Een sheepdog trial is een wedstrijd voor herders met hun herdershonden. Zij staan aan de rand van een veld te wachten tot een aantal schapen het veld wordt ingestuurd. Door middel van fluitsignalen stuurt de herder zijn hond op de schapen af.

Annie en ik bezoeken een trial in Wales. Achter het hek, vlak voor ons, staat de herder met zijn hond. In de verte lopen vijf wit gewolde wolkjes langs de rand van het veld. De hond verstrakt, legt zijn oren in zijn de nek, ligt klaar om van start te gaan. Als de schapen halverwege zijn geeft de herder een fluitsignaal. De hond schiet weg als een pijl uit de boog.

Gestuurd door fluitsignalen moet de hond de schapen tussen twee hekken door jagen, ze daarna scheiden in een groepje van twee en één van drie en ze tot slot in één keer alle vijf in een omheinde ruimte, de pen, drijven waarna de herder het hek dicht doet. Snelheid en het aantal fouten bepalen de uitslag.

Naast ons staat een dame met een hondje op haar arm. Opeens wringt hij zich los, glipt onder het hek door. Hij wil duidelijk meedoen met de grote jongen in het veld en rent keffend met hem mee achter de schapen aan, die alle kanten opstuiven. Woede en verontwaardiging alom. Het duurt even eer het mormel terug is bij de bazin, die via de luidspreker een openbare schrobbering krijgt. De herder en zijn hond krijgen een nieuwe kans.

Samen met de toeschouwers leven we enthousiast mee, krijgen er een beetje kijk op wie het goed doet en wie niet. Opnieuw gaat er een hond op vijf schapen af. De herder fluit zich een ongeluk, de hond rent als een razende heen en weer, maar krijgt het niet voor elkaar om de schapen in het gareel te krijgen. Eén schaap doet niet wat een schaap als kuddedier hoort te doen: bij zijn soortgenoten blijven plakken. Verdwaasd freewheelt het beessie over het veld. Nadat het is verwijderd, horen wij over de luidspreker, dat de herder nog een kans krijgt because of one unsound (ontoerekeningsvatbaar) sheep.

De volgende dag, tijdens onze wandeling door veld en beemd, roep ik bij het zien van een alleenstaand schaap: ‘Kijk nou toch, one unsound sheep.’

‘One maar,’ zegt Annie, kijk daar eens, en daar, o jee, en daar nog een… my goodness, een hele kudde unsound sheep.’