Johan Cruijff zaliger geloofde niet. Dat heeft ‘ie zelf eens gezegd, want: ‘In Spanje slaan alle 22 spelers een kruisje voordat ze het veld opkomen. Als het werkt zal het dus altijd een gelijkspel worden’.

Wat is geloof?, in wie of wat geloof je?, of geloof je niet? Geloof je in groepsverband of liever individueel? ‘Elke dag dwalen mensen af van de kerk en keren ze terug tot God’, heeft de Amerikaanse stand-up comedian Lenny Bruce (1925-1966) eens gezegd. Een helderziende uitspraak, want toen hij overleed moest de grote leegloop van de rooms-katholieke kerken – met name in Nederland – nog beginnen.

Ik moet het eerlijk opbiechten: ik kom vaker in ’n kerk om die te bezichtigen, om een kaarsje bij Sint Antonius op te steken of voor een momentje gewijde stilte, dan dat ik er kom om een dienst bij te wonen. Ik ben zo iemand waar Lenny Bruce het over had.

Vraag me niet waarom. Het ging vanzelf, sluipender wijze. Gemakzucht?, bozig over de halsstarrige hardleersheid van de kerkelijke overheden als het gaat over vraagstukken zoals het celibaat, het homohuwelijk, de rechten en niet alleen de (bij)rol van de vrouw in de kerk?; teleurstelling over een kerk waar te weinig geluisterd wordt naar de gelovigen? Van dat alles een beetje en dat verklaart waarom ik afgehaakt ben. Ik ben een dwaallicht geworden, zonder m’n geloof te verliezen.

Zou de schrijver Gerard Reve (1923-2006) ook een dwaallicht zijn geweest?; kan best wel, getuige zijn dichtregels in ‘Dagsluiting’:

‘Eigenlijk geloof ik niets en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij liefde zijt, en eenzaam, en dat,
in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt, zoals ik U.’

Het protestantse dagblad Trouw heeft de afgelopen weken vele pagina’s gevuld met een onderzoek naar de situatie in de rk-kerk. De leegloop is zorgwekkend. Dat krijg je als er te weinig naar de goedwillende gelovigen wordt geluisterd, was een van de verklaringen. Te veel bisschoppen en priesters staan te ver van de belevingswereld van de gelovigen.

Dialoog. Het is een helder woord: tweespraak. Met elkaar, om de beurt praten. En om de beurt serieus naar elkaar luisteren. Dat laatste zijn we ontwend. Voor velen geldt: eigen mening eerst. Wat de ander te zeggen heeft is bij voorbaat niet interessant, van geen belang en niet van invloed op het eigen standpunt. En zo drijven we – Oost-Indisch doof – steeds verder uit elkaar.

’n Enkele keer loop ik het witte kerkje van de Hervormde Gemeente aan ons plantsoen binnen. In alle eenvoud indrukwekkend mooi: sober, toch warm, licht en kaal. Beetje saai ook voor iemand die – zoals ik – is opgegroeid en vertrouwd geraakt met de drukke veelkleurigheid, de bombast en de vele beelden in een doorsnee katholieke kerk.

In protestantse kerken hoef je niet lang te zoeken naar beelden want ze zijn er niet. Het gaat allemaal terug naar de Beeldenstorm in 1566 toen veel protestanten in de Lage Landen korte metten maakten met al die beeldenaanbidding of -verering in de katholieke kerken. Niet alleen in Nederland, maar ook in België.

In Gent gooiden protestanten de volledige bibliotheek van het Dominicanerklooster Het Pand in het langs het klooster stromende riviertje de Leie. Zoveel boeken, dat je zonder natte voeten te krijgen naar de overkant kon lopen.

De Bredase dichter John ‘O Mill (1915-2005) moet daar aan gedacht hebben toen hij zijn rijmelarijtje schreef over

De Kruisridder:
Een fel papenvreter in Leiden,
die alles wat Rooms is wil mijden,
heeft ook, konsekwent
tot het bittere end
het kruis uit zijn broek laten snijden

Veel protestanten  hebben vanouds moeite met beelden in de kerk; Lutheranen minder dan Calvinisten. De protestantse theoloog Alfred Bronswijk vindt dat koudwatervrees. ‘De beeldcultuur leeft helemaal niet onder protestanten’, zegt Bronswijk. Hij is bijna tachtig, maar die hoge leeftijd weerhield hem er niet van een doctoraalstudie aan de Radboud Universiteit Nijmegen kort geleden succesvol af te ronden met een proefschrift over ‘God en zijn beelden’.

‘Protestanten weten weinig over beeld en geloof’, constateert Bronswijk. ‘En dat is jammer, want wie altijd heeft geslapen op het biljart van de gewoonte, weet niet hoe lekker het bed van de kennis ligt. Ik zou de rijkdom van de christelijke beeldencultuur graag open leggen voor protestanten door, om te beginnen, een discussie te entameren tussen protestantse en katholieke theologen’. Als dat maar geen gebed zonder einde wordt…

In alle rooms-katholieke kerken staan beelden van heiligen. Allemaal voorbeeldige mensen. Volgens de Ierse toneelschrijver Oscar Wilde (1854-1900) ‘heeft iedere heilige ’n verleden en elke zondaar ’n toekomst’.

Dat biedt perspectief…