Informateur Kim Putters (PvdA) mag de komende vier weken proberen een dood paard tot leven te wekken. Partijgenoot Roland Plasterk vertilde zich aan de klus, toen het beest nog teken van leven gaf, dus je mag je afragen hoe groot de kans van slagen is van de ambitieuze SER-voorzitter. Het lijkt onbegonnen werk. Hulp van Dr. Sigmund Freud zou welkom zijn.

Tijdens het debat woensdag over de vastgelopen formatie wrongen de leiders van PVV, VVD en BBB zich in allerlei bochten om Pieter Omtzigt (NSC) weer aan tafel te lokken. Eerst hadden ze lucht gegeven aan hun ergernis, – een understatement- over zijn optreden van de vorige week. Omtzigt stapte toen uit de formatie en in de dienstauto van Plasterk. Hij ging een paar geselecteerde journalisten op de hoogte brengen van zijn besluit. De partners werden pas per app ingelicht toen het bericht al op het net stond.

In een mislukte relatie kun je soms een moment aanwijzen waarop het punt van no return werd bereikt. De partners hebben het geprobeerd, elkaars hand vastgehouden bij de relatietherapeut (informateur), maar het eind van de gezamenlijke reis is bereikt. Het is beter dat ieder zijns weegs gaat. Normaal gesproken zouden Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB) nu de handdoek in de ring hebben moeten gooien. Met Omtzigt blijkt geen land te bezeilen.

Maar dit is Den Haag en dan gaat het over het landsbelang, problemen die opgelost moeten worden en burgers die verwachten dat politici dit boven hun soms ondoorgrondelijke ‘gedoe’ stellen. En dus werden we getrakteerd op onnavolgbare verhandelingen over diverse regeringsvormen. Naast de voor de meeste kiezers bekende meerderheids- en minderheidsmodellen kwamen nu ook een zakenkabinet en een extra-parlementair kabinet ter sprake. De laatste kon ook in een ‘bredere’ variant, zo hoorden we.

Dat stelde de oppositie al dan niet gespeeld voor een raadsel. Niemand kon zich een goed beeld vormen van hoe zo’n extraparlementair kabinet eruit moet zien. Dilan Yesilgöz had enige moeite om het uit te leggen. En zij had het nog wel met veel aplomb gepresenteerd als haar ‘nieuwe stap vooruit’.

Iedereen in ’s lands vergaderzaal begreep natuurlijk meteen dat het voornamelijk een poging was om Omtzigt te paaien. Wilders, Yesilgöz en Van der Plas mogen nog zo de buik vol hebben van het gedraai, geweifel en de fratsen van de Goed Heilig Man uit Enschede, ze kunnen niet zonder hem. Objectief bezien is het een vernederende vertoning. Je staat met de pet in de hand bij iemand die je het liefst een oplawaai zou verkopen. Met de boksbeugel. Maar dat is onmogelijk. Dr. Freud schrijft voor dat je hem juist nu met fluwelen handschoenen moet aanpakken. Zoals de nationale troubleshooter Johan Remkes al eerder opmerkte: nu moet je hem comfort bieden.

Dat vergt bovenmenselijke inspanningen van met name Geert Wilders. Wilders moet verloochenen wat hij zijn hele politieke leven vol overgave heeft gedaan. Sneren, beledigen en provoceren zijn opeens taboe. Hij moest een nieuw kunstje leren. De ‘katholieke gluiperd’ behandelen als de vriend voor het leven, met wie hij zelfs graag op een onbewoond eiland zou willen zitten.

Dat is misschien de manier om een obstinate, door de wol geverfde machtspoliticus te vermurwen. Iemand die je het bloed onder de nagels vandaan haalt maar van wie je weet dat zijn gechicaneer een doel heeft. Je moet door door het stof om hem zover te krijgen dat hij zijn bezwaren laat varen en meedoet. Omwille van het landsbelang.

Alleen, dit is Pieter Omtzigt. En Omtzigt is geen door alle wateren gewassen machtspoliticus. Hij is Kamerlid, – en goed, daarover geen misverstand – een luis in de pels van de macht, zeker, maar hij zit in de verkeerde film. Of beter, hij mist het karakter en het talent voor de rol die hij nu moet spelen. Hij is de zoveelste politicus die het slachtoffer is van zelfoverschatting. Zijn succes als groot-inquisiteur in het toeslagen-schandaal zou hem volgens boze tongen naar het hoofd zijn gestegen. Hij zou zichzelf hebben wijs gemaakt, dat hij een belangrijke partij kan leiden, dat hij de juiste ideeën voor het land heeft en dat hij de verantwoordelijkheid aankan. Helaas en niet alleen voor hem mist hij de daartoe vereiste eigenschappen.

Hij heeft niet de hardheid, de creativiteit en het doorzettingsvermogen om vorm te kunnen geven aan die ideeën. Het zou mij niet verbazen dat hij daar de afgelopen weken met Wilders, Yesilgöz en Van der Plas achter is gekomen. Dat hij door zijn persoonlijkheid, zijn fysieke en mentale constitutie, ongeschikt is.

Omtzigt is de leider van een partij waarvan de kiezers niet meer weten wat ze kunnen verwachten. De meeste hebben een voorkeur voor een kabinet met de PPV, VVD en BBB, maar hun leider kan en wil dat niet leveren. De kans is groot dat ze hem de rug zullen toekeren en hun heil gaan zoeken bij de man en de standpunten die hij ten diepste veracht. En dat hij het omgekeerde bewerkstelligt van wat hij beoogde, niet minder maar juist meer Geert Wilders.

Is dat tragisch? Misschien. Maar het is ook de zoveelste les dat goede intenties niet toereikend zijn. Omtzigt is niet uit het juiste, dwz harde en toch buigzame hout gesneden van de geboren politicus. Maar intussen zitten Den Haag en het land met hem opgezadeld en moet Kim Putters aan dat dode paard trekken.