Hij had er alles voor over om de baan te krijgen, deed de ene na de andere concessie en had na vijftien vernederende stemrondes eindelijk beet: Kevin McCarthy werd in januari tot voorzitter van het Huis van Afgevaardigden gekozen. Dat is een van de hoogste politieke functies in de Verenigde Staten: de ‘Speaker’ is na de vicepresident de tweede vervanger van de Amerikaanse president als die wat overkomt. 

Maar amper negen maanden later is de Republikein zijn post alweer kwijt, dankzij het optreden van acht partijgenoten in het Huis, stuk voor stuk rechtse diehards. Hun voorman, Matt Gaetz uit Florida, diende deze week een motie van wantrouwen tegen McCarthy in die door alle Democraten werd gesteund. Door de acht stemmen van de dissidenten werd die aangenomen, de Republikeinen hebben maar een flinterdunne meerderheid in het parlement. En dus kon de voorzitter zijn biezen pakken.

McCarthy heeft zijn afgang vooral aan zichzelf te danken. Afgelopen weekeinde sloot hij een compromis met de Democraten om te voorkomen dat de Amerikaanse overheid op slot zou gaan. Bijna elk jaar rond 1 oktober, het begin van het begrotingsjaar, is het bal in Washington: de regering blijkt weer eens veel te veel geld te hebben uitgegeven, het bestedingsplafond moet omhoog, maar daarvoor is de toestemming nodig van het Congres: de Senaat (waar de Democraten de meerderheid hebben) en het Huis van Afgevaardigden. Het lukte McCarthy niet om in het Huis de Republikeinen op één lijn te krijgen, vanwege die uiterst rechtervleugel. Dat hij vervolgens bij de Democraten aanklopte, maakte de diehards helemaal des duivels. Want met de ‘Dems’ doe je geen zaken, zij zijn onze vijand. De dissidenten kregen bij hun verzet vanaf de zijlijn alle steun van ene Donald Trump.

Maar McCarthy zette door, wetend dat hij daarmee zijn kop op het hakblok legde. Hij kreeg met hulp van de Democraten zijn gewenste meerderheid, maar van Gaetz meteen ook een motie van wantrouwen aan zijn broek. Sinds januari kan elk individueel lid van het Huis zo’n motie indienen, dat was een van de concessies die McCarthy deed om tot speaker gekozen te worden; daarvóór was dat een stuk complexer. 

De Democraten hielpen Gaetz en de zijnen graag, want ze moeten niets van McCarthy hebben. De man heeft geen ruggengraat en is onbetrouwbaar. Onlangs maakte hij als voorzitter de weg vrij voor een afzettingsprocedure tegen Joe Biden, onder andere vanwege de rol die de president bij de zakenactiviteiten van zijn zoon Hunter zou hebben gespeeld. Dit was ook weer een knieval jegens de rechtervleugel die met zo’n impeachment de aandacht wil afleiden van alle rechtszaken waarin bondgenoot Donald Trump is verwikkeld. De kans dat het tot een afzetting van Biden komt is trouwens nul.

Het gedwongen vertrek van McCarthy kan vervelende gevolgen hebben, ook voor de militaire steun aan Oekraïne. Er is wel een interim-speaker aangetreden, maar die mag slechts op de winkel passen. Het wetgevende werk van het Huis van Afgevaardigden staat voorlopig even stil, en daarmee ook de extra steunpakketten van tientallen miljarden dollars aan Kiev.

De chaos in de Republikeinse Partij is intussen compleet. De twee kampen staan mekaar naar het leven. De aanhangers van McCarthy (210 afgevaardigden stemden vóór hem) kunnen het bloed van de acht dissidenten wel drinken. Vooral Matt Gaetz wordt gehaat: jurist, een man met een hele grote mond, mateloos ambitieus, vriendje van Trump, en ooit verdacht van seks met een minderjarige, maar die zaak tegen hem is geseponeerd. 

De verdeeldheid in de Republikeinse Partij is nu wel heel scherp aan het licht gekomen. De Democraten hopen natuurlijk dat de kiezers dat gaan afstraffen en dat de Republikeinen volgend jaar november bij de verkiezingen onderuit gaan – het Huis van Afgevaardigden wordt elke twee jaar in zijn geheel herkozen. Als de Democraten de grootste fractie blijven in de Senaat (daar wordt elke twee jaar een derde van de senatoren herkozen), dan zouden zij beide kamers van het Congres in handen hebben. En dan maar hopen dat de broze Joe Biden voldoende energie overheeft om campagne te voeren en zijn Republikeinse tegenkandidaat (waarschijnlijk Donald Trump) bij de presidentsverkiezingen te verslaan. Vooralsnog voospellen de opiniepeilingen een nek-aan-nek-race.