Het ziet er naar uit dat de pandemie eindelijk de aftocht blaast. Het virus heeft de samenleving twee jaar kunnen ontwrichten, maar nu schijnt het ‘normale’ leven toch terug te keren. De schade valt materieel mee, de economie heeft geen onherstelbare averij opgelopen, maar hoe ernstig de psychische en mentale nasleep zal zijn, valt nog niet vast te stellen. Wat in elk geval duidelijk is dat de breed gedragen onvrede en onbehagen niet met corona zullen verdwijnen.

Het virus heeft het protest tegen de gevestigde orde een enorme boost, jawel, gegeven. En het blijft niet beperkt tot de straat. De wappies hebben met Forum voor Democratie (FvD) vaste voet op het Binnenhof gekregen. Dat hoeft op zich nog geen reden te zijn om de stormbal te hijsen. De aantrekkingskracht van Thierry Baudet en co blijft binnen de perken. Maar het is wel weer de zoveelste indicatie dat het grote onbehagen geen voorbijgaand verschijnsel is. En als de fratsen van Baudet niet aanslaan, is er altijd nog Geert Wilders. Met de krokusjes zal ook het protest ontluiken.

De eerste tekenen konden we zien in Canada waar truckers er in slaagden het openbare leven van Ottawa lam te leggen. Omdat ze in Frankrijk nooit willen achterblijven als het protest waar dan ook de kop opsteekt, trok het afgelopen weekend een ‘vrijheidskonvooi’ naar Parijs. Het liep nog niet echt uit de hand maar president Emmanuel Macron zal het op zijn minst met enige bezorgdheid hebben gade geslagen. Hij wil dit voorjaar herkozen worden en het laatste wat hij kan gebruiken is dat het straatbeeld weer geel kleurt. Het oproer van de gele hesjes van drie jaar geleden maakte duidelijk hoe kwetsbaar zijn regering is voor de licht ontvlambare volkswoede.

Bij ons in de polder wordt het protestlied doorgaans een paar toontjes lager gezongen. Er was wat boos geblaat maar de gele hesjes bleven hier voornamelijk aan de kapstok. Niettemin heeft corona de afgelopen jaren zijn ophitsende werk gedaan. Als politici fakkeldragers voor de deur zien, weten ze dat die figuren niet met sportieve motieven op pad zijn gegaan. In het virtuele riool stinkt de drek als nooit tevoren. De truckers die zaterdag luid toeterend naar het Binnenhof waren getrokken, reden vrij gedwee weer weg. Toch, ik zou me niet rijk rekenen als ik Mark Rutte was. Hij kan er beter van uit gaan dat het de komende tijd tamelijk ongezellig wordt.

Op het Malieveld zal het sowieso weer druk worden. De ontkoppeling van de AOW van de stijging van het minimumloon, de door de inflatie duurder wordende boodschappen, de hoge gasprijzen en elk nu nog onbekend ander ongenoegen zullen de talloze gedupeerden, versterkt door het legioen hobby-oproerkraaiers, massaal naar de nationale protestwei brengen. Naast de boeren met hun trekkers dreigen nu ook de truckers Den Haag geregeld aan te zullen doen. Hun leider liet zaterdag al weten dat ze ‘ namens het volk’ waren gekomen. En als ‘volk’ roept, gaat de voet zo op het gaspedaal.

Dat en nog veel meer komt allemaal op het bord van een regering die nauwelijks goodwill heeft. Rutte IV wil graag heel anders zijn dan Rutte III, maar Rutte blijft toch Rutte. Je kan nog zo soepel van opvattingen en standpunt veranderen, er is wel een grens aan het je voortdurend opnieuw ‘uitvinden’. Hijzelf schijnt dat niet zo te zien, maar dat is een vaker optredende makke van politici die (te) lang blijven zitten. Volgende maand zijn er gemeenteraadsverkiezingen. In Den Haag houden ze doorgaans bij hoog en bij laag vol dat deze geen gevolgen hebben voor de landelijke politiek. Formeel is dat natuurlijk ook zo. Maar ze zijn wel een belangrijke stemmingsbarometer. Bij partijen die bij gemeenteraadsverkiezingen afgedroogd worden, breekt vaak onrust uit die doorwerkt op het Binnenhof. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het nu anders zou zijn.

Je mag voor het kabinet hopen dat de antennes dit keer goed afgesteld staan. Het is bij het uitvoeren van beleid toch goed te weten wat er in de samenleving leeft. In de Haagse bubbel hebben ze daar vaak niet goed zicht op. Minister Rob Jetten (D66) die de energietransitie in zijn portefeuille heeft, heeft in een interview in de NRC parmantig laten weten dat hij ‘haalbaar en betaalbaar’ niet meer wil horen. Dat zal ongetwijfeld met de beste bedoelingen zijn, dadendrang tonen, maar het maakt ook duidelijk dat bij Jetten die antennes niet goed staan.

Als er bij een enorme, miljarden verslindende operatie een ding van belang is, is het draagvlak. Dat betekent dat de kosten voor de burger bij de energietransitie ‘behapbaar’  (een woord dat Jetten evenmin zal willen horen) blijven en dat het hem niet door de strot wordt geduwd. Appeltje, eitje, zou je zeggen. En, Jetten, betaalbaar is ook een puntje. De ervaringen met grote overheidsprojecten kunnen niemand geruststellen. Er gaat aan de lopende band van alles mis en de kosten lopen meestal gierend uit de hand. Daar moet de belastingbetaler uiteindelijk voor opdraaien. Dan kun je nog zo vaak verzekeren dat rekening wordt gehouden met de draagkracht van de burger, de sterkste schouders etc, je moet niet verbaasd zijn dat die burger daar niet gerust op is. Het vertrouwen in de overheid is met reden, toeslagen, Groningen, optreden belastingdienst etc, in tijden niet zo laag geweest.

Er zouden, kortom, weer roerige tijden kunnen aanbreken. Het wordt wat dat betreft niet anders dan voor corona. En mogelijk nog heftiger.