Over een paar dagen mag iedereen stemmen. We kiezen nieuwe Provinciale Staten. Op basis daarvan zou je eigenlijk verwachten dat provinciale politici vooropgaan in de strijd om de kiezersgunst. Maar dat is tot dusver niet gebeurd en zal ook niet gebeuren. Niemand weet immers iets van provinciale politiek. Niemand interesseert zich ervoor.

De belangstelling gaat vooral uit naar de nieuwe Eerste Kamer. Die wordt weliswaar niet volgende week gekozen – pas op 30 mei – maar de kiezers zijn de nieuwe Statenleden. Indirect bepalen we dus volgende week de samenstelling van de Eerste Kamer. En omdat de senaat elk wetsvoorstel kan blokkeren, is dit orgaan wel degelijk belangrijk. Via een omweg staat het landsbelang voorop op 15 maart.

Domineren dan de (toekomstige) senatoren de verkiezingscampagne? Nauwelijks. Een enkele keer komen ze wel voor de camera’s, maar ze zijn allerminst beeldbepalend. Bij de verkiezingen gaat het vrijwel uitsluitend om de landelijke politieke kopstukken.

Voor een deel is dat begrijpelijk. Sommige partijen zijn zo nieuw dat ze nog niet in de senaat zijn vertegenwoordigd. De BoerBurgerBeweging (BBB) bijvoorbeeld, die woensdag vermoedelijk een enorme overwinning zal boeken. Wie heeft ooit gehoord van Ilona Lagas, senaatslijsttrekker van deze partij? Je kunt het daarom wel door de vingers zien dat Caroline van der Plas de verkiezingsactiviteiten van BBB voor haar rekening neemt. Zij is tot dusver de enige gekozen volksvertegenwoordiger van BBB. Dus loopt ze zich het vuur uit de sloffen, van kranteninterview naar kranteninterview en van tv-studio naar tv-studio.

Maar dat doen ook de partijleiders van VVD, CDA, D66, GroenLinks en noem maar op. Je kunt je tv niet aanzetten en geen sociaal medium raadplegen of de koppen van Mark Rutte, Wopke Hoekstra, Sigrid Kaag, Jesse Klaver etc. staren je aan. Stem op ons, roepen ze je blijmoedig toe.

Dat kan weliswaar niet, althans niet op de persoon in kwestie, maar dat hindert deze politici niet. Zij draven van talkshow naar talkshow om daar de degens te kruisen met elkaar en uiteraard ook met iemand als Caroline van der Plas. De landelijke kopstukken maken de dienst uit. Zij zijn het middelpunt van alle activiteiten, dragen het programma van hun partij uit en vormen er het gezicht van.

Het is dan ook een beetje raar dat ze woensdagavond (of donderdagochtend) hypocriet zullen roepen dat dit provinciale verkiezingen waren, of niet-rechtstreekse senaatsverkiezingen. Dat hun naam helemaal niet op het stembiljet voorkwam. En dat ze geen consequenties zullen trekken uit de uitslag.

Dat laatste geldt zeker voor de leiders van de verliezende partijen. Zij gingen tijdens de campagne voorop, voerden tv- en andere debatten, straalden uit waar hun partij voor stond, maar nemen niet de gevolgen voor hun rekening. Hoekstra heeft al aangekondigd gewoon te blijven zitten, hoeveel het CDA ook verliest. Ook SP-leider Lilian Marijnissen lijkt niet van plan op te stappen, zelfs al zou de SP gehalveerd worden (of nog erger). ‘Dit waren niet onze verkiezingen,’ zal ze wel zeggen.