Op 12 mei 1897 haalden twee turfarbeiders uit een veenplas bij Yde in Drenthe het lichaam van een meisje naar boven, zwart van kleur, de huid gelooid door de zuren in het veen, driemaal om haar hals een band, strak getrokken door een schuifknoop, vlak boven haar sleutelbeen een steekwond. Zij moet rond het begin van de jaartelling zijn gedood. Waarom? Gestraft? Geofferd? Het doet er niet meer toe, maar het is of je op haar gezicht de doodsangst kunt aflezen. Zij was pas 16 jaar.

In 1994 heeft Sir Richard Neave, verbonden aan de medische faculteit van de Universiteit van Manchester, op grond van weefsel en schedelmateriaal een reconstructie gemaakt van het meisje. Sir Richard helpt met succes de politie om onherkenbare slachtoffers van moord herkenbaar te maken. Van het meisje van Yde zei hij: ‘Haar moeder zou haar herkennen.’

Wij staan bij het kunstwerk De Gebroken Cirkel van Derk den Boer waarmee de vindplaats van het meisje wordt gemarkeerd. De donkere houtwal in de verte omzoomt het schuldige land als een eeuwigdurende rouwrand. Wij stellen ons de mensen voor die 2000 jaar geleden boven haar stonden en haar ombrachten. Geen beeltenis, geen persoonlijk verhaal, zelfs geen voetafdruk van hen is achtergebleven.

Het meisje leeft zoals zij er uitzag voort in onze herinnering. Wij blijven haar gedenken.