‘Tring!’

‘Met Jesse Klaver.’

‘Jesse, met Lilianne. Lilianne Ploumen. Ik bel je even om te zeggen dat ik ermee stop.’

‘Ermee stopt? Waarmee?’

‘Met het partijleiderschap. Met de Tweede Kamer. Met de hele politiek eigenlijk. Ik vind dat ik het niet goed genoeg kan waarmaken. Een partijleider moet bedreven zijn in het debat in de plenaire zaal. Dat ben ik onvoldoende. Om helemaal eerlijk te zijn: ik bak er niks van.’

‘Nou Lilianne, ik had het niet zo cru willen zeggen, maar inderdaad: je haalt me de woorden uit de mond. Wij, GroenLinks bedoel ik, hebben het bij de gemeenteraadsverkiezingen niet slecht gedaan. Ook in de peilingen scoren we hier en daar aardig. Maar jullie? Knudde met een rietje, als ik zo vrij mag zijn.’

Dat mag je, Jesse. En ik denk dat dat voor een groot deel aan mij ligt. Dus kap ik ermee.’

‘Wie gaat je opvolgen?’

‘Geen idee. In de fractie zit niemand die het zou kunnen, lijkt me. Dus zal het gebruikelijke rijtje potentiële kandidaten wel weer langs komen: Frans Timmermans, Ahmed Aboutaleb. Of misschien Marjolein Moorman, onze lijstrekker in Amsterdam. Dat is een van de weinige gemeenten waar de PvdA het niet slecht heeft gedaan.’

‘Nee, maar Amsterdam is Nederland niet.’

‘Dat klopt. Nou ja, ik weet niet wie deze kansloze hondenbaan op zich zou willen nemen, maar ik in elk geval niet. Voorlopig zal Attje Kuiken me wel vervangen. Dat heeft ze tenslotte ook gedaan toen Diederik Samsom wegging.’

‘Maar hoe moet het dan verder met onze samenwerking? Een tijdje terug waren we er allebei nog zo enthousiast over. Er zou zelfs een fusie komen.’

‘Ik denk dat we die fusie maar op de heel, heel lange baan moeten schuiven. Het enthousiasme ervoor was toch al niet al te groot. Zeker bij jullie niet, na die toch redelijk succesvolle gemeenteraadsverkiezingen. En in feite daarvoor ook al niet, zelfs niet bij ons. Als ik me goed herinner hadden we al min of meer besloten dat het voor een bundeling van de krachten lang niet slecht genoeg gaat. Dat geldt zeker voor GroenLinks.’

‘Ik denk dat je wel een punt hebt, Lilianne. Maar weet je wat: we laten die fusie voorlopig nog niet varen. In elk geval niet officieel. Ik zal in mijn reactie wel zeggen dat we gewoon verdergaan op de ingeslagen weg of iets dergelijks. Dat is lekker vaag, dus daar vallen we ons geen buil aan.’

‘Doe dat maar, Jesse. Dan wacht je maar af wie mij opvolgt, en hoe dan de peilingen zijn. Het is inderdaad verstandig niet alle schepen achter je te verbranden. Maar tussen jou en mij gezegd: ik zie het er voorlopig niet van komen.’

‘Ik ook niet, Lilianne. Maar dat hoeven we toch niet aan de grote klok te hangen?’