke sector. De PvdA was ooit een emancipatiepartij voor de arbeiders en werd later vooral een regenteske bestuurderspartij. De arbeiders zijn er allang niet meer maar de sfeer en het sentiment tref je soms nog aan bij boomers in een door hun vrouw gebreide trui. De partijkaders en congrestijgers zullen het niet willen zien, maar die verschillen zorgen voor spanningen.

Het zal waarschijnlijk nog wel goed komen, een moetje is niet voor niets een moetje. Aan het eind van het liedje staan ze samen voor het altaar. Maar als ik RoodGroener zou zijn, zou ik me over andere dingen zorgen maken.

De Provinciale Statenverkiezingen werden beheerst door de triomf van de BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas en de schipbreuk van het toch al stuurloos ronddobberende CDA. Maar in de marge van die geruchtmakende resultaten bleek dat GroenLinks en de PvdA er bij hun eerste gezamenlijke vuurproef weinig van hadden gebakken. Het had een doorbraak moeten worden. Samen in een fractie in de Senaat en meteen de grootste zodat Rutte niet om hen heen kon. Maar ze boekten helemaal geen winst. Een zeperd was het misschien net niet, maar wel een zware tegenvaller.

De fusie is niet alleen een top-down, van bovenaf opgelegde operatie. Ook op lokaal en provinciaal niveau zullen de meeste GroenLinks-ers en PvdA-ers wel doordrongen zijn van de noodzaak. Maar dat betekent niet dat ze er het vuur uit de sloffen voor lopen. Een moetje blijft een moetje.

Dat is denk ik het grootste probleem bij de fusie. Er wordt uiteraard veel gepraat over elan, liefst nieuw natuurlijk, maar het is er niet. In elk geval niet zichtbaar voor de kiezer. Het is een bloedeloze affaire, een optocht van grijze muizen. Om van het ‘avontuur’ een succes te maken, moet je leiders hebben die inspireren en enthousiasmeren.

De huidige voorlieden, Jesse Klaver (GroenLinks) en Attje Kuiken (PvdA), zijn het niet en worden het niet. Er wordt vaak meesmuilend gesproken over Jut en Jul, en soms maken ze er zelf een grapje over, maar dat is wat ze zijn. Brave middelmaat, het beste voor met de medemens en, voor zover ik weet, weinig streken. Waterdragers, geen winnaars.

Wie zouden het wel zijn of kunnen worden?

Dan vallen steevast de namen van Frans Timmermans en Ahmed Aboutaleb. De eerste, nu Eurocommissaris voor het klimaat, zou vermoedelijk alles doen, zelfs Moeder Aarde aan haar lot overlaten, om minister-president in de polder te worden. Aboutaleb zal misschien ook best willen, ijdel genoeg, maar hij is nu de gevierde burgemeester van de grootste Europese havenstad. En dat kun je voor jezelf verkopen als nog belangrijker dan het premierschap. Bovendien, ze zijn beide op leeftijd en van de PvdA. Heel bekwaam, zeker, maar nieuw elan? Afgezien nog van de vraag of GroenLinks met een PvdA-senior zou kunnen leven.

Tenzij er plotseling een hemelbestormend talent opduikt, vrees ik dat de fusiepartij weinig meer wordt dan een figurant.