De Bondsdagverkiezingen waren een half jaar later dan de Tweede Kamerverkiezingen. Wanneer wij ooit een nieuw kabinet mogen begroeten, is acht maanden na 17 maart nog steeds onduidelijk. In Den Haag wordt nog altijd gebroed. Maar in Berlijn waren ze er na twee maanden uit. De  SPD (sociaaldemocraten), FDP (liberalen) en de Groenen waren er wel van doordrongen dat corona tot voortvarend handelen noopt. De nieuwe regering, in de wandeling verkeerslicht-coalitie genoemd, naar de partijkleuren rood (SPD), geel (FDP) en groen, treedt aan op acht december. Hier zal de kerstboom waarschijnlijk eerder in de huiskamer staan dan het nieuwe kabinet op het bordes.

Niettemin, meer spoed zou ook hier mogelijk moeten zijn. In Berlijn stelden 22 werkgroepen van specialisten ieder op hun terrein, economie, klimaat, sociale zaken, defensie, etc, een deelakkoord op. Die deelakkoorden moesten binnen een bepaalde termijn worden ingeleverd. Dat zette de nodige druk op de ketels. Eventuele strijdpunten werden doorgeschoven naar de partijleiders die de knopen doorhakten. Dit voltrok zich in het diepste geheim, niemand lekte, zodat er niet via de media onderhandeld werd. Die procedure zal niet tot in detail gekopieerd kunnen worden, maar kan op zijn minst als richtsnoer dienen.

De nieuwe coalitie in Berlijn maakt na ruim16 jaar een einde aan het tijdperk-Merkel. De demissionaire Kanzlerin hield het zelf voor gezien, hoewel ze nog steeds met afstand de populairste politicus is. Zelf opstappen is een unicum in de politiek. Meestal vindt een lang zittende leider zich onmisbaar en moet hij door ongeduldige partijgenoten tegenstribbelend naar de uitgang worden gedragen. Maar Angela Merkel lijkt oprecht opgelucht dat het erop zit.

De Kanzlerin opvolgen wordt een klus waaraan ook een staatsman van kaliber zich kan vertillen. Olaf Scholz (SPD) presenteert zich graag als de mannelijke Merkel. Of hij net zo’n compromisvirtuoos en goede crisismanager wordt, moeten we afwachten. Dat is niet alleen voor Duitsland maar ook voor Europa van belang. Merkel was in staat in crisistijden de EU bij elkaar te houden. Dat gezag zal Scholz nog moeten zien op te bouwen.

Hij staat in elk geval aan het hoofd van een regering die binnenslands heel wat van plan is. We gaan het programma hier niet punt voor punt doorlopen en doorvlooien. Maar de rode of liever groene draad is onmiskenbaar. De komende vier jaar zal het regeringsbeleid in het teken staan van wat niet minder dan een Groene Omwenteling kan worden genoemd. De Groenen-leider Robert Habeck wordt als ‘superminister’ van economie en klimaat de belangrijkste uitvoerder van dat beleid. Met meer geld voor hernieuwbare energie en de daartoe nodige infrastructuur, minder transitiebureaucratie en het  sluiten van de laatste mijnen in 2030. Het superministerie moet het Groene vlaggenschip worden en daarom staat Habeck, de sterke man van de partij, aan het roer.

Habecks co-leider,  Annalena Baerbock, wordt minister van buitenlandse zaken. Dat zou nog niet zo gek lang geleden een te zware portefeuille zijn geweest voor een politicus zonder enige bestuurservaring. Maar buitenlandse zaken heeft net als bij ons in de polder sterk aan betekenis ingeboet. Baerbock mag zich inzetten voor de mensenrechten en andere thema’s die haar aan het groene hart gebakken en relatief ondergeschikt zijn. De ‘grote politiek’, de relaties met de partners in de EU en de NATO en de strategie tegenover China en Rusland, is het onbetwistbare domein van de kanselier. ‘Chefsache’ heet dat niet zonder reden.

In een regering die meer wil dan op de winkel passen, heeft de minister van financiën nog meer dan anders de sleutelpositie. Hij bepaalt het financieel-economische kader van het hervormingsprogramma. In de praktijk betekent dit dat vooral de Groene dromen worden getoetst aan de kille cijfers van Financiën. Dat toetsen wordt het werk van FDP-leider Christian Lindner. En helaas voor de Groenen is Lindner een exponent van de harde Duitse school: een strikt begrotingsbeleid, de staatschuld onder controle en in de EU vechten voor elke Duitse euro. De afspraken in het regeerakkoord over de financiering van de Groene Omwenteling zijn net zo hard als Lindner (en met hem waarschijnlijk ook Scholz, zijn voorganger op Financiën) ze wil vinden. Ter illustratie: belastingverhogingen zijn voor Lindner en de FDP uit den boze.

Net als bij ons kiest een nieuwe regering vaak een motto dat de intentie van het beleid aangeeft. De verkeerslichtcoalitie wil ‘meer vooruitgang wagen’. Dat is een toespeling op ‘meer democratie wagen’ de leus waarmee de eerste naoorlogse SPD-kanselier, Willy Brandt, 50 jaar geleden aan de slag ging. Brandt is een SPD-icoon en zijn ‘meer democratie wagen’ is meer dan een gevleugeld woord geworden. Brandt wilde na 20 jaar conservatieve dominantie politiek, maatschappelijk en cultureel een hele nieuwe richting in slaan. Scholz en co wekken dus wel heel grote verwachtingen.

Elk ambitieus programma moet trouwens nog maar zien of het de beruchte onvoorziene gebeurtenissen overleeft. De coronacrisis kun je daar na bijna twee jaar niet meer toe rekenen, maar stelt elke regering waar ook keer op keer weer voor onaangename verrassingen. Het virus overschaduwde ook de presentatie van het verkeerslichtakkoord. De nieuwe kanselier trapte zijn persconferentie af met een serie nieuwe, strengere coronamaatregelen. Zo komt er onder meer voor bepaalde sectoren en beroepen, met name de zorg, een vaccinatieplicht. En hij liet doorschemeren dat het wel eens het begin kon zijn van een algehele vaccinatieplicht. Ook daarin lopen ze in Berlijn voor op Den Haag.