PVV, VVD, NSC en BBB mogen dan hebben afgesproken samen een kabinet te vormen, ze moeten het wel nog even eens zien te worden over de inhoud. Dat zal niet meevallen. De vier partijen staan weliswaar allemaal als (extreem)rechts bekend, maar ze verschillen onderling nogal.

Het zal dan ook vermoedelijk nog een hele tijd duren voor ze  een regeerakkoord, hoe beknopt dan ook, kunnen presenteren. De schatting dat ze nog vóór de zomer (begin juli dus) op het bordes bij de koning staan, lijkt mij rijkelijk optimistisch. Al zijn uiteraard de wonderen de wereld niet uit.

Het eerste waarover ze de klokken gelijk moeten zetten is de asielinstroom. Dat is eigenlijk de voornaamste reden waarom ze met elkaar praten. Rutte IV viel omdat de regeringspartijen van dat kabinet geen akkoord wisten te sluiten over het inperken van het grote aantal vluchtelingen dat in Nederland een onderkomen zoekt.

Alle nu onderhandelende partijen vinden dat dat er minder moeten worden. Maar hoeveel minder? Daarover lopen de standpunten nogal uiteen.

De PVV is het strengste. Volgens die partij dient het migratiesaldo – inclusief buitenlandse werknemers, studenten etc. – nul te bedragen. Het NSC is het meest royaal. Deze club spreekt in haar verkiezingsprogramma van een saldo van maximaal 50.000. ‘Dan moeten de alarmbellen rinkelen’, aldus dit document.

Wat dat precies betekent – dat de alarmbellen rinkelen – is mij niet helemaal duidelijk. Misschien partijleider Pieter Omtzigt ook niet.

Tussen PVV en NSC zit dus nog behoorlijk wat ruimte. Dat wil zeggen: als ze aan hun belofte aan de kiezers vasthouden. Naar ik aanneem komen er nog wel compromissen op tafel. Mogelijk doen VVD en BBB daartoe voorstellen. Zij hebben – voor zover mij bekend – geen exacte cijfers genoemd over het aantal buitenlanders dat zich hier nog mag vestigen.

Overigens is het nog de vraag in hoeverre BBB eraan wil meewerken het migratiesaldo omlaag te krijgen. Volgens deze partij mogen er 15.000 asielzoekers de grenzen passeren. Hoeveel arbeidsmigranten – waarvan de landbouw het voor een groot deel moet hebben – hier welkom zijn is afwachten.

Ik zal niet beweren dat de onderhandelende partijen het nooit eens zullen worden over de migratiekwestie, maar makkelijk zal het niet zijn. ‘Minder is geen’ en ‘minder is 50.000’ is bepaald niet hetzelfde.

Maar mochten de vier al een akkoord bereiken over het aantal migranten op Nederlandse bodem, dan zijn ze er nog lang niet. Zo moeten ze op één lijn zien te komen over de dingen die geld kosten. En aangezien vrijwel alles geld kost, ligt er nog een pittig robbertje vechten in het verschiet.

Naar het zich laat aanzien zullen vooral PVV en BBB daarbij veren moeten laten. Deze twee partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s allerlei zeer kostbare beloftes gedaan, met name op het terrein van de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. VVD en NSC zullen willen weten waar de centjes vandaan moeten komen, en het antwoord zal hun niet meevallen.

Zelfs het bepalen welke partij welk departement krijgt onder welke bewindspersoon zal niet simpel zijn. De vier onderhandelingspartners hebben elkaar beloofd dat de helft van hun bewindslieden ‘van buiten de politiek’ komt. Wat is dat precies: van buiten de politiek? Bovendien mogen ze elkaars kandidaten boycotten. Een recept voor tweedracht, lijkt me. Of  ‘vierdracht’ in dit geval.