‘He drinks spirits,’ zei mijn Engelse moeder met op haar gezicht een afkeurende blik over de benedenbuurman, die af en toe een jonge klare dronk. Dat haar vader elke morgen voordat hij zijn krantenwinkel opende een glas whisky aangelengd met heet water dronk, was zij blijkbaar vergeten. ‘My medicine,’ zei hij er altijd bij.

In ons gezin werd geen alcohol geschonken. Op verjaardagen werd de visite getrakteerd op een Engelse tea. Mijn moeder bakte dagen van tevoren, tarts en scones, pies en pasties en een birthday cake. Zij schonk er zwarte thee bij met een scheut melk.

Mijn eerste biertje dronk ik op mijn achttiende in Renesse. Na het tweede kotste ik alles uit waarna ik katterig mijn tent indook.

Op de Oude Delft in Delft vierden we ons eindexamenfeest bij een klasgenoot. We tapten naar hartenlust uit een fust bier. Nadat om een uur of één in de nacht het bier op was, gingen we aan de cognac.

Om half drie besloten we in de Oude Delft te gaan zwemmen. In onze onderbroek liepen we naar buiten. Ik probeerde op het hek van het bruggetje te klimmen om naar beneden te duiken. Halverwege, onvast wiebelend, keek ik in het zwart van het water. Langzaam drong het in mijn benevelde brein door, dat een duik een minder goed idee was. Ik stapte af, liep om naar een stenen trappetje, bezeerde mijn teen aan een gedumpte fiets in het water, dat niet hoger reikte dan tot aan mijn knieën.