Het kabinet heeft nog net niet zijn tanden stuk gebeten op de vluchtelingencrisis. De VVD-fractie slikte op de valreep haar bezwaren in tegen de spreidingswet van de eigen staatssecretaris, Eric van der Burg.  Premier Mark Rutte moest er speciaal voor uitrukken om zijn fractie te overtuigen. Dat overleg ging gepaard met ‘indingende’ gesprekken en ander goedkoop theater. Pas toen Rutte beloofde een oplossing te zoeken voor de massale instroom van migranten(ruim 48.000 dit en waarschijnlijk meer dan 50.000 volgend jaar), ging de fractie overstag.

De migratiecrisis is zo’n voorbeeld waarbij de politiek de kop in het zand heeft gestoken. Na de grote voornamelijk Syrische golf van zes jaar geleden, heeft Den Haag gedacht, dit is eenmalig, we hebben het achter de rug, waarna men de zaak liet versloffen. De opvang werd afgeschaald en de vingers gekruist. Als ze even over de Europese grenzen hadden gekeken, hadden ze gezien dat dit rijkelijk naief was. De vluchtelingenstromen waren niet als bij toverslag ‘opgedroogd’. ‘We hebben zitten suffen’, zei Rutte vrijdag na zijn persconferentie bijna schuldbewust.

De premier liet doorschemeren dat hij ‘plannetjes’ had om zijn toezegging aan de fractie om de instroom in te dammen gestand te doen. Wat hij gaat doen, hield hij voor zich. De kwestie lag gevoelig en als hij nu een tipje van de sluier oplichtte, kwamen meteen allerlei deskundigen in het geweer. Maar, verzekerde hij, hij ging met volle inzet aan de slag.

Hoe die oplossing eruit gaat zien, is dus voorlopig in Ruttiaanse nevelen gehuld. Maar Rutte kennende, lijkt een ding desondanks tamelijk helder: als er al een oplossing komt zal die via een geitenpaadje lopen. Geitenpaadjes, dwz halve , pseudo- en/of tijdelijke oplossingen, mogen sinds vorige week niet meer in de stikstof-crisis, maar op andere terreinen blijven ze onmisbaar. Het Binnenhof kan domweg niet zonder.

Laten we proberen de obstakels in kaart te brengen waar Rutte onderweg onvermijdelijk tegenaan zal lopen. Er zijn internationale verdragen waaraan Nederland zich gebonden heeft. In de EU weet men zich met de vluchtelingen geen raad. De strengere bewaking van de buitengrenzen komt maar niet goed van de grond. Het spreidingsbeleid over de lidstaten is mislukt. En dan komt er volgend jaar ook nog een nieuwe golf aan die wel eens groter kan zijn dan de Syrische springvloed van zes jaar geleden. Het wordt dit keer net als toen weer ieder voor zich want ‘Brussel schaft es nicht’ voor ons allen.

Misschien denkt Rutte aan een soort Turkije-deal. De Turken waren destijds bereid Syrische vluchtelingen op te vangen in ruil voor miljarden uit Brussel. Maar de nieuwe stroom lijkt steeds meer uit Afrika ten zuiden van de Sahara te komen. En ik vrees dat daar weinig staten zijn die voldoende functioneren om daarmee sluitende afspraken te kunnen maken.

Het toelatingsbeleid in de polder zal dus strenger moeten worden, ook om het toch al broze draagvlak niet verder te belasten. We blijken bij de inwilliging stukken soepeler te zijn dan de buurlanden. Het schijnt dat men bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) asielzoekers het voordeel van de twijfel gunt, niet omdat ze te weinig mensen hebben maar omdat het beleid steeds ingewikkelder wordt. De IND is de zoveelste overheidsinstantie die opgezadeld wordt met een onuitvoerbare opdracht.

Maar hoe moet het dan wel?

In Denemarken heeft een sociaaldemocratische regering het strengste, tegenstanders noemen het draconisch, vluchtelingenbeleid in de noordelijke EU. Er zal vast het een en ander op dat beleid af te dingen zijn, maar het werkt. Bij de verkiezingen van vorige maand die de sociaaldemocraten wonnen, was immigratie niet eens meer een issue. Het had als niet gering bijkomend voordeel dat de populisten de wind uit de zeilen werd genomen en de grootste nederlaag sinds jaren leden. Dat is te danken aan de koerswijziging die minister-president Mette Frederiksen een aantal jaren geleden doorvoerde. De traditionele achterban van de sociaaldemocraten hoefde haar heil niet langer te zoeken bij de populisten.

Je bent geneigd te denken dat wat de Denen lukt, bij ons in de polder toch ook zou moeten lukken. De grondtoon van de Deense politiek wordt net als bij ons bepaald door de verzorgingsstaat. Net als wij hebben de Denen de reputatie een open, liberaal en redelijk bestuurd land te zijn. Volgens de bekende Amerikaanse politocoloog Francis Fukuyama moet elk land als het even kan proberen een soort Denemarken te worden. Dus waarom zouden we daar geen voorbeeld aan nemen? Kan Denemarken ook weer eens voor gidsland spelen.

De Denen hebben voor het asielbeleid na veel vijven en zessen een pragmatische, politieke oplossing gekozen. En dat gaat ‘m bij ons niet worden. Bij ons willen partijen als D66, GroenLinks, PvdA, ChristenUnie en het protestante deel van het CDA een oplossing die vooral morele instincten bevredigt. En als ze even ‘zwak’, dwz (te) pragmatisch, dreigen te worden, krijgen ze meteen Vluchtelingenwerk op het dak. Zoiets geeft vast een fijn gevoel maar bij het vinden van realistische oplossingen is het een handicap.

Elk compromis wordt dan al gauw een nederlaag waarna de achterban begint te morren en voor een volgende gelegenheid meer standvastigheid eist. Vaak klinkt dan ook, ‘dit was eens maar nooit weer’. Vooral bij de ChristenUnie hebben ze er een handje van om van ongeveer alles een gewetenszaak te maken. Uiteindelijk binden ze vrijwel altijd in omdat ze toch liever in de regering zitten dan dat ze in de oppositiebanken onvoorwaardelijk gods woord volgen. Maar het maakt besturen onnodig veel moeilijker.

Ik heb geen flauw idee wat Rutte gaat verzinnen. Maar het zou me, gezien bovenstaande, verbazen als hij er in slaagt de migrantenstroom daadwerkelijk in te dammen.