Ben ik op ’n historisch moment in Amerika?
Dat heb ik me de afgelopen dagen vaak afgevraagd. Of was en is het ’n aaneenschakeling van historische momenten?
Zoals de dag dat het Hooggerechtshof het vijftig jaar oude abortusrecht voor heel Amerika schrapte en het voortaan aan de vijftig staten van de VS afzonderlijk overlaat om abortus te verbieden, aan banden te leggen of te handhaven.
En zijn de openbare hoorzittingen van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden over de minstens kwalijke rol van oud-president Donald Trump bij de dramatische en bloedige bestorming van het Capitool, op 6 januari van vorig jaar, historische momenten?

Er wordt over het algemeen nogal gauw gesproken van een historisch moment; zelfs de aanleg van het allereerste zebrapad kun je met veel goede wil historisch noemen.
Maar ècht historische momenten vind ik bijvoorbeeld de verkiezing van Obama als eerste zwarte president van de VS, het aftreden van paus Benedictus XVI, de landing op de maan en de val van de Berlijnse Muur.

Misschien worden de hoorzittingen van die Amerikaanse parlementaire onderzoekscommissie later als historisch gezien. Op dit moment zijn ze alvast zeer opzienbarend. Een reeks van getuigen droeg en draagt onder ede nog steeds steentjes aan waardoor een ontluisterend mozaïek ontstaat dat een ontspoorde Trump laat zien.Trump is een gehaaide, leugenachtige volksverleider die zijn verlies nog steeds niet kan en wil accepteren en tientallen miljoenen Amerikanen in zijn slipstream meezuigt; op weg naar een herverkiezing over twee jaar. Hoopt hij vooral zelf…

Frans Wijnands, Presidenten

Vogels van diverse pluimage

De afgelopen decennia zijn Amerikaanse presidenten, van welke partij dan ook, er maar hoogst zelden in geslaagd om baanbrekende politieke compromissen te sluiten. Die kunst zijn ze in Amerika compleet verleerd.
Republikeinen en Democraten zijn in snel tempo onbereikbaar ver uit elkaar gegroeid; de tegenstellingen worden vergroot, geweld ligt op de loer.

Als het politici niet lukt om de diepe plooien tussen de beide partijen glad te strijken zou je nog kunnen veronderstellen dat de media daarbij een positieve rol zouden kunnen spelen. Maar dat is een ijdele droom.
Punt een : Amerikanen zijn in doorsnee geen krantenlezers.
Punt twee : serieuze kranten met een echt dekkende, landelijke verspreiding zijn er niet.
Punt drie : de paar gezaghebbende kwaliteitskranten worden bijna uitsluitend in de grote steden aan de oost – en westkust gelezen. .
Punt vier : in het enorme binnenland verschijnen lokale en regionale kranten die doorgaans ronduit partijdig zijn.

De televisie dan? Vergeet het. Amerikanen zweren bij hun favoriete nieuwszender en zappen zelden of nooit naar een ander nieuwskanaal.
Tientallen miljoenen Amerikanen worden derhalve eenzijdig voorgelicht, maar doen zelf ook geen moeite om ook eens ’n andere mening te willen horen.Tijdens ’n etentje met vrienden vertelde ’n jonge vrouw me het probleem met één simpel voorbeeld: ‘Ik lees regelmatig de New York Times en kijk bij voorkeur naar CNN. Mijn moeder leest geen krant en kijkt – net als Trump – alleen maar naar Fox. Als zij en ik met elkaar over politiek praten,begrijpen we elkaar niet meer. We leven allebei in een ander Amerika’.

Een compromisloos volk is stuurloos, met alle onvoorspelbare risico’s van dien.
Het compromis is de hoeksteen van de ware democratie. Dat bewees Jean-Luc Dehaene (1940-2014) die van 1992 tot 1997 premier was van Belgie en via onmogelijk geachte compromissen voorkwam dat het land staatkundig uit elkaar viel, maar juist een volwaardige federale staat werd.Hij kon het onverzoenbare verzoenen en compromissen afdwingen, omdat hij niet te beroerd was om zijn eigen gelijk aan de kant te schuiven om een compromis te vinden dat werkte voor iedereen.
‘Beleid kan niet zonder compromis’, was zijn lijfspreuk.

Maar het woord compromis is geschrapt uit het Amerikaanse ‘Handboek voor de democratie’ en dat is niet alleen ronduit tragisch, maar vooral onheilspellend. .