Boris Johnson blijft zitten waar hij zit. Hij piekert er niet over om af te treden, hoeveel feestjes er ook in zijn ambtswoning zijn geweest tijdens de strenge lockdowns – waarbij hij soms ook aanwezig was, met een glas booze in zijn hand.

Het bij vlagen vernietigende rapport van topambtenaar Sue Gray met kritiek op het falend leiderschap en met sappige details en foto’s heeft de Britse premier ‘nederig’ gemaakt, zei hij in een volgepakt Lagerhuis. Voor de zoveelste keer heeft hij zijn verontschuldigingen aangeboden voor de gang van zaken (Boris is zelfs beboet), hij neemt de volle verantwoordelijkheid op zich, maar opstappen, nou nee.

Het land verkeert in financiële ellende met een gierende inflatie, er is een oorlog in Europa gaande, en in die kommervolle omstandigheden kunnen we ons geen politieke crisis veroorloven, aldus Johnson. We hebben ons lesje geleerd, slaan de pagina om en gaan dapper verder.

De politieke toekomst van de premier hangt nu af van zijn collega’s in de fractie van de Conservatieven. Als vijftien procent, zo’n 54 Lagerhuisleden, via een brief aan het fractiebestuur aandringt op zijn vertrek, komt er een stemming. Zegt de meerderheid van de fractie het vertrouwen op, dan is het einde verhaal voor Boris. Maar het is zeer de vraag of het zover komt. Een paar zaken werken sterk in zijn voordeel.

Ten eerste is het rapport van Sue Gray op sommige onderdelen weliswaar hard van toon met hier en daar ontluisterende details (sommige feestjes duurden tot half vijf in de ochtend, het schoonmaakpersoneel van Downingstreet struikelde uren later over de lege flessen), maar Johnson kan er op wijzen dat hij het zelf nooit zo bont heeft gemaakt. Hij was er maar even, aan het eind van de middag (‘winetime at four o’clock’ was het bijna elke vrijdag) en hij blijft volhouden dat de feestjes werkbijeenkomsten waren waar toevallig een glaasje werd geschonken. Dat hij aan die dronken toestanden in de avond en nacht niet meedeed, maakt zijn positie sterker.

Wat Boris ook helpt, is dat er geen logische opvolger is. Zijn naaste concurrenten in de partij hebben de laatste tijd ook behoorlijke butsen opgelopen. Zo lekte uit (mogelijk door het Johnson-kamp) dat de puissant rijke vrouw van de minister van financiën jarenlang nauwelijks belasting heeft betaald. De goede man, gezien als de kroonprins, kan de kans op het premierschap wel vergeten. Er is binnen de Tory’s niemand aan te wijzen die zo’n enorme stemmentrekker is als Boris Johnson; daar hebben de honderden Lagerhuisleden bij de vorige verkiezingen flink van geprofiteerd. De afgelopen maanden waren ze bang dat door ‘partygate’ hun zetel bij de volgende verkiezingen in gevaar zou kunnen komen. Die angst lijkt wat afgenomen.

Dat komt doordat de Britse bevolking het gedoe rond partygate beu begint te raken, al vindt nog steeds een kleine zestig procent dat de minister-president moet aftreden. Bovendien heeft Johnson zijn statuur in korte tijd enorm weten op te krikken, en dat heeft weer alles te maken met de oorlog in Oekraïne. De premier heeft daarin buitengewoon doortastend geopereerd. Als eerste westerse leider ging hij naar Kiev en maakte met president Zelensky voor het oog van de snorrende camera’s een wandeling door de hoofdstad. Johnson heeft Oekraïne heel veel steun toegezegd, ook militaire, en dat is op het thuisfront goed gevallen.

Ook de financiële crisis helpt Boris een handje. Voor de lagere inkomensgroepen dreigt door de snel oplopende prijzen van energie en voedsel een regelrechte ramp. De Britse regering probeert met steunmaatregelen de ergste narigheid weg te nemen en neemt daarbij voorstellen van oppositiepartij Labour over waar ze aanvankelijk fel tegen was. Het is nogal wat om midden in zo’n grote crisis van premier te wisselen.

Labourleider Keir Starmer hield een krachtige rede in het Lagerhuis. Voor de zoveelste keer drong hij aan op het aftreden van Johnson die, net als zijn partijgenoten, een morele standaard heeft die ‘lager is dan een slangenbuik’. Tegen Starmer loopt ook een onderzoek omdat hij zich eveneens schuldig zou hebben gemaakt aan het overtreden van de lockdowns. Als hij daarvoor beboet wordt, stapt hij op, heeft hij eerder laten weten. Johnson, die dus al beboet is, zou ook dat fatsoen moeten opbrengen en aftreden, aldus de oppositieleider. Waarop de premier snedig antwoordde dat Starmer van meet af aan aandrong op zijn vertrek, maanden geleden al toen er van een boete nog geen sprake was. ‘Waarom doet u niet hetzelfde?’, vroeg hij aan de Labourleider.

Johnson voelde zich duidelijk senang in het debat, was zelfverzekerd en zelfs gepassioneerd, en haalde fel uit naar de oppositie. Hij is nog niet uit de gevarenzone: als er een paar tussentijdse verkiezingen voor een Lagerhuiszetel slecht uitpakken voor de Conservatieven, kan het zo met hem gedaan zijn. Maar voorlopig lijkt zijn positie gered.