Om op voorhand eventuele misverstanden weg te nemen: Pieter Omtzigt is geen populist.  De carrière van de populairste politicus in onze polder heeft zich altijd in het centrum afgespeeld. Misschien iets meer aan de rechterkant maar altijd dicht bij de middenstip. Dwarser en eigenzinniger dan de top van zijn voormalige partij vaak lief was, maar tot zijn vertrek twee jaar geleden was hij ruim 20 jaar een loyale CDA-er.

Van Omtzigt hoef je dus geen xenofobe uitvallen a la Geert Wilders, krankjorume ideeën als van Thierry Baudet of ander gescharrel in ranzige regionen te verwachten. Niettemin, hij lijkt vooral op de populistische akker te gaan oogsten. Volgens de peilingen zou hij met zijn partij bij de verkiezingen in november 46 zetels binnenhalen. Die kiezers komen uit alle windrichtingen maar toch voornamelijk van de BoerBurgerBeweging (BBB), Ja21 en PVV. Vandaar dat Caroline van der Plas (BBB) graag samen met hem op de trekker had willen zitten.

Op de naam van de partij alleen zal niemand af komen. Als Omtzigt een pr-bureau heeft ingeschakeld om die naam te bedenken, moet hij daar gauw afscheid van nemen. De naam, een Nieuw Sociaal Contract, zal ongetwijfeld de lading, het program, dekken, maar als ooit een prijsvraag wordt uitgeschreven voor de minst sexy, meest saaie partijnaam, gaat die hoofdprijs in elk geval naar de Pieter-partij.

Er is al veel gezegd en geschreven over de problemen die Omtzigt te wachten staan. Hij mag dan een partij en een programma hebben, maar dat is het minste. Dus even in het kort: staat er een organisatie? Heeft hij voldoende enigszins redelijk bekwame en integere kandidaten? Met andere woorden, heeft hij de gekken, gelukszoekers, querulanten waarmee populisten hun kandidatenlijsten bevolkten, buiten de deur weten te houden? Om dat risico te beperken zal hij  met een bescheiden lijst aantreden maar hoe bescheiden die is en wie daar op prijken, is nog niet bekend. Zeker is alleen dat hijzelf in de Kamer gaat zitten omdat hij grote waarde hecht aan de controlerende taak van het parlement.

Omtzigt zal het vooral moeten hebben van de gunfactor. In het nationale bewustzijn heeft hij zich verankerd als onversaagd strijder voor gerechtigheid. Hij was altijd een hardwerkend en goed Kamerlid. Dossiervreter en ‘pitbull’. Maar zijn faam dankt hij aan de strijd samen met Renske Leijten (SP) voor de slachtoffers van het toeslagenschandaal. Dat is natuurlijk een geweldig pre, maar er is iets dat nog veel mooier is. En dat is de held die door zijn eigen partij geschoffeerd is en wordt gezien als slachtoffer van gekuip en intriges. Daar heeft het publiek altijd veel sympathie voor.

Het CDA had waarschijnlijk steekhoudende redenen om Omtzigt drie jaar geleden geen partijleider te maken. Omtzigt geldt als een ‘solist’, lastig in de omgang, zou niet kunnen delegeren, geen compromissen willen of kunnen sluiten, etc. Dat zijn inderdaad niet de eigenschappen waarmee je een succesvol leider wordt. Waar iemand als Mark Rutte in overvloed en misschien wel teveel van heeft, mentale souplesse, heeft Omtzigt te weinig.

De combinatie van held en slachtoffer, voorvechter en martelaar, maakt hem tot een geweldig stemmenkanon. De andere partijen, behalve GroenLinks en de SGP die immuun voor het Omtzigt-effect lijken, maken zich niet zonder reden zorgen. En dan gaan ze op zoek naar de zwakke plekken van de uitdager.

Dat vereist enige subtiliteit. Afbranden, met drek gooien, aanvallen op de persoon, pakt doorgaans averechts uit en bevestigt alleen maar zijn heldenstatus. Handiger is het om zijn geschiktheid als politiek leider te ondermijnen. Dat kan door hem ‘het graf in te prijzen’. Men erkent en prijst zijn kwaliteiten, voortreffelijk Kamerlid, onafhankelijk denker, groot sociaal gevoel, enz. Maar men wijst ook met meer of minder nadruk op zijn zwakke kanten. Is hij bestand tegen druk, kan hij leiding geven in een crisis, is hij generalist genoeg om overzicht te hebben over de belangrijkste beleidsterreinen? Het is het behoedzaam opwekken en vervolgens voeden van de twijfel. Waarbij men zeker gaat zinspelen op zijn burn out.

De andere lijsttrekkers zullen daar niet openlijk hun handen aan vuil maken. De twijfel wordt gezaaid via hun spindoctors en bevriende media. Ook zijn er soms oud-gedienden en andere coryfeeën bereid om hun steentje bij te dragen. Oud-minister Henk Kamp (VVD) en oud-D66-leider Alexander Pechtold spraken al hun scepsis uit: Omtzigt had nog nooit verantwoordelijkheid gedragen. VVD-leider Dilan Yesilgoz nam afstand van Kamps uitspraken, voor haar had ‘het niet gehoeven’, maar het is intussen wel gezegd.

De gunfactor is in de politiek meestal van beperkte duur. Op dit moment is Omtzigt onaantastbaar. Daar kan een einde aankomen door eigen fouten, – en die gaan zeker komen -, de fouten van zijn kandidaten, – die eveneens zeker komen – en het uitvergroten van die fouten door zijn tegenstanders. Veel zal afhangen van hoe Omtzigt daarmee tijdens de campagne weet om te gaan. Inhoudelijk hoeft hij niemand te vrezen, in zo’n debat zal hij zich wel staande weten te houden. Al zal hij moeten oppassen dat hij zich niet verliest in details.

Het risico voor Omtzigt bestaat vooral uit de torenhoge verwachtingen. Je mag aannemen dat hij dat heeft verdisconteerd maar het is iets dat hijzelf nauwelijks in eigen hand heeft. Verwachtingen brengen vooral teleurstellingen voort. Na de piek komt het dal, zei mijn grootmoeder. Pieter Omtzigt heeft veel te verliezen.