Heel wat Nederlanders vullen rond deze tijd een kieswijzer in om te zien wat ze op 15 maart moeten stemmen. Of dat verstandig is kun je betwijfelen. Want kieswijzers (ook stemwijzers genoemd) bevatten de standpunten van politieke partijen op basis van hun verkiezingsprogramma. Maar nooit alle standpunten. En irrationele overwegingen, zoals de pest hebben aan de persoon van de lijsttrekker bijvoorbeeld, blijven helemaal onbenoemd.

Stel dat iemand het van harte eens is met alle inzichten van D66, maar hij heeft een bloedhekel aan Sigrid Kaag. Zal hij/zij op die partij stemmen (zelfs al staat Kaag niet op de kandidatenlijst)? Dat is lang niet zeker. Andersom is het ook denkbaar dat iemand een enorme fan is van Kaag, maar de zienswijze van D66 verwerpt. Wat doet deze persoon dan? Dit soort dilemma’s komen in een kieswijzer niet aan bod. Ook veel andere overtuigingen niet.

Ik heb iemand gekend die zichzelf voor een principiële atheïst hield. Hij vulde een kieswijzer in en de uitkomst was dat hij op de ChristenUnie zou moeten stemmen. Op de vraag of het geloof een rol speelde in zijn politieke denken had hij uiteraard ‘nee’ geantwoord. Maar hij had wel trouwhartig verklaard aanhanger te zijn van allerlei vaag links beleid. En dat bracht hem bij de ChristenUnie.

Ik snap dat op zich wel. Een kieswijzer moet een keuze maken. Als je bij 18 van de 20 vragen achter een bepaalde partij blijkt te staan, zijn de overeenkomsten groter dan de tegenstellingen. Of je die 2 punten waarop je een afwijkende opvatting hebt verkondigd veel belangrijker vindt dan de 18 waarop je wel akkoord ging, doet voor dat ding niet ter zake.

Zelf heb ik wel eens een kieswijzer ingevuld die me adviseerde 50PLUS te stemmen. Niet als eerste als ik het me goed herinner, maar wel als tweede mogelijkheid. Nu is 50PLUS een partij waarop ik nooit en te nimmer een stem zal uitbrengen. One issue-clubjes neem ik niet serieus. Een partij die volgens haar naam vooral opkomt voor ouderen hoeft op mij niet te rekenen. Ook al pas ik qua leeftijd volledig bij haar doelgroep. Los daarvan maak ik me sterk dat ik het met verreweg de meeste uitgangspunten van de ouderengroepering niet eens ben. Het is in elk geval een illusie die ik graag koester.

Hoe was het dan mogelijk dat de kieswijzer mij toch aanraadde op 50PLUS te stemmen, althans bijna? Vermoedelijk was het verkiezingsprogramma van deze partij zo vaag geformuleerd dat je er allerlei kanten mee op kon. Eigenlijk is dat mijn grootste bezwaar tegen kieswijzers, of hoe je die dingen ook wil noemen. Ze maken – noodgedwongen, dat geef ik toe – gebruik van het materiaal dat voorhanden is. En dat materiaal is doorgaans – bewust – veel te weinig specifiek.

Ik bepaal liever zelf mijn keuze dan dat ik dat aan een computerprogramma overlaat. Ook al heb ik achteraf dikwijls spijt van mijn stem.