Voorspellingen vormen een wezenlijk onderdeel van de politiek. Je kunt geen beleid maken voor de komende jaren zonder althans enig idee te hebben hoe die jaren eruit zullen zien. Jammer genoeg is het doen van voorspellingen heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Keer op keer gaat het dan ook mis. Op zich niet zo erg, als dat dan maar eerlijk zou worden toegegeven. Maar dat gebeurt vrijwel nooit.

Neem de voorspellingen van de peilingbureaus over de verkiezingsuitslagen (door hen deftig ‘prognoses’ genoemd.) Die hebben vaak wel de goede richting, maar geven zelden of nooit het juiste resultaat weer. En soms zitten ze er helemaal naast. Beroemde illustraties van dat laatste zijn de prognoses over de Britse Brexit in 2016 en de verkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump in hetzelfde jaar. Maar er zijn ook zat binnenlandse voorbeelden. In plaats van ruiterlijk te erkennen dat ze het mis hadden, wringen de bureaus zich dan in allerlei bochten om hun ongelijk te verbloemen. Ze krijgen het zelfs voor elkaar de kiezers de schuld te geven: die hebben een ander vakje roodgekleurd dan ze aan de opiniepeiler hadden toegezegd.

Gelukkig nemen politici polls doorgaans niet serieus. Ze schamperen dan over ‘dagkoersen’. Maar die term gebruiken ze nooit bij de ‘ramingen’ (dat klinkt nóg deftiger dan prognoses) van het Centraal Planbureau. Terwijl dit CPB er toch doorgaans rond voor uitkomt dat het er maar een slag naar slaat. Het presenteert dan doodleuk een nieuwe, bijgestelde raming, daarmee erkennend dat de vorige niet klopte. Politici jammeren daar niet over, maar passen hun beleid gewoon aan. Tot er een nog nieuwere, nog meer bijgestelde raming verschijnt.

Ook RIVM-opperhoofd Jaap van Dissel slingert beroepshalve de ene na de andere toekomstvisie de wereld in. Blijkt de werkelijkheid anders? Geen nood, dan maakt Jaap gewoon weer een nieuwe. Twee jaar terug noemde hij – of in elk geval zijn instituut – de kans klein dat corona Nederland zou bereiken. En als dat dan zou gebeuren, dan waren we hier danig voorbereid. Beide profetieën bleken onjuist. Corona bereikte Nederland wel degelijk, en we hadden geen idee wat we toen doen moesten.

Van Dissel ging vervolgens onverdroten voort op het pad van de foute verwachtingen. Aanvankelijk zei hij dat mondkapjes geen effect zouden hebben, en zelfs schadelijk zouden zijn. Nu zweert hij erbij. Eerst beweerde Van Dissel dat kinderen niet of nauwelijks besmet konden raken met het coronavirus. Nu vallen hele scholen uit omdat vrijwel alle leerlingen snotterend van de omikron thuiszitten.

Op zich geen ramp. Corona bestrijden betekent, om met premier Rutte te spreken, varen op zicht, zonder te weten of de koers deugt. Het virus ontwikkelt zich steeds anders dan gedacht en plaatst ons telkens opnieuw voor verrassingen.

De voorspelling van Van Dissel dat door het hoge aantal besmettingen de ziekenhuizen zouden volstromen blijkt dan ook weer niet te kloppen. De aannames in de door het RIVM gebruikte modellen waren ‘te pessimistisch’, zei Van Dissel gisteren in de Tweede Kamer.

Te pessimistisch? Ze waren gewoon verkeerd. Kan gebeuren, Jaap. Niemand kent de toekomst. Als je nu eens begon met niet te doen alsof jij die wel kent. Of in elk geval probeert wat minder de deskundige uit te hangen dan nu onder virologen en andere koffiedikkijkers gebruikelijk is.