Wat bezielt iemand om leider te worden van een partij die geen toekomst meer heeft? Is het ambitie, denken dat jij toch het verschil gaat maken? Geloof in de idealen? Hoop? Ijdelheid? Plichtsbesef? Masochisme? Een combinatie van deze motieven?

Henri Bontenbal lijkt mij een aardige vent. Jong (40), intelligent (natuurkunde gestudeerd) met een jeugdig en toch vertrouwenwekkend voorkomen. Hij is nog maar twee jaar Kamerlid en bij een andere partij zou je spreken van een bliksemcarrière. Maar Bontenbal werd leider van het CDA en dan wordt het toch een ander, minder opzienbarend verhaal. Het CDA krijgt volgens de laatste peilingen drie a vier zetels. Bij een succesvolle campagne kan dat bij de verkiezingen in november een onsje meer worden, maar meer dan zes lijkt mij onwaarschijnlijk.

Op de partijsite wordt Bontenbal gekarakteriseerd als een ‘christendemocraat in hart en nieren’. In betere tijden was dat voor veel keizers zeker een aanbeveling, maar hoeveel christendemocraten telt de polder nog? Het CDA is vergrijsd en aanwas van jongeren is een illusie. De partij was decennia een goed geleide, geoliede machtsmachine en ook daar is weinig tot niets van over.

Het enige voordeel van een krimpende partij dat ik kan bedenken is dat lieden met scherpe ellebogen, dito ambities en slinkse streken er met een grote boog omheen lopen. Maar ik kan me voorstellen dat dit het leed voor die paar overgebleven verstokte christendemocraten nauwelijks verzacht. Het betekent inderdaad de dood in de pot.

Kortom, de toekomst van de partij bestaat uit de keuze tussen begraven en cremeren. Een rechtgeaarde christen had /heeft dan nog de troost van het hiernamaals. Maar zou Bontenbal als natuurkundige daarin geloven?

Het is mij dus een raadsel wat Bontenbal tot zijn stap heeft bewogen. Dat raadsel wordt nog groter omdat hij zelfs even een rivaal had. Er was, hoe onwaarschijnlijk het voor de buitenstaander ook klinkt, nog iemand die dacht het CDA te kunnen redden. Maar Derk Boswijk, nog jonger (34) en bij het publiek voor zover dat de politiek volgt, net iets bekender dan Bontenbal, trok zich terug. Het was ook te potsierlijk geworden, een lijsttrekkersverkiezing. Een strijd over wie achter het stuur van de begrafeniswagen mag zitten. Want daar was het op neer gekomen. Ik vermoed dat Boswijk zijn knopen heeft geteld: laat die beker maar aan mij voorbij gaan.

Hoe gaat Bontenbal zich profileren? Als kampioen van een ‘realistisch klimaat- en energiebeleid’? Dat is zijn expertise en in de Tweede Kamer zijn portefeuille. Maar ik vrees dat elke partij, behalve populistisch rechts, voorstander is van een realistisch klimaat- en energiebeleid, ongeacht hoe dat er in de praktijk uitziet. Voorvechter van ‘bestaanszekerheid’? Dat is een erkend CDA-thema, maar dat wil ook iedereen, zeker in verkiezingstijd. Bovendien is voormalig partijgenoot Pieter Omtzigt daar al mee aan de haal gegaan. En zo kunnen we het hele rijtje issues en mogelijke issues afvinken met steeds hetzelfde, deprimerende  resultaat.

De enige, maar dan ook echt enige kans dat een ten dode opgeschreven partij weer tot leven komt, is dat een leider opstaat met charisma. De ideeën, beginselen, programma’s, hoe fraai en verheven ook, zijn bijzaak. Zo’n leider straalt energie, elan en daadkracht uit. Hij weet de kiezers te enthousiasmeren, inspireren en mobiliseren. Hij slaagt erin alle twijfels over de levensvatbaarheid en de toekomst van de partij weg te nemen. Zijn boodschap is zo positief, wordt zo overtuigend gebracht dat zelfs de somberste aanhanger het gevoel krijgt dat hem een stralende dageraad wacht. Charisma is maar weinigen gegeven en ik kan me vergissen maar ben bang dat Bontenbal niet behoort tot dit exclusieve gezelschap.

Goed, Bontenbal is jong, heeft een vak geleerd en een mislukt politiek avontuur hoeft niet de rest van zijn leven te verzuren. Maar hij moet toch groot gedroomd hebben. Anders ga je niet aan een dood paard trekken. (De dood komt vaak voor in dit stukje, maar bij het CDA is dat de enige associatie die me te binnen wil schieten.)

Omdat Bontenbal me als gezegd een aardige en fatsoenlijke vent lijkt, had ik een alternatief, toegegeven rooskleurig, scenario voor hem bedacht. Daarin is hij geen lijsttrekker van het CDA geworden, maar overgestapt naar het Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Omtzigt. Dat is een club waar hij zich thuis zou moeten voelen. Soortgelijk CDA-achtig gedachtengoed, ook iets rechts van het midden gepositioneerd en, althans voor dit moment, met de wind vol in de zeilen. Alleen, die weg is door het lijsttrekkerschap van het CDA voorlopig afgesloten.

Dat hoeft natuurlijk niet al te lang te duren. Bontenbal stelt vast dat de programmatische overlappingen leiden tot hetzelfde stemgedrag als dat van de NSC. De samenwerking wordt op steeds meer dossiers steeds inniger. De persoonlijke verhoudingen waren al goed, maar worden eveneens beter. Langzaam groeit het gevoel bij Bontenbal dat hij met zijn pakweg vier zetels een grotere inbreng zou hebben hebben als de samenwerking met de NSC verder wordt geïntensiveerd. Niemand heeft het over een fusie,  maar de zaadjes beginnen te ontkiemen. Het is pril en broos, maar beide partijen beseffen: dit is win – win. En dan zou zo maar kunnen dat het CDA onder een andere naam, – Nieuwe Sociaal Christendemocraten ? – onder leiding van Omtzigt en Bontenbal, een wederopstanding beleeft.