Angela Merkel is nog geen zes weken geleden afgezwaaid als bondskanselier en ze wordt nu al gemist. Haar opvolger, de sociaaldemocraat Olaf Scholz maakt in de Oekraïnecrisis een uitgesproken zwakke indruk. Zijn regering is verdeeld en lijkt de oren te laten hangen naar Moskou. Bij sommige Oost-Europese bondgenoten groeit bijgevolg de twijfel over Berlijns betrouwbaarheid. Geen wonder dat er in menig Westerse hoofdstad nu al sprake is van Merkel-nostalgie.

Merkel was gepokt en gemazeld in de buitenlandse politiek en dwong bij andere regeringsleiders respect en gezag af, ook bij Vladimir Poetin. Scholz eerste stappen op het diplomatieke parket zijn op zijn minst onwennig en je krijgt niet het idee dat hij een plan, laat staan een strategie heeft. De crisis heeft hem overvallen. En wat iedereen zich nu  afvraagt: hoe snel pikt hij de lessen op van deze stoomcursus crisismanagement?

De signalen zijn vooralsnog niet bemoedigend. De bondskanselier wees een uitnodiging van Joe Biden af om snel in Washington de koppen bij elkaar te steken. De Amerikaanse president had de leider van de belangrijkste Europese bondgenoot willen consulteren over misschien de grootste Europese crisis sinds de Val van de Muur. Maar Scholz had geen tijd; zijn ‘agenda was vol’. Biden moest nog even geduld hebben. Volgende maand heeft Scholz nog een gaatje. Inmiddels heeft hij wel laten weten dat alle mogelijke sancties, inclusief het stopzetten van het Nord Stream 2,  de omstreden Russische  gaspijpleiding, bij hem ‘op tafel liggen’. We zullen zien wat dat waard is, als de pleuris daadwerkelijk uitbreekt.

Scholz moet de crisis het hoofd zien te bieden met een verdeelde regering. De Groenen zijn voor een steviger optreden tegen Poetin, net als de liberalen van de FDP.  De liberalen zouden zelfs bereid zijn Kiev defensieve wapens te leveren. Dat zou een taboebreuk zijn. Duitse regeringen leveren in beginsel geen wapens aan landen in crisisgebieden. Dat heeft uiteraard weer alles te maken met het naziverleden. Dat standpunt veroorzaakt grote irritaties bij met name de Oost-Europese bondgenoten die zonder uitzondering slachtoffers waren van de nazi’s. Voor hen is het steeds meer een alibi om geen kleur te bekennen.

De belangrijkste regeringspartij, Scholz eigen SPD, heeft ernstig last van pro-Russische sentimenten. Links in Duitsland was altijd zeer antikapitalistisch, dus anti-Amerikaans en Rusland kon steevast rekenen op het voordeel van de twijfel. De ‘Putinversteher’ beroepen zich daarbij op de Ostpolitik van hun idool, kanselier Willy Brandt (1969-’74). Brandt’s grote wapenfeit is de verzoening met de Oostbloklanden, gesymboliseerd door zijn knieval voor het monument in het getto van Warschau. Dat was een grote stap naar de erkenning van Duitsland als een min of meer ‘normaal land’. (Dat Duitsland daarbij makkelijk de portemonnee trok, hielp natuurlijk ook).

Maar als zo vaak met politici uit de onderbond die in te grote voetsporen treden, overdrijven ze met hun toegeeflijkheid richting Moskou. Brandt erkende het belang van goede betrekkingen met Rusland maar dat hij een Putinversteher was geworden en Moskou’s agressie jegens Kiev had geslikt, lijkt niet aannemelijk.

Naast deze laten we zeggen ideële motieven, is ook de Mammon in het spel. Gerhard Schröder, kanselier van 1998 tot 2005,  is niet alleen een goede vriend van Poetin. Hij staat ook al jaren op de loonlijst van Gazprom dat Nord Stream 2 wil exploiteren. De oud-kanselier is een zwaar betaalde lobbyist van het Russische energiebedrijf dat niet toevallig Duitslands verreweg belangrijkste gasleverancier is. Daarbij maakt hij natuurlijk volop gebruik van zijn netwerk dat barst van de prominente partijgenoten. Scholz zelf was een protegé van Schröder, net als president Frank-Walter Steinmeier en partijvoorzitter Lars Klingbeil. Nu zal Schröder de Duitse buitenlandse politiek niet dicteren, althans dat mogen we hopen.  Maar het maakt al met al een weinig kosjere indruk.

Maar, hoor ik u zeggen, Duitsland heeft toch ook een minister van buitenlandse zaken? Waarom komt die niet in het stuk voor? En waarom laat die zich dan niet gelden? Annalena Baerbock van de Groenen is inderdaad minister van buitenlandse zaken en vliegt in die functie van hot naar her. Ze doet haar best, heeft bij de bondgenoten ook wel enige goodwill, maar is zoals zoveel ministers van buitenlandse zaken tegenwoordig een figurant. De echte zaken worden gedaan door de regeringsleiders. Crises zijn sowieso ‘Chefsache’, waarbij andere bewindslieden niet in de weg moeten lopen. Wie kent nog de namen van de Duitse ministers van buitenlandse zaken die Merkels tas mochten dragen? Met Baerbock is en wordt het niet anders.

Als de man in het Kremlin het tableau overziet, zal hij niet ontevreden zijn. Hij ziet geen tegenspelers van formaat. In Washington zit een oude man die met de dag zwakker lijkt te worden. De Franse president trekt graag een te grote broek aan maar moet dit voorjaar eerst maar eens zien of hij herkozen wordt. In Londen zit een clown die niemand serieus neemt, verstrikt is in allerlei schandalen en moet vechten voor zijn politieke overleven. En in de belangrijkste hoofdstad van Europa moet de nieuwe kanselier zijn draai nog zien te vinden. Er is niemand die in de buurt van Merkel komt.

Het risico is dat Poetin zijn hand overspeelt en op avontuur gaat. Of de aanwezigheid van Merkel in het Kanzleramt hem daarvan zou weerhouden, weten we natuurlijk niet. Maar dat we nu een crisismanager van haar kaliber zouden kunnen gebruiken, zal niemand willen bestrijden.