We rijden in Drenthe door het esdorpenlandschap. De es, schrale zandgrond opgehoogd met plaggen en mest, wordt evenals het gras- en hooiland omzoomd door eeuwenoude bomen en ruige houtwallen. In de dorpen staan oude boerderijen met verweerde bakstenen en rieten daken om de brink, het gemeenschappelijke grasveld met kastanjebomen waar ooit de koeien en schapen de nacht doorbrachten. In dit landschap staan de hunebedden, die het Trechterbekervolk meer dan 3000 jaar geleden bouwde, de functie ervan is niet zeker: knekelhuis, grafaanduiding, heiligdom.

Langs de weg tussen Zeegse en Tynaarlo staat een van de mooiste hunebedden van Drenthe. De keien zijn nooit verplaatst en staan nog precies zoals ze zijn neergezet. Ik loop er omheen, ga met mijn hand langs de dekstenen, probeer mij voor te stellen hoe het Trechterbekervolk die gevaartes op hun plaats heeft gekregen, herinner mij een radio-uitzending waar een hunebed ter sprake kwam.

Van 1958 tot 1961 zond de AVRO wekelijks een radiostrip uit over een familie aan de ontbijttafel: Koek en ei. Dean Martin zong de openingsmelodie How do you like your eggs in the morning. Kantoorbediende Appie maakte aan tafel irritante opmerkingen, zijn vrouw Jo kletste onzin met een bekakte stem, Opa Roel wilde altijd “een mok sterke thee, maar dan ook een mok.” Mijn favoriet was Opa Bobby, gespeeld door Joop “Swiebertje” Doderer. Hij beet op een steentje en riep met zijn nasale stem: ‘Au, alweer een hunebed in mijn krentenbrood.’