Afgelopen zondag heb ik bij Wakker Nederland een lijsttrekkersdebat gezien. Van de zelfde club keek ik donderdagavond ook naar een uitzending van  Op1 waar Sven Kockelmann zich eveneens in de ProvincialeStatenverkiezingen vastbeet. Dat ik beide keren bij Wakker Nederland terechtkwam is toeval. Ik kijk zelden naar talkshows omdat ik altijd iets beters heb te doen (vraag me niet wat). En de zeldzame keren dat ik kijk, hou ik het meestal gauw voor gezien.

Maar goed, die zondag zat een aantal lijstrekkers bij Rick Nieman. Het moest een debat worden over de grote kwesties van ons land. Ik ga dat debat niet navertellen omdat het niet na te vertellen valt. Niettemin kon je een paar dingen vaststellen. Het zijn Provinciale Statenverkiezingen maar de provincie kwam nauwelijks aan bod. Van een debat, uitwisseling van argumenten, was eigenlijk geen sprake. Men herkauwde de partijstandpunten en dacht kennelijk dat die aan overtuigingskracht wonnen als je ze maar luid en vaak genoeg herhaalde. Vrijwel niemand haalde een niveau waar ze op de debatvereniging iets van konden leren. Of het moest zijn als voorbeeld van hoe het niet moet.

Halverwege besloot ik mijn aandacht te richten op de vertegenwoordigers van respectievelijk links en populistisch rechts. De mevrouw van de PVV, wier naam me is ontschoten, maakte een verbeten, humorloze indruk. Wat ze verkondigde, kan ik me niet meer herinneren. Is bij de PVV ook niet nodig. Ik dacht alleen: kan Geert (Wilders) geen betere kandidaat de ring in sturen? Als die mevrouw je uithangbord moet zijn, kan je de tent beter sluiten.

Op links hield ik Paul Rosenmöller in de gaten. Hij moet de ‘Linkse Wolk’, GroenLinks en PvdA, naar hoger sferen zien te brengen. Ze hopen zelfs dat ze in de Eerste Kamer de grootste zullen worden, waardoor ze het beleid van Rutte IV kunnen ‘corrigeren’. (Het kabinet heeft geen meerderheid in de Senaat en zal dat bij deze verkiezingen evenmin krijgen. Rutte IV is aangewezen op steun van andere partijen, waaronder, afhankelijk van het onderwerp, de Wolk).

Rosenmöller viel me evenmin mee. Toen het asielbeleid aan snee kwam, vertelde hij dat we geen asiel- maar vooral een opvangprobleem hadden. Daar kon ik nog in mee gaan. Maar vervolgens verklaarde hij dat ‘we’ de problemen ‘bij de bron moesten aanpakken’. Die redenering ken ik nog uit oude linkse tijden. Je moest destijds niet aan ‘symptoombestrijding’, in dit geval de toevloed van migranten, doen, maar naar de ‘wortels gaan’.

Huh? Die oorzaken/wortels liggen duizenden kilometers verder op. Het zijn oorlogen, armoede, rampen. En hoe gaan we dat dan doen? Hoe gaat Paul Rosenmöller, GroenLinkse senator in de polder, dat doen? En wat denkt u? Zal er een burgemeester van een stad of dorp die volgens de spreidingswet binnenkort asielzoekers moet onderbrengen uitroepen: potverdikkie, dat ik daar zelf niet op gekomen ben! Tuurlijk, de problemen bij de ‘bron aanpakken’! Waar wacht die Rutte nog op?!

Van de inbreng van de lijsttrekkers van de regeringspartijen, VVD, CDA en D66, is me nog minder bijgebleven. Van zo’n bijeenkomst of, vooruit debat blijven natuurlijk zelden de al dan niet goed geformuleerde argumenten en dito uitgewerkte standpunten hangen. Het gaat om de indruk die de kandidaat bij de kijker achterlaat. Is hij of zij slagvaardig en ad rem, heeft hij humor, is hij gemakkelijk op het verkeerde been te zetten of te provoceren. En dan moet me van het hart: bij geen van drieën, dacht ik: kijk, zo zet je een debat naar je hand.

Met name van Edith Schippers (VVD) had ik meer verwacht dan dit fletse optreden. Als Mark Rutte naar zijn gedoodverfde opvolgster heeft gekeken, zal hij gedacht hebben: dit moet veel beter. Schippers I gaat ‘m op die manier niet worden. Dan toch liever ikzelf tot in de eeuwigheid.  O ja, de D66-er en CDA-er bleven verbale stoffering.

Was het dan alleen maar kommer en kwel? Was er dan helemaal geen ‘lichtpuntje’? Met enige goed wil kon je zeggen dat er een, zij het kleine, was. Dat was Annabel Nanninga van JA21. Ook van haar kan ik me geen sluitende argumentatie herinneren. Bij JA21 is dat net als bij de PVV niet nodig. Je weet dat van wat ze willen, weinig tot niets terecht komt. Dat het nooit meer zal worden dan roeptoeteren aan de zijlijn en het kietelen van de volkse onderbuik. Maar Nanninga was in tegenstelling tot de ledepoppen om haar heen wel redelijk ad rem, slagvaardig en niet gespeend van humor.

Die indruk bevestigde ze donderdagavond bij Sven Kockelmann. Daar zaten naast Nanninga Jan Paternotte, D66-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, en een CDA-mevrouw die in Utrechtse Staten gedeputeerde is, aan tafel. Het ging dit keer over stikstof, het hete hangijzer van deze verkiezingen. Kockelmann is met afstand de scherpste interviewer van Hilversum en omstreken, maar zelfs hij kon er niet veel uithalen. Als je vroeger een grammofoonplaat opzette, bleef de naald weleens hangen. Daar leek deze ‘gespreksronde’ nog het meest op. Maar Nanninga’s naald bleef tenminste hangen in de minst saaie groef.

Nu mag je van een politiek debat nauwelijks spektakel verwachten. Meer dan een verplicht nummer wordt het zelden. Maar dit was al met al te weinig en ik vrees dat het bij de komende debatten met de overige lijsttrekkers niet beter wordt. Statenverkiezingen zijn al geen kiezerstrekkers en dan zit echt helemaal niemand te wachten op zo’n voorspelbaar geestdodende vertoning.