Soms overvalt het je zonder dat er de minste aanleiding toe is. Het kan je overal overkomen. Bij een zebrapad, waar je staat te wachten om over te steken. Of aan de toog in een café met een half oor luisterend naar een paar kerels die met nogal selectieve nostalgie vinden dat het vroeger beter was. Het kan zomaar plaatsvinden tijdens een snelle plas bij een benzinepomp terwijl je bedenkt dat het proces van stofwisseling waarmee we ons in leven houden maar een ingewikkeld gebeuren is. En zelfs al in vakantiestemming aan de incheckbalie op Schiphol waar je net als de anderen in de rij met ongeduld wacht om de Nederlandse somberte in te ruilen voor een zonniger oord, kan het zich voordoen.
Die grote vraag die op je afspringt als een hongerig roofdier: wat doen we hier met zijn allen op deze aardkloot, buiten hem misschien naar de verdoemenis helpen? Waarom is deze wereld, volgens Leibniz de best mogelijke die door God te ontwerpen was, er überhaupt? Er daar sta ik dan met mijn mond vol tanden hoewel er in de loop der tijd heel wat antwoorden op gegeven zijn.
We zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te zijn, leerden we uit de catechismus van Petrus Canisius op de lagere school. Een antwoord dat er zijn mag al heeft het de laatste tijd aan populariteit behoorlijk ingeboet. Pas jaren later na veel gezwerf in het Verre Oosten zie ik de eigenlijk voor de hand liggende overeenkomst met het Taoïsme van Lao Tzu. Al zullen mensen die hun christelijke inslag vervangen hebben met oosterse wijsheden dat belachelijk vinden. Want met dit soort lieden is het net als met voormalige rokers nadat ze die vermaledijde gewoonte hebben afgezworen. Ze verdragen geen pufje rook meer.
Afstandelijke harmonie
Maar kijk goed en zie: God dienen is overeenkomstig zijn wetten leven. Lao Tzu zei het ietsje anders en benadrukte de harmonie tussen de hemel en alles wat op aarde rondkruipt. Het niet respecteren daarvan kon alleen maar ongeluk veroorzaken. Voor mij mag dat best identiek heten met de christelijke hel waar je door te zondigen in terecht komt. Maar zo bedoelde onze Nijmeegse Petrus het natuurlijk niet. Want die wetten van harmonie van Lao Tzu zijn immanent werkzaam als een kille, afstandelijke God, zoals die bij Spinoza treft. Een God gespeend van elke passie. Een mechanische god, die met de mensen niets van doen heeft en gewoon zijn gang gaat. Geen smeekbede kan hem vermurwen.
Daartegenover staat de christelijke leer met haar openbaring met als unieke historische gebeurtenis natuurlijk de menswording van God in de persoon van Christus. Om de tekenen des hemels die voor harmonie moeten zorgen voor eens en voor altijd duidelijk te maken. Maar ook Christus kende zijn momenten van twijfel. Denk maar aan het: “Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten’’ toen aan het kruis op Golgotha de eenzaamheid toesloeg. Je kan er gerust van uitgaan dat zonder die uitspraak het Christendom nooit zo’n grote aanhang gekregen zou hebben. Want de Christelijke God krijgt er een menselijk gelaat door.
Menselijke maat
Persoonlijk heb ik altijd genoten van de lotgevallen van al de schalkse goden van de oude Grieken met hun menselijke hartstochten. Het ontlokte Xenophanes de spottende opmerking dat als paarden goden hadden, die ook op paarden zouden lijken. Maar tegen hem zeg ik: wat moet je nou met Goden die niet op ons lijken? Ik wens me te houden aan de menselijke maat, want meer heb ik niet.
In China ging het er anders aan toe. Om de tekenen des hemels te verstaan was men daar aangewezen op de keizer en die kon er nogal eens naast zitten zoals de geschiedenis laat zien. Hongersnood, natuurrampen, oorlogen, konden het gevolg zijn. De keizer had de tekenen niet goed geïnterpreteerd wat leidde tot opstanden of afzetting. Dat laatste is Christus tot nu toe niet overkomen.
Boeddha tapte uit een ander vaatje door zich wars te houden van al dat hemelse gespeculeer Hij zette God buiten spel en concentreerde zich volkomen op het menselijk lijden. Daarvan af zien te komen was zijn grote ambitie, die hij met uitsluitend menselijke middelen wilde bereiken: de juiste levenswijze zoals gegeven in het Achtvoudige Pad. Hij zegt het niet expliciet. Maar zijn antwoord op de vraag naar de reden van ons bestaan, komt er eigenlijk op neer dat we er ons ervan moeten bevrijden. Niet door zelfmoord zoals Schopenhauer nippend aan een goed glas wijn die aan zijn toehoorders voorhield. Maar door onze passies te overwinnen waardoor we binnentreden in Nirwana.
Aangezien ik mijn passies cultiveer zoals ze opkomen, heb ik er geen idee van hoe dat eruitziet. Hoewel dat streven naar bevrijding strikt genomen op zich ook een passie is, iets wat trouwens vooral het Zen Boeddhisme heel goed begrepen heeft. Het Nirwana wordt in laatste instantie gezien als identiek aan ons aards bestaan met als belangrijke toevoeging: voor hen die verlicht zijn. Zelf zal ik er nooit in slagen dat te bereiken. Ik ben simpelweg niet monogaam genoeg om me aan een enkele passie te kunnen geven…
Iedereen zijn zegje
Op de dag van vandaag zijn we heel seculier geworden en hebben de goden afgezworen. Of liever gezegd, we geloven nergens meer in, wat niet precies hetzelfde is. De Franse bioloog Henri Laborit verzekert ons dat de enige reden voor het feit dat we er zijn is, dát we er zijn. Een pracht van een tautologie, die goed illustreert dat we tegenwoordig met volkomen lege handen staan. Het lijkt enigszins op het einde van de Helleense tijd, toen het scepticisme hoogtij vierde.
Tezamen met het epicurisme dat in genieten waar het maar kon, haar heil zocht. En allerlei eclectische stromingen van welke aard oord. Iedereen zijn zegje zoals ook nu het geval is. Het Griekse denken was daarmee uitgeput, de bevlogenheid was weg. Daarna kwam het christendom opzetten om aan de wereld een nieuw anker te geven dat collectief aanvaard werd al ging ook dat niet van een leien dakje.
We leven in een tijd zonder ideologie, heb ik heel wat mensen horen zuchten, wat een diep verlangen uitdrukt naar zingeving en collectiviteit. De westerse cultuur is op zoek, staat op een kruispunt, maar weet vooralsnog niet welke richting in te slaan. Misschien slaagt zij erin zich te vernieuwen, maar zeker is dat niet. Ying slaat altijd om in Yang zegt het Chinese boek der Veranderingen. Waar opkomst is volgt verval. Om te weten wanneer dat gebeurt moet je de tekenen des hemels op de juiste wijze weten te interpreteren.
Geef een reactie