Duitsland heeft tientallen jaren geloofd dat het een bijzondere band met Rusland had. De Bondsrepubliek zag zich graag als een ‘brug tussen oost en west’. De prijs daarvoor was dat de handen soms voor de ogen moesten en de vingers in de oren. Wat ze in het Kremlin ook uitspookten, de ‘diplomatieke kanalen’ moesten hoe dan ook altijd open gehouden worden.
De Bondsrepubliek voer daar wel bij. Van de goede betrekkingen met Moskou plukte het bedrijfsleven op grote schaal de vruchten. Daarnaast hoopte men ook dat Rusland een meer westerse, democratische richting zou opgaan. Daar hadden ze een pakkende oneliner voor: Wandel (verandering) durch Handel. De Wandel werd door links sterker omhelsd dan door rechts dat de Handel, uiteraard, belangrijker vond.
De meest uitgesproken vorm van dit beleid was de ‘Ostpolitik’. Dat was het geesteskind van de sociaaldemocratische Bondskanselier Willy Brandt (1969- ’74) die daarmee toenadering zocht tot Moskou en diens vazalstaten. De Ostpolitik droeg destijds bij aan een tijdelijke ontspanning tussen het Westen en het Oostblok. Voor de sociaaldemocraten en later ook de Groenen werd de Ostpolitik het fundament van de buitenlandse politiek. Ze hadden soms de neiging het succes ervan te overdrijven. De Val van de Muur in 1989 zou vooral te danken zijn aan de Ostpolitik. De laatste Sovjet -leider Michael Gorbatsjov beliefde dat anders te zien. Rusland kon de wapenwedloop met de VS niet meer volhouden. De economie was te zwak. De Ostpolitik speelde in het drama een bijrol.
Als je sterk in iets gelooft en in die overtuiging veel hebt geïnvesteerd, wordt het moeilijk om er afstand van te nemen. Dat gold ook voor de Ostpolitik. De meeste landen in het Westen werden op zijn laatst in 2014 wakker maar bij de meeste Duitsers ging ook na de annexatie van de Krim en de bezetting door pro-Russische separatisten van het oosten van de Oekraïne de wekker nog steeds niet af. In tegendeel, er was opvallend veel begrip voor Poetin. De lieden die dit standpunt het hardst verkondigden, gaan sindsdien door het leven als ‘Putin-versteher’.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Angela Merkel de bewegingen en motieven van Poetin beter doorzag dan haar collega’s. De voormalige Bondskanselier is opgegroeid in de voormalige DDR, spreekt vloeiend Russisch en had bijgevolg weinig last van illusies. Niettemin week ze niet wezenlijk af van de basisprincipes van de Ostpolitik. ‘Wandel durch Handel’ bleef uiteindelijk ook haar devies, met de nadruk op Handel (en arbeidsplaatsen). Het resulteerde in een grote wederzijdse economische afhankelijkheid. Met op den duur voorspelbare nadelige consequenties. De Bondsrepubliek ging aan het Russische energie-infuus: 30 procent van haar olie, 50% van de kolen en 55% van het aardgas komt uit Rusland. De Duitsers leverden zich uit aan de nukken en grillen van de leverancier. Strategisch is dat een kapitale blunder.
Van tijd tot tijd werd daar ook op gewezen. Die kritiek werd meestal weggewuifd. Dat komt mede door het geestelijke klimaat in de Bondsrepubliek. Na de nazi-terreur was het pacifisme de collectieve grondhouding geworden. Voor de slachtoffers was dat in zekere zin geruststellend. Van Duitsland zou eindelijk geen gevaar meer uitgaan. Het had echter ook een minder aangename keerzijde. Voor de Bondsrepubliek was het een alibi om zich te onttrekken aan haar verantwoordelijkheid.
Dat ging ook vaak gepaard met een typisch Duitse vorm van moralisme. Dat gaat als volgt: Duitsland had door zijn verleden een gitzwart strafblad. Daarom moeten de Duitsers zich onthouden van militaire activiteiten en hebben ze de plicht om de wereld te waarschuwen als het volgens hen hoe en waar dan ook de verkeerde kant uit dreigt te gaan. Met alle verschijnselen, opgeheven vingertje, gepreek, superioriteitsgevoel, hypocrisie die daarbij horen. Het is ook een van de redenen waarom het Duitse leger in een deplorabele toestand verkeert. Waar in het verleden een uniform en zijn drager werden verheerlijkt, kun je er als net mens nu beter niet in gezien worden.
Doorgaans verandert een diepgewortelde cultuur, mentaliteit, of hoe je het ook wil noemen, alleen door een ramp, revolutie of oorlog. In het geval van Duitsland is het de aanval van Poetin op de Oekraïne. Niet dat de regering van de nieuwe Bondskanselier, de sociaaldemocraat Olaf Scholz, meteen doordrongen was van de ernst van de situatie. Hij bleef zijn kaarten zetten op de diplomatie. Met sancties moest het Westen terughoudend zijn. Duitsland weigerde de Oekraïne verdedigingswapens te leveren. Ter rechtvaardiging ging men over tot het aloude ritueel: het beroep op het oorlogsverleden.
Het afgelopen weekend maakte Scholz opeens de draai. De harde sancties die hij nog een paar dagen eerder had geblokkeerd, worden nu ondersteund. De Oekraïne krijgt zijn wapens. Voor de verwaarloosde strijdkrachten komt een speciaal herstelfonds van 100 miljard. De afspraak dat de NAVO-landen 2 procent van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) uitgeven aan defensie had Duitsland, overigens net als de meeste landen, waaronder Nederland, aan de laars had gelapt. Dat gaan ze nu nakomen. De kwalificatie ‘historisch’ viel en hoewel sterk aan inflatie onderhevig, is het deze keer op zijn plaats. Duitsland nam na een halve eeuw afscheid van zijn Ostpolitik.
Je kunt nu gaan steggelen over de vraag hoe die koerswijziging tot stand is gekomen. Begrepen ze in Berlijn zelf dat ze op dood spoor zaten? Of gaf de kritiek van de bondgenoten, de herhaaldelijk gesuggereerde en uitgesproken twijfels over de Duitse betrouwbaarheid, de doorslag? Het zal zoals meestal een combinatie van beide zijn. Maar goed, dat wordt een kluif voor historici. Voor nu geldt in de eerste plaats het resultaat. Het belangrijkste land van Europa is eindelijk wakker geschud.
Geef een reactie